Propaangas is zwaarder dan lucht, aardgas lichter Die worden opgenomen in de norm NBN D51-006 voor propaangasinstallaties. Aardgas daarentegen is lichter dan lucht. De relatieve dichtheid tegenover lucht is 0,63. Bijgevolg zal aardgas bij een lek altijd stijgen.
Er zijn maar een paar gassen lichter dan lucht (gemiddeld molgewicht ongeveer 29). Dit zijn waterstof, helium, neon en methaan. Stikstof is slechts heel weinig lichter dan lucht, dat immers al voor 78 procent uit stikstof bestaat.
Waterstof en helium zijn de meest gebruikte liftgassen. Hoewel helium twee keer zo zwaar is als (diatomisch) waterstof, zijn ze beide aanzienlijk lichter dan lucht.
Waterstof is het lichtste gas dat er bestaat.
Aardgas is lichter dan lucht en stijgt wanneer het vrijkomt. Dit laatste is belangrijk om te weten zodat we kunnen vermijden dat het gas - bij een eventueel lek - in de woonruimte blijft hangen en door toevoeging van bv. een vonk tot een explosie zou leiden.
Aardgas is lichter dan lucht en lost snel op in de lucht wanneer het wordt vrijgegeven. Wanneer aardgas verbrandt, ontstaat er een blauwe vlam met hoge temperatuur en vindt er volledige verbranding plaats waarbij alleen waterdamp en koolstofdioxide worden geproduceerd. Het heeft een verwarmingswaarde van ongeveer 1000 BTU's per kubieke voet.
Propaangas is zwaarder dan lucht, aardgas lichter
De relatieve dichtheid van propaangas tegenover lucht is 1,56: propaangas is dus zwaarder dan lucht. Bij een lek zal het zich ophopen in de laagste punten zoals een kelder, rioolputten, enz.
Een voordeel is wel dat waterstof een licht molecuul is, waardoor het gas snel opstijgt en zich snel verspreid. Door deze eigenschappen wordt waterstof terecht gezien als een gevaarlijke stof, maar dat maakt waterstof niet per se gevaarlijker dan andere brandstoffen, zoals aardgas of benzine.
Zowel propaan als butaan zijn in gasvorm, in tegenstelling tot aardgas, ZWAARDER dan lucht.
Atoom voor atoom is stikstof lichter dan zuurstof . Stikstof heeft een atoomgewicht van iets meer dan 14, terwijl zuurstof een #atoomgewicht heeft van bijna 16.
De belangrijkste gassen met een lagere dichtheid dan lucht zijn helium (M=4), waterstof (M=2), stikstof (M=28) (maar het is meestal toch al genoeg om lucht te verdringen), koolmonoxide (M=28) en methaan (M=16) .
Helium is veel lichter dan lucht, vandaar dat de ballon, gevuld met helium, direct omhoog gaat. De helium zit verpakt in de ballon, waardoor hij de ballon omhoog duwt. Als de ballon knalt, ontsnapt het heliumgas. De helium stof komt vervolgens direct vrij in de lucht en is daarom niet gevaarlijk.
Waterstof is het lichtste element in het periodiek systeem. Waterstofgas is dus het lichtste gas.
Koolmonoxide (CO) is een kleurloos, geurloos, smaakloos gas dat iets lichter is dan lucht. Het wordt geproduceerd door cryogene scheiding van CO uit een synthesegasstroom die zowel CO als waterstof bevat.
Aangezien methaan lichter is dan lucht, en CO2 zwaarder, kan het biogas ontmengen, waardoor bovenin de gebouwen een explosief of brandbaar mengsel kan gevormd worden.
Bij verbranding van propaan wordt C3H8 (propaan) en 5 O2 (zuurstof) omgezet in 3 CO2 (kooldioxide), 4 H2O (water) en warmte. Propaan is een erg schone brandstof. CO2 en H2O zijn stoffen die normaal al veel voorkomen in de lucht en daarom absoluut niet schadelijk.
LPG is in gasvorm nog steeds zwaarder dan lucht , in tegenstelling tot aardgas. Het zal daarom langs de vloer stromen en de neiging hebben om zich op lage plekken, zoals kelders, te nestelen.
Drukregelaars voor propaan kun je zowel voor propaan als voor butaan gebruiken. Omgekeerd kan niet. Dit heeft te maken met de dampspanning die voor propaan hoger is dan voor butaan, een regelaar voor butaan kan het drukverschil bij gebruik met propaan niet aan.
Waterstof kan bijvoorbeeld gemakkelijker ontbranden omdat het bij een groot aantal concentraties ontbrandbaar in de lucht is. Het heeft ook een lagere ontstekingsenergie dan andere brandstoffen, zoals benzine of aardgas.
Waterstof kan explosief zijn bij zuurstofconcentraties tussen 18 en 59 procent, terwijl benzine explosief kan zijn bij zuurstofconcentraties tussen 1 en 3 procent. Dit betekent dat benzine een groter explosierisico heeft dan waterstof voor een bepaalde omgeving met zuurstof.
1 kg waterstof bevat 33 kWh en heeft een volume van 11,3 m3, bij atmosferische druk. Bij 700 bar heeft 1 kg H2 een volume van 16 liter, daarmee kan een auto 100 km rijden. Dus voor 500 km heb je een zware tank nodig van 80 liter.
Ophoping op onverwachtse plaatsen
Damp van (gemorste) benzine kan krachtige explosieve verbrandingen veroorzaken. Doordat benzinedamp zwaarder is dan lucht kan dit zich eenvoudig op onverwachte plaatsen ophopen. Bij een inpandige lekkage van vluchtige, brandbare vloeistoffen is goed ventileren belangrijk.
Het is extreem brandbaar en zeer giftig. Waterstofsulfide komt ook van nature voor in riolen, mestputten, grondwater, olie- en gasputten en vulkanen. Omdat het zwaarder is dan lucht, kan waterstofsulfide zich verzamelen in laaggelegen en afgesloten ruimtes, zoals putten, riolen en ondergrondse telefooncellen.
Stikstof. Stikstof (N2) is een gas zonder kleur en geur dat overal in de lucht zit. Ongeveer 78% van alle lucht bestaat uit stikstof.