Toch is friet in 2017 opgenomen in het UNESCO erfgoed van België. De oorsprong is niet zeker, maar het verhaal gaat dat in het zuiden van België de inwoners kleine vissen frituurden en gesneden aardappelen gebruikten als er geen vis gevangen werd.
“De friet zoals we die vandaag kennen - in staafjes gesneden aardappel, die tweemaal zijn gebakken - zijn uitgevonden in Parijs”, zegt de Franse culinaire historicus Pierre Leclerq. “Rond 1885 zijn de frieten voor het eerst opgedoken in de straten van Parijs.
Wie de eerste friet maakte is niet goed te achterhalen. Zowel de Fransen als de Belgen claimen de uitvinding van friet. De belgische historicus Jo Gérard zegt dat hij in een oud manuscript heeft gelezen dat er al friet werd gemaakt in 1680.
Zowel patat als friet wordt omschreven als een verkorting van het Franse 'patates frites'. Patat betekent dus 'aardappel' en 'frites' betekent dat het gefrituurd is. Aangezien je naast aardappelen nog veel meer kunt frituren, is het eigenlijk niet logisch om de bereidingswijze tot afkorting te maken.
Aardappelen eten we in Nederland al vanaf 1593. Maar friet eten we veel minder lang, namelijk nog maar 150 jaar. En dat wordt vandaag gevierd in Houten op het Frituurwereld Event. Anderhalve eeuw geleden werd op een kermis in Breda de eerste portie verkocht.
Maar wat maakt Belgische friet nou zo lekker? De Belgische friet is gemaakt van een aardappel die speciaal voor het frituren is geteeld. De verse aardappels (bijvoorbeeld een Bindje) worden eigenhandig geschild en gesneden.
Je ziet het waarschijnlijk al aan de naam, maar de oorsprong van het woord 'patates frites' ligt in de Franse en Vlaamse taal. “Patates betekent aardappel en frites betekent gefrituurd. Het betekent dus letterlijk vertaald aardappel gefrituurd.” Boven de rivieren is de keuze dus op de afkorting patat gevallen.
In de drie zuidelijke provincies van Nederland spreekt men van friet en in Vlaanderen wordt meestal van frieten, frietjes of fritten gesproken, terwijl in de rest van Nederland men het meestal over patat heeft. In Noord-Holland en Utrecht raakt de benaming Vlaamse friet echter steeds meer in zwang.
De naam 'friet' komt van patates frites, Belgisch-Frans voor 'gebakken aardappelen'. De associatie met Frankrijk stamt mogelijk uit de tijd van de Eerste Wereldoorlog, toen Amerikaanse soldaten onze friet leerden kennen in de Franstalige regio van België, en daardoor dachten dat ze in Frankrijk waren.
Britse en Amerikaanse soldaten zouden tijdens de Eerste Wereldoorlog frieten hebben leren kennen aan het Belgische front. Omdat ze overal om zich heen Frans hoorden praten, lanceerden ze de benaming French fries.
Je mag zowel patat als friet zeggen, maar je voorkeur hangt waarschijnlijk af van waar je woont. In het noorden van Nederland wordt meestal patat gezegd, in het zuiden van Nederland bestel je vaker friet. De Vlamingen noemen de gefrituurde aardappel altijd friet. Met patat bedoelen zij de rauwe aardappel.
Frietjes worden traditioneel gebakken in dierlijk vet (ossenwit en/of paardenvet). Dat zorgt voor die typische smaak en geur, maar is helaas minder gezond doordat het meer verzadigd vet bevat. Daarom worden frietjes tegenwoordig ook in plantaardige olie gebakken, of in een mengsel van de twee.
Een patatje oorlog bestaat in de meeste gevallen uit een portie friet met daarover een klodder mayonaise, pindasaus en (vers) gesnipperde uitjes. In het zuiden van het land krijg je er vaak extra curry bij.
'Friet' is een verkorting van het oorspronkelijke 'patates-frites'. In het Zuid-Nederlandse taalgebied lag een verkorting tot 'patat' niet voor de hand, omdat die term er al sinds de 17e eeuw gebruikt werd voor aardappelen.
In Nederland wordt er massaal friet gegeten, blijkt uit cijfers van de NOS. De oer-Hollandse snack is 150 jaar na dato echt niet meer weg te denken uit het eetpatroon van Nederlanders. Want we eten per persoon gemiddeld zo'n 18 kilo (!) friet per jaar.
De Belg zegt friet en de Nederlander patat.
In de BN volkstaal is patate, patat het gewone woord voor 'aardappel'; de uit het Belgisch-Frans ontleende verbinding patates frites 'gefrituurde aardappelen', in Vlaamse dialecten uitgesproken als patat friet, wordt in het NN boven de grote rivieren verkort tot patat; zie ook → friet.
De naam van friet of patat is afgeleid van de woordcombinatie patates frites; Belgisch-Frans voor 'gefrituurde aardappelen'.
In een Zuid-Hollandse snackbar bestel je een patatje flip als je patat met mayonaise en pindasaus zónder uitjes wilt.
Friet en patat zijn in feite beide juist, aldus Don. Het is regionaal bepaald wat men zegt. Boven de grote rivieren is het meestal patat, en onder de rivieren zeggen ze vaak friet.
Is het de of het friet
In de Nederlandse taal gebruiken wij de friet.
Met een jaar of 10 ervaring kan uw inkomen oplopen tot €1.986. U moet er dan wel 38 uur per week voor frituren. Een fastfoodmedewerker verdient iets minder, namelijk €1.643 per maand. Dat bedrag stijgt na 10 jaar ervaring tot een hoogte van €1.820.
De Belg eet gemiddeld 70 kilo aardappelen per jaar, en daarmee is niet alles weggewerkt. In Wit-Rusland eten ze gemiddeld zelfs 175 kilo. Op het vlak van productie staat China op de eerste plaats: de aardappelvelden daar leveren in totaal zo'n 99 miljoen ton.
België telt 4643 frituren. Volgens recent onderzoek van VLAM (*) gaat liefst 95% van de Vlamingen minstens één keer per jaar naar de frituur. 85% van de Vlamingen eet minstens één keer maand frieten en meer dan 60% doet dat minstens wekelijks.