De klachten zijn niet altijd even erg: de meeste mensen hebben goede en slechte dagen. Daarnaast hebben veel mensen met COPD 's nachts en 's ochtends meer last dan de rest van de dag.
Je kunt benauwd zijn bij inspanning bijvoorbeeld, of gewoon bij dagelijkse bezigheden. Soms kan dit zelfs zo erg zijn, dat je elke dag extra zuurstof nodig hebt. Er zijn ook mensen met ernstige COPD die zo benauwd en vermoeid zijn, dat zij een rolstoel of scootmobiel nodig hebben.
Voor mensen met COPD kan het BIPAP-apparaat letterlijk een verademing zijn. 'Waar de CPAP helpt met inademen, ondersteunt de BIPAP bij in- en uitademen. In ons ziekenhuis stellen we het in voor mensen met ernstig COPD om 's nachts thuis te gebruiken. Sommigen gebruiken het ook als ze tussen de middag rusten.
COPD is een ziekte van de longen die niet kan genezen. Dit komt bijna altijd door roken. Klachten zijn hoesten, slijm, benauwd zijn of moe zijn. Stoppen met roken, bewegen en gezond eten zijn heel belangrijk bij COPD.
COPD associëren we met hoesten en kortademigheid. Maar mensen met COPD hebben ook meer pijn dan mensen zonder COPD. Pijn komt het meest voor bij matig-ernstige COPD en is gerelateerd aan comorbiditeit en voedingstoestand.
Sommige mensen met COPD hebben extra last van warm weer, of van koud en vochtig weer. Koude en vochtige lucht kan de longen prikkelen. Je kunt je daar op kleden of, in overleg met je arts, je medicijnen meer of minder gebruiken. Lees de tips bij koud weer.
Dat ons longweefsel zich in de loop der jaren steeds minder goed herstelt, is op zich normaal. Met het ouder worden, neemt de longfunctie langzaam af. Daar merk je meestal weinig van. Reinoud Gosens: 'Maar bij mensen met COPD gaat dat proces wel twee of drie keer zo snel.
Medicijngebruik. Luchtwegverwijders en ontstekingsremmers zijn de belangrijkste medicijnen bij de behandeling van COPD. Luchtwegverwijders zorgen ervoor dat de spiertjes rondom de luchtwegen verslappen, waardoor de luchtwegen bijna direct verwijden en de kortademigheid vermindert.
Een gezonde manier van leven en de juiste behandeling kunnen invloed hebben op het verloop van de ziekte en hoe ernstig je klachten zijn. Hoe oud je kunt worden met COPD is daarom moeilijk te zeggen. COPD krijg je meestal na je veertigste jaar en vaak zelfs nog later.
Als je als patiënt je goed aan de beweeg- en leefregels houdt, kan COPD heel lang stabiel blijven. Belangrijk is het zoveel mogelijk voorkomen van eerder genoemde longaanvallen. Dat kan dus dankzij telemonitoring en daarbij hebben wij een longaanval-actieplan ontwikkeld.
Klachten die kunnen wijzen op COPD zijn kortademigheid (bij inspanning), (langdurig) hoesten, slijm ophoesten en benauwdheid. Daardoor kunnen normale dingen lastig zijn. Zoals traplopen, boodschappen doen of aankleden. Genoeg lucht krijgen kan met de jaren steeds moeilijker worden.
Bij ernstige COPD werken uw longen niet goed meer. Er komt minder zuurstof in uw lichaam. Ook zit er meer slijm in uw longen. U kunt dit minder goed ophoesten en het blijft in uw longen zitten.
De arts bespreekt met je wat de gevolgen van COPD voor je kunnen zijn, zoals: Moeite met aankleden, traplopen of boodschappen doen. Klachten, zoals benauwdheid, hoesten, vermoeidheid en gebrek aan energie. In je manier van leven, zoals werk, gezonde voeding, voldoende beweging of stoppen met roken.
Meestal zijn de slijmen helder wit of gelig. Gekleurde fluimen en bloed in de fluimen kan wijzen op infectie of andere aandoening en rapporteert u best aan de huisarts. Een veel voorkomende klacht bij COPD is benauwd zijn of het continue gevoel te hebben van een tekort aan lucht. Sommige hebben een piepende ademhaling.
Je lichaam heeft zuurstof nodig om goed te kunnen werken. Als je COPD hebt, gaat er minder zuurstof via de longen naar je bloed. Daardoor word je benauwd en moe. Het tekort aan zuurstof kan ervoor zorgen dat de bloeddruk in je longen hoger wordt.
COPD-patiënten, zo blijkt uit onderzoek, hebben in de laatste zes maanden van hun leven een matige tot slechte kwaliteit van leven: 98% ervaart kortademigheid, moeheid en algemene malaise. Driekwart van de patiënten ervaart neerslachtigheid. Bijna de helft wordt minstens tweemaal in het ziekenhuis opgenomen.
COPD (Chronical Obstructive Pulmonary Disease) is een chronische, progressieve longaandoening en helaas (nog) niet te genezen. Toch zijn er diverse behandelingen mogelijk die de ziekte beheersbaar houden en de kwaliteit van leven kunnen verbeteren.
Als mensen met COPD zo'n virus krijgen, zijn ze erg vatbaar voor een longaanval. Daarom moeten we erachter komen hoe het afweersysteem van mensen met astma of COPD precies werkt. Want alleen dan kunnen we een behandeling ontwikkelen die longaanvallen voorkomt.
Salbutamol heft binnen 5 minuten de verkramping in de luchtwegen op, zodat u weer makkelijker kunt ademen. De werking houdt ongeveer 4 tot 6 uur aan. Dit middel neemt de gevoeligheid voor prikkels niet weg. Daar zijn andere medicijnen voor, die luchtwegbeschermers worden genoemd.
Een chronische longaandoening (COPD) en bewegen en sporten
Bewegen bevordert de opname van zuurstof in de cellen, het versterkt de ademhalingsspieren, zorgt voor een toename van de longinhoud en het verbetert je uithoudingsvermogen. Klachten als benauwdheid en hoesten zullen daardoor verminderen.
Neem contact op met uw huisarts in een van deze situaties: Uw klachten verminderen niet. U heeft problemen met de medicijnen, bijvoorbeeld om ze regelmatig in te nemen of bij het gebruik van de puffer. U heeft vaker dan 2 keer per week een luchtwegverwijder nodig.
Bij COPD-patiënten ontstaat vaak een ademhaling waarbij even lang in- als uitgeademd wordt. Het is juist beter om de uitademing langer te maken waardoor er meer ruimte komt om de longen weer te vullen met nieuwe zuurstof.
Het is belangrijk dat u zelf verantwoordelijkheid neemt over u leven met COPD. U kunt er namelijk zelf voor zorgen dat u zich beter voelt. Vermijd als het mogelijk is de prikkels waar u niet tegen kunt (huisdieren, roken). Zorg voor voldoende beweging (sport) en eet gezond.
Adem rustig diep in door de neus en diep uit door de mond. Blaas bij het uitademen licht tegen de lippen, alsof u een kaars laat flakkeren, laat de lucht ontspannen gaan, probeer geen druk te zetten. Ontspan de nek- en schouderspieren. Met deze oefening komt de lucht dieper in de longen.