Type 3: emotionele- of gedragsstoornis Leerling heeft een IQ boven de 60 en na proces van multidisciplinaire diagnostiek, met inbegrip van psychiatrisch onderzoek, is één van volgende diagnoses vastgesteld: Aandachtstoornis met hyperactiviteit (ADHD)
Graad 3: je hebt forse problemen door ernstige tekorten in de sociale communicatie (verbaal en non-verbaal), nauwelijks sociale interactie en kenmerken op het gebied van HBB. Je dagelijks functioneren wordt ernstig beïnvloed. Je hebt zeer intensieve ondersteuning nodig.
Het type 3 van het buitengewoon onderwijs is bestemd voor leerlingen waarbij waarbij specifieke stoornissen (op vlak van aandacht, hyperactiviteit, oppositioneel-opstandigheid, gedrag, angst, stemmingen en/of hechting) zijn vastgesteld door multidisciplinair onderzoek.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 4 richt zich tot kinderen met een motorische en/of meervoudige beperking. Binnen het stedelijk buitengewoon onderwijs kunnen de leerlingen een volledig leertraject, van kleuter tot schoolverlater, volgen op dezelfde locatie.
Met autisme naar het buitengewoon onderwijs
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Type 7: auditieve beperking of spraak- of taalstoornis.
Onderwijs voor kinderen met een auditieve beperking of Spraak- en taalstoornis (STOS).
Tijdens de onderhandelingen rond het M-decreet gaf de CLB-sector al aan dat een IQ-grens van 60 voor type 2 om diverse redenen niet zo logisch was.
Dit is onderwijs voor kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis, een residentiële setting of voor kinderen die in een preventorium verblijven. kunnen niet voltijds in een school aanwezig zijn; de kinderen hebben behoefte aan een individueel aanbod dat in de residentiële omgeving verstrekt wordt.
Dit is onderwijs voor kinderen met een visuele beperking. Dit zijn kinderen bij wie een gezichtsstoornis werd vastgesteld die beantwoordt aan volgende criteria: Je ziet minder dan 3/10 voor het beste oog, je hebt een betekenisvolle uitval in het gezichtsveld.
Voor type 2 wordt zowel kleuter- als lager onderwijs voorzien. Leerlingen in type 2 zijn per definitie kinderen met een matig tot ernstige verstandelijke beperking.
type 8: voor kinderen met ernstige leerstoornis, dus normaal begaafde leerlingen met een normaal gehoor- en gezichtsvermogen met stoornissen in de taalontwikkeling of het leren spreken en/of bij het leren lezen, schrijven en rekenen die dermate ernstig zijn dat bijzondere hulp in het gewoon onderwijs niet kan volstaan.
In opleidingsvorm 2 (OV2) bieden we enerzijds een algemene en sociale vorming aan onze leerlingen.Anderzijds wordt er gewerkt aan arbeidstraining. De jongeren worden op deze manier voorbereid op een zo zelfstandig mogelijk leven in een beschermde leefomgeving.
Een autismespectrumstoornis (ASS) komt voor bij kinderen met alle intelligentieniveaus, dus ook bij hoogbegaafde kinderen. Echter: niet alle kinderen die hoogbegaafd zijn, hebben ook een autismespectrumstoornis.
Iemand met PDD-NOS heeft bovengemiddeld veel autisme-kenmerken, maar niet genoeg voor de diagnoses Autistische Stoornis of het syndroom van Asperger. Vaak is er bijvoorbeeld wel sprake van problemen op sociaal gebied, maar niet van beperkte en repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten.
Clusters in het (voortgezet) speciaal onderwijs
Cluster 2: dove, slechthorende leerlingen of met een taal-spraakontwikkelingsstoornis; Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke leerlingen (somatisch); Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.
Het type basisaanbod is er voor leerlingen voor wie de zorgdraagkracht van het gewoon onderwijs is overschreden, waardoor zij ondanks extra inspanningen van het gewoon onderwijs onvoldoende leervorderingen maken.
vierde klas: 9-10 jaar (groep 6)
Het gemiddelde IQ ligt op 100. Een IQ tussen de 90-110 is 'normaal'. Ongeveer 84 procent van de mensen valt in deze groep. Zo'n 2,5 procent van de basisschoolleerlingen is hoogbegaafd (boven 130).
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.
Een Britse jongen van elf jaar, Yusuf Shah, heeft de hoogst mogelijke score gehaald op zijn IQ-test en verslaat daarmee wereldberoemde genieën Albert Einstein en Stephen Hawking. Zijn score van 162 is de hoogst mogelijke score voor iemand jonger dan achttien jaar.
Dit onderwijs wordt ingericht voor kinderen die, tijdelijk of permanent, speciale hulp nodig hebben omwille van: een lichamelijke of geestelijke handicap. ernstige emotionele problemen of gedragsproblemen. ernstige leerstoornissen.
Wat kan je behalen - Wat na "Buitengewoon lager onderwijs type 9" ? Wanneer de klassenraad het gevolgde onderwijs als gelijkwaardig* beschouwt met de leerdoelen van het gewoon lager onderwijs, kan je een getuigschrift basisonderwijs behalen.
Je kind kan niet zomaar naar het speciaal onderwijs, het speciaal basisonderwijs of het praktijkonderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. De reguliere school waar je kind naar toe gaat of waar jij je kind hebt ingeschreven bekijkt of je kind voldoet aan de eisen.