begin 4 havo en vwo minstens niveau 2. eind 5 havo minstens niveau 3.
Niveau 3. Je interesseert je vooral voor de inhoudelijke kant van boeken. Je leest graag over psychologische of maatschappelijke onderwerpen. Boeken vertellen je over de wereld om je heen, zetten je aan het denken of helpen je om ideeën te vormen.
Leesniveau 2 staat bekend als herkennend lezen, en is bedoeld voor de leerling die iets meer ervaring heeft met het lezen van boeken. Voor boeken van niveau 2 is het kenmerkend dat ze een meeslepend, en soms ook een spannend verhaal vertellen.
Gemiddeld lezen kinderen in groep 3 op AVI Start, M3 en E3. Een individueel kind kan in groep 3 ook al lezen op niveau E4. Het AVI niveau is echter minder belangrijk dan de ontwikkeling en interesse van je eigen kind!
In groep 4 verbeteren kinderen hun technische leesvaardigheid (verklanken van woorden en zinnen). Halverwege groep 4 heeft een leerling gemiddeld AVI-niveau M4 en aan het einde van groep 4 AVI-niveau E4.
Een beetje uitdaging is daarbij prima, en soms is juist even makkelijk weglezen zinvol! Op de landelijke site van de bibliotheken kun je op leesniveau boeken zoeken. Kijk op www.leesplein.nl, kies de leeftijd 6-12 en dan 'boeken zoeken'. Of klik gewoon HIER.
Het is moeilijk te bepalen welk AVI-niveau jouw kind aankan. Een AVI-niveau kan worden getoetst door testen van de CITO. Deze geven de beste indicatie van het niveau. Naast dat is ook aan de AVI-niveaus af te leiden wat het gemiddelde niveau is van een kind in elke groep van de basisschool.
E4: gemiddeld niveau eind tweede leerjaar.
Dit zijn de AVI-niveaus voor lezen in groep 5: AVI E4, het niveau eind groep 4: begin schooljaar tot kerst. AVI M5, het niveau midden groep 5: kerst- tot zomervakantie. AVI E5, het niveau eind groep 5: rond de zomervakantie.
Niveau 1. Je leest met niet al te veel moeite de leesboeken voor school. Populaire series spreken je aan. De boeken die je leest bevatten veel spanning en drama en lopen goed af.
Dat is het niveau van kinderen die snel en zonder fouten een lastige tekst kunnen lezen. Daartussen liggen M3, E3, M4, E4, M5, E5, M6, E6, M7 en E7. 'M' staat voor 'midden' en 'E' staat voor 'eind'. De cijfers erachter staan voor de groep van regulier onderwijs waarop dat niveau gemiddeld gehaald wordt door kinderen.
De afname van de AVI-toetsen gebeurt met leeskaarten. Leerlingen lezen tijdens de toets de teksten op de kaarten hardop voor. De leerkracht noteert de tijd die de leerling nodig heeft om de tekst te lezen en hoeveel fouten de leerling maakt.
Wat betekenen die letters? De A-boeken (te herkennen aan de letter A op het etiket) zijn geschikt voor kinderen van 6 tot 9 jaar, B-boeken zijn geschikt voor kinderen van 9 tot 12 jaar en C-boeken zijn geschikt voor kinderen vanaf 12 jaar.
Het hoogste AVI-niveau is Plus. Dat is het niveau van kinderen die snel en zonder fouten een lastige tekst kunnen lezen. Tussen AVI-Start en AVI-Plus liggen 10 AVI-niveaus: M3, E3, M4, E4, M5, E5, M6, E6, M7 en E7. 'M' betekent 'midden' en 'E' betekent 'eind'.
In groep 5 leert een kind (werkwoord)spelling en taal- en redekundig ontleden. Daarnaast leert het rekenen met grote getallen en delen. Vakken gericht op de brede ontwikkeling zijn biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, beeldende vorming en gym. Op sommige scholen krijgen leerlingen vanaf groep 5 ook Engels.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.
In groep 6 leert een kind nieuw regels voor (werkwoord)spelling en taal- en rekenkundig ontleden. Daarnaast leert het rekenen met grote getalellen, breuken en decimalen. Vakken gericht op de brede ontwikkeling zijn biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, beeldende vorming en gym.
De meeste kinderen in groep 3 beginnen op niveau AVI-start of AVI-M3 (midden groep 3). Aan het einde van groep 3 lezen de meeste kinderen op AVI-niveau E3 (eind groep 3). Tip: laat uw kind zelf zijn boeken uitkiezen. Er is namelijk een relatie tussen leesmotivatie (leesplezier) en leesvaardigheid bij kinderen.
Toch werkt het beter om elke dag 15 minuten te lezen, dan twee keer per week een uur. De aandachtsspanne is (zeker bij jonge kinderen) nog vrij kort. En met elke dag oefenen blijft het leesproces goed op gang.
Eind groep 2 getalbegrip
Aan het eind van groep 2 moet je kind in staat zijn om tot 20 te tellen. Ook moet het onder de 10 op de juiste volgorde kunnen terugtellen en kunnen lezen. Je kind leert bovendien de rangtelwoorden (eerste, tweede enz.) tot en met de 10.