' 'Artikel 1 is het eerste grondrecht dat in de Grondwet wordt genoemd. De letterlijke tekst van artikel 1 is als volgt: "Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
De oudste nog geldende grondwet ter wereld is die van de Verenigde Staten uit 1789. De strijd om de tweede plaats wordt nipt door Nederland gewonnen; we waren er in 1814 zo'n anderhalve maand eerder bij dan de Noren.
1814: Eerste Grondwet Koninkrijk der Nederlanden
Nadat Nederland onafhankelijk is geworden van Frankrijk, krijgt het in 1814 voor het eerst een Grondwet. Deze Grondwet bepaalt onder andere de oprichting van een parlement, de Staten-Generaal.
Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod.
Absolute grondrechten zijn grondrechten die niet beperkt kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn het verbod op foltering uit artikel 3 van het EVRM. Deze mogen dus nooit beperkt worden ook niet tijdens een noodtoestand.
Botsende grondrechten
Een veel voorkomend voorbeeld is de botsing tussen het verbod van discriminatie (artikel 1) met de vrijheid van meningsuiting (artikel 7). De rechter zal dan moeten beoordelen of er sprake is van discriminatie en zo ja, of deze uiting onder de vrijheid van meningsuiting valt of niet.
Democratische rechtsstaat is de basis
Politici leggen verantwoording af.En er is een vrije pers die de macht controleert.Verder zijn er wetten en regels die de rechten en vrijheden van inwoners beschermen.
In artikel 7 van de Grondwet staat dat niemand voorafgaand toestemming nodig heeft van de overheid om iets te zeggen of te schrijven in het openbaar.
Voorbeelden van landen zonder geschreven grondwet zijn het Verenigd Koninkrijk en Israël. Het constitutioneel recht ligt daar vast in wetten, gewoontes en rechtspraak. Het Verenigd Koninkrijk was een van de eerste landen met een (zij het beperkte vorm van) grondwet. Dat is de Magna Carta uit 1215.
De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1 mei 1798 is te beschouwen als de eerste Grondwet van Nederland. Voor het eerst was er sprake van een eenheidsstaat, van burgerrechten en -plichten, en van een gekozen volksvertegenwoordiging.
In 1815 bepaalde het Congres van Wenen dat de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden weer verenigd zouden worden. Willem Frederik riep zichzelf uit tot Koning van het nieuw ontstane Koninkrijk der Nederlanden. In 1815 werd Koning Willem I ingehuldigd als eerste Koning.
Het oudste geschreven document dat vandaag de dag nog steeds een soevereine natie bestuurt, is dat van San Marino . De Leges Statutae Republicae Sancti Marini is geschreven in het Latijn en bestaat uit zes boeken. Het eerste boek, met 62 artikelen, stelt raden, rechtbanken, verschillende uitvoerende functionarissen en de bevoegdheden die aan hen zijn toegewezen in.
Het Britse ontbreken van een gecodificeerde grondwet kan historisch worden verklaard. De Britten kozen al relatief vroeg voor parlementaire soevereiniteit en legden het primaat dus bij democratie en, tot ergernis van de Amerikaanse kolonisten, niet bij de rechtsstaat.
De kern van een constitutie bestaat in de meeste landen uit een grondwet. Er zijn landen die geen geschreven grondwet hebben, zoals het Verenigd Koninkrijk en Israël.
De politiek in Nederland vindt plaats binnen een parlementaire democratie, een constitutionele monarchie en een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Nederland is een consensusdemocratie, waar de politieke instituties gericht zijn op een brede consensus tussen politieke actoren.
Een republiek heeft daarom meestal een president als staatshoofd, maar dat is niet per se zo. De oude tegenhanger democratie wordt nu opgevat als equivalent van algemeen kiesrecht. Beide staatsvormen, monarchie en republiek, kunnen democratisch zijn, maar beide kunnen dat ook niet zijn.
De ranglijst bestaat uit 167 landen, vaak aangevoerd door een Scandinavisch land (meestal Noorwegen; Zweden in 2006 en 2008) en afgesloten met Noord-Korea dat als minst democratisch wordt beschouwd.
Grenzen van vrijheid van meningsuiting
Er zijn ook grenzen aan de vrijheid van meningsuiting om anderen te beschermen. Je mag bijvoorbeeld niemand opzettelijk beledigen op basis van ras, religie, overtuiging, beperking of seksuele geaardheid. Ook mag je geen haat of geweld tegen anderen aanmoedigen.
Onder de persoonlijke levenssfeer valt van alles (containerbegrip), namelijk privacy,beschermen van persoonsgegevens, huisrecht, beschermen van lichamelijke integriteit,beschermen van geestelijke integriteit, telefoongeheim, briefgeheim etc.
Het tegenovergestelde van de rechtsstaat is de politiestaat of de totalitaire staat. Een politiestaat is een staat waarin de overheid doet wat zij wil. De overheid houdt zich niet aan regels en kan bijvoorbeeld bepaalde burgers voortrekken.
De rijksoverheid mag burgers verplichten belasting te betalen. Welke belastingen burgers moeten betalen, staat in de wet. Werknemers betalen bijvoorbeeld loonbelasting over het loon dat zij verdienen.
Een relatief recht (ook wel persoonlijk recht genoemd) is een vermogensrecht dat slechts in relatie tot een of meer bepaalde rechtssubjecten kan worden uitgeoefend. Een relatief recht staat tegenover een absoluut recht, wat de rechthebbende tegenover ieder rechtssubject kan doen gelden.