Volgens weerhistoricus Christopher Burt ligt de plek op aarde waar de meeste sneeuw valt in de Japanse Alpen (daar waar de bergen door de prefectuur Nagano lopen), even ten westen van Tokamachi en Takakura.
Dan moet je in het Noorse Tromsø zijn. Daar sneeuwt het gemiddeld 124 dagen per jaar. De eerste sneeuw blijft liggen in september en verdwijnt pas weer in juni. De meeste sneeuw valt in februari en maart.
In Nederland sneeuwt het het meest in het noord- en zuidoosten van Nederland in de provincies: Groningen, Overijsel, Drente, Gelderland en in de Limburgse heuvels. In Nederland sneeuwt het het meest in het noord- en zuidwesten van Nederland langs de kust en dan vooral langs de Zeeuwse kust sneeuwt het minst.
De grootste kans op sneeuw hebben we in de maanden januari en februari, maar ook in de maanden december en maart is er een redelijke kans op sneeuw. In de maanden oktober en november is de kans op sneeuw zeer klein, maar toch is het niet helemaal uitgesloten dat er ook in deze maanden sneeuw valt.
Uit historische gemiddelden is verder gebleken dat in januari ook de gebieden in de Noordelijke Alpen veelal goede sneeuw hebben. Dus veel gebieden in het Oostenrijkse Tirol, de Arlberg en Zwitserland liggen er in januari erg goed bij.
In de poolstreken ligt de sneeuwgrens op zeeniveau. In de Alpen ligt de grens op ongeveer 3200 meter hoogte. Bij de evenaar, op de warmste plekken van de aarde, ligt de sneeuwgrens op meer dan 5000 meter hoogte.
Ook in maart valt er nog regelmatig verse sneeuw. Wel moet je in deze maand rekening houden met hogere temperaturen. De lente doet haar intrede en de zon is feller. Dit betekent dat de dalen vaak alweer groen kleuren en dat de lager gelegen pistes in de middaguren papperig kunnen worden.
Toch heeft in Nederland weleens een pak sneeuw van ongeveer 80 centimeter sneeuw gelegen. Dit is ook het hoogste sneeuwdek dat in Nederland ooit is gevallen. Na langdurige sneeuwval was in januari 1987 op Terschelling een sneeuwdek van lokaal 80 centimeter te vinden.
Over de periode 1961/1990 viel in een Nederlandse winter gemiddeld over het land op 33 dagen sneeuw. Over de periode 1991/2020 is dit aantal nog 20 dagen. Het winterseizoen van 1970 was het sneeuw rijkste seizoen ooit gemeten en telde gemiddeld over het land maar liefst 69 sneeuwdagen.
Met een gemiddelde temperatuur van 5,8 °C tegen 3,9 °C normaal was de winter zeer zacht. De winter komt op de zesde plaats van zachte winters sinds 1901.
Vroege kampeerders stonden in de sneeuw op de camping. Dat is nog maar een greep uit het aantal dagen dat Nederland in april wit kleurde. En op nog veel meer dagen viel in ons land natte sneeuw die niet bleef liggen. Tegenwoordig zien we gemiddeld eens in de drie jaar sneeuwvlokken in april.
Sinds de start van de sneeuwmetingen begin jaren '50 lag er in 1970, 1999 en 2021 ook 15 cm aprilsneeuw. Het record is 20 cm, gemeten op 11 april 1978 in Renesse.
De kans dat het een witte kerst wordt is ongeveer 7%. Officieel is het een witte kerst wanneer erin De Bilt beide kerstdagen een gesloten sneeuwdek is. Dit is sinds 1901 slechts 8 keer gebeurt, waarvan de laatste 2 keer in 2009 en 2010.
De meest sneeuwrijke gebieden zijn doorgaans te vinden in Zwitserland (Andermatt & Engelberg), Frankrijk (Chamonix), Italië (Pontedilegno) en Oostenrijk (diverse gletsjer skigebieden).
Hoe vaak ligt er sneeuw in Nederland? In Nederland ligt elk winterseizoen op ongeveer 29 dagen ergens in ons land een aaneengesloten sneeuwdek van ten minste 1 centimeter dik.
Hoeveelheid sneeuw Darcy niet bijzonder
Hier komen meerdere ontwikkelingen bij elkaar. Dat het Nederlandse klimaat warmer wordt, weten we allemaal. Omdat we een land zijn in een waterrijke omgeving, komt er door de temperatuurstijging meer vocht in de lucht terecht. Warme lucht kan namelijk meer waterdamp bevatten.
Code geel: wees alert
Er is mogelijk kans op gevaarlijk weer. Dit zijn weersituaties die in Nederland vaak voorkomen waarbij het raadzaam is op te letten, met name als men onderweg is. Code geel kan 48 uur voordat het weerfenomeen optreedt, worden uitgegeven. De zekerheid is minstens 60 procent.
Een grove vuistregel is dat er bij 6 graden boven nul bij buiensituaties nog sprake kan zijn van sneeuw en bij 2 of 3 graden boven nul tijdens de passage van fronten. Bij temperaturen boven nul spreekt men zoals eerder genoemd, van natte sneeuw.
Alleen in de Kop van Noord-Holland, op de Wadden en in Friesland lag op de meeste plaatsen nauwelijks sneeuw. Op eerste kerstdag kwam de temperatuur in de westelijke helft van het land boven het vriespunt waardoor het sneeuwdek daar werd aangetast.
Dat sneeuwdek in De Bilt met Kerstmis is sinds 1901 (het begin van de weermetingen in Nederland) slechts acht keer voorgekomen. Vóór 2010 gebeurde het in 2009, en daarvoor in 1981. Hier zie je een mooi overzicht van het KNMI.
Zelfs in de staat Tennessee viel een grote hoeveelheid sneeuw; zo'n 23 centimeter. In verschillende van die staten, waaronder Virginia, North en South Carolina, Maryland en Georgia zitten in totaal zo'n 660.000 huishouden zonder stroom.
Met kunstsneeuw zijn bergen snel te besneeuwen. Een laag van circa 20 cm kunstsneeuw op een grashelling maakt deze skibaar. Een paar centimeter sneeuw ernaast en het winterse gevoel is er ook. Wil je echt natuursneeuw kunnen skiën dan is het minimum zeker 30 cm en 50-60 cm ideaal.
De winter had de normale hoeveelheid neerslag met gemiddeld over het land 201 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 194 mm. Als er neerslag viel, was het bijzonder vaak in de vorm van sneeuw. Gemiddeld over het land werden 42 dagen met een sneeuwdek geteld. Het langjarig gemiddelde bedraagt 13 sneeuwdekdagen.
In deze maand zijn vrijwel alle skigebieden in de Alpen erg sneeuwzeker, maar ook o.a. de gebieden in Scandinavie, het Duitse Sauerland, de Dolomieten en het Tsjechische Reuzengebergte zijn allemaal aan te raden in deze periode.