De huishoudschool heette vanaf de Mammoetwet van 1968 Lager Huishoud- en Nijverheidsonderwijs (LHNO). In 1992 werd dit schooltype een afdeling van het Voorbereidend Beroepsonderwijs (VBO), dat in 1999 opging in het VMBO.
Wat is nu mijn LHNO-diploma waard?) Ook bij een LHNO-diploma (net als nu bij het VMBO) is het van belang wat voor richting je hebt gekozen, welke vakken op je lijst voorkomen enz. Waarschijnlijk zul je een aanvullende opleiding moeten doen, omdat er nu een mbo-diploma niveau2 wordt gevraagd.
Het lager beroepsonderwijs (lbo) is de voorloper van het hedendaagse vmbo en was bedoeld voor leerlingen die meer praktisch dan theoretisch waren ingesteld. Op het lbo leerden de leerlingen de basisvaardigheden van een beroep, waarbij ze veel met hun handen werkten.
Geschiedenis. Het huishoudonderwijs startte in Nederland in 1888 met de Haagsche Kookschool. Gedurende de 20e eeuw werd het onderwijs ook wel smalend "spinazie-academie" genoemd. Met de mammoetwet van 1968 kreeg het de naam Lager Huishoud- en Nijverheidsonderwijs (LHNO) en is het ook voor jongens toegankelijk geworden.
De invoering van de Mammoetwet in 1968 betekent het einde van de huishoudschool. Voortaan staat de opleiding bekend als Lager Huishoud- en Nijverheidsonderwijs (LHNO) en zijn – voor het eerst – ook jongens welkom.
De huishoudschool heette vanaf de Mammoetwet van 1968 Lager Huishoud- en Nijverheidsonderwijs (LHNO). In 1992 werd dit schooltype een afdeling van het Voorbereidend Beroepsonderwijs (VBO), dat in 1999 opging in het VMBO.
De middelbare technische school (mts) is een voormalig Nederlands onderwijstype, dat nu onder het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) valt. Voor 1968 heette dit schooltype uts.
Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs. Leerlingen worden in het voortgezet onderwijs voorbereid op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger beroepsonderwijs (hbo) of het wetenschappelijk onderwijs (wo).
De meeste gemeenten betalen de IVIO-opleidingen. Voor jou kost de opleiding niets, het is gratis.
Dit zijn drie afkortingen die staan voor uiteenlopende vormen van ondersteuning waar jouw kind binnen het onderwijs gebruik van kan maken. VSO staat voor 'voortgezet speciaal onderwijs', PRO voor 'praktijkonderwijs' en LWOO voor 'leerwegondersteunend onderwijs'.
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het laagste niveau. Een mbo-opleiding leidt mensen op voor een praktisch beroep, zoals kapper, kok of automonteur. De meeste mbo-opleidingen worden aangeboden door Regionale Opleidingscentra (ROC's).
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Het niveau van de opleidingen is hoger dan in het secundair onderwijs, maar lager dan in een professionele bacheloropleiding. Als u de opleiding tot een goed einde brengt behaalt u het diploma van gegradueerde. De 5 in de naam HBO5 verwijst naar het 5de niveau van de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Diploma maakt verschil
Wat je studeert, maakt een groot verschil. Verdient een academische master gemiddeld 4.624 euro bruto, dan is dat bij een professionele bachelor 3.661 euro bruto en bij iemand zonder diploma hoger onderwijs 3.215 euro bruto.
Na 1999 heette de mavo officieel vmbo-theoretische leerweg.
Als je één van deze opleidingen met succes afrondt, ontvang je een certificaat of diploma van IVIO. Met een diploma van IVIO op zak kun je vervolgens op zoek naar een nieuwe uitdaging! Die kan liggen in een vervolgopleiding, maar ook kun je bijvoorbeeld aan de slag als secretaresse op een notariskantoor.
IVIO is een examenbureau dat examens ontwikkelt voor leerlingen die niet op de reguliere manier examen kunnen doen. Zorgboerderij Swaenensteyn koopt examen in bij IVIO.
IVIO staat voor Instituut voor Individuele Ontwikkeling en is in 1936 opgericht door pedagoog en natuurkundige prof. dr. Philip Kohnstamm. Hij wilde in de crisisjaren via individuele studieprogramma's grote groepen werkelozen de mogelijkheid bieden zichzelf te ontwikkelen.
Mbo-niveau 4: middenkaderopleiding of specialistenopleiding
Hiervoor gelden dezelfde eisen als de vakopleiding (niveau 3). Deze opleiding volg je als je het mbo-3-diploma hebt behaald en wil doorleren in hetzelfde beroep. Deze opleiding duurt dan nog 1 jaar.
Mbo onderwijs
Het eindniveau van mbo-niveau 4 is gelijk aan de havo.
Niveau 4: middenkaderopleiding
Een middenkaderopleiding is een 'gewone' mbo-opleiding die op zichzelf staat. Je kan ermee beginnen als je geslaagd bent voor je eindexamen vmbo kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo theoretische leerweg, mavo, mavo-vbo of vmbo gemengde leerweg.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Aansluiting op de arbeidsmarkt
,,Een mbo-diploma is goud waard, en bijvoorbeeld een goede basis voor om- of bijscholen, als dat later nodig is. Met andere woorden, mbo'ers zijn door hun opleiding super wendbaar op onze arbeidsmarkt, die nu toch heel kwetsbaar blijkt.
Naast het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs bestaat het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Het mbo valt niet onder het hoger onderwijs. Op de website KiesMBO.nl lees je alles over het mbo.