Om het aardgas goed te verbranden, wordt in de branders van de cv-ketel het aardgas vermengd met lucht. Bij een volledige verbranding ontstaan alleen waterdamp en koolstofdioxide (zie figuur). Deze verbrandingsgassen zijn niet giftig.
Bij verbranding wordt chemische energie omgezet in de zintuiglijk waarneembare energie-vormen warmte (gloed) en licht (vlam). Organische verbindingen reageren, bij een volledige verbranding, met dizuurstof tot kooldioxide en waterdamp, waterstof oxideert tot waterdamp.
Bij een tekort aan zuurstof is de verbranding onvolledig. Er ontstaat dan minder kooldioxide en in plaats daarvan ontstaat koolmonoxide. De reactievergelijking voor aardgas is dan: 2 CH4 + 3 O2→ 2 CO + 4 H2O.
Bij het verbranden van aardgas komt energie (warmte), water (H2O) en CO2 (koolstofdioxide) vrij. De chemische formule is als volgt: CH4 + 2O2 –> 2H2O + CO2.
Koolstofmonoxide komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen zoals gas, hout, mazout, kolen en petroleum indien er onvoldoende zuurstof aanwezig is.
Verbranding is een scheikundig proces. Het is een afbraakproces. Voor verbranding in de cellen van het lichaam van mens en dier en plant zijn nodig een brandstof (Glucose) en zuurstof (O2). Bij verbranding komen koolstofdioxide (CO2) en water (H2O) en energie vrij.
Bij een ondiepe verbranding (tweedegraads verbranding): een rode, pijnlijke, soms glanzende huid met blaren. Bij een diepe of volledige verbranding (derdegraads verbranding): een droge, wit perkamentachtige huid of juist een zwarte kleur. Het doet nauwelijks pijn.
Bij een eerstegraads brandwond is de (opper)huid nog niet beschadigd. De huid is rood, droog, pijnlijk en soms wat gezwollen. Denk bijvoorbeeld aan een in de zonverbrande huid. Bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond is de huid beschadigd.
Zo is 1 m3 aardgas gelijk aan ongeveer 1,78 kg CO2-uitstoot. 1 kWh stroom is circa 0,37 kg CO2-uitstoot. In Nederland was in 2022 de CO2-uitstoot 158 megaton CO2-equivalent. Dit is 8 procent lager dan in 2021 en 31 procent lager dan in 1990.
Gas verbranden stoot CO2 uit
Aardgas zorgt nog steeds voor een hoge CO2-uitstoot tijdens het verbrandingsproces, en is zeer schadelijk voor het klimaat. Dit broeikasgas houdt namelijk de warmte van de aarde vast in de atmosfeer, waardoor de aarde opwarmt.
Koolmonoxide (CO) is een levensgevaarlijk gas dat ontstaat bij onvolledige verbranding van bijvoorbeeld aardgas, hout of benzine. Het is vooral zo gevaarlijk omdat het niet te ruiken, proeven of zien is. Daarom wordt het ook wel de stille sluipmoordenaar genoemd.
Koolmonoxide (CO) ontstaat door een combinatie van onvolledige verbranding van bijvoorbeeld aardgas of hout en onvoldoende ventilatie. Het is een zeer giftig gas dat 250 maal sneller in het bloed wordt opgenomen dan zuurstof. Als gevolg hiervan neemt het lichaam steeds minder zuurstof op.
De energie (in de vorm van warmte) die vrijkomt bij de verbranding van 1 kubieke meter brandstof wordt de verbrandingswarmte genoemd. bedoeld die, bij constante druk en onder standaardcondities, vrijkomt bij de verbranding van 1 mol brandstof, onder vorming van de hoogste oxiden. (Dus CO2, niet CO bijvoorbeeld.)
Onvolledige verbranding vindt plaats als er niet voldoende zuurstof bij het vuur komt. Kijkend naar vuur is dit makkelijk te herkennen: gele vlammen betekenen onvolledige verbranding en blauwe volledige verwarming.
aardgas + zuurstof = water + koolstofdioxide
Als er niet genoeg zuurstof aanwezig is, krijg je een onvolledige verbranding. Bij aardgas is de vlam geel bij een onvolledige verbranding. Er komen dan andere reactieproducten vrij.
Aardgas bestaat voornamelijk uit methaan, stikstof, ethaan, propaan, butaan en kooldioxide (CO2). Methaan, ethaan, propaan en butaan zijn verbindingen van koolstofatomen (C) en waterstofatomen (H). Samen heten ze koolwaterstoffen.
Broeikasgassen zorgen ervoor dat warmte wordt vastgehouden en daardoor stijgt de temperatuur op aarde. Zonder broeikasgassen zou de aarde ijskoud zijn, maar met teveel broeikasgassen wordt het juist te heet. De toename van CO2 komt vooral door de verbranding van aardolie, aardgas en steenkool.
CO2 geldt als het bekendste en meest aanwezige broeikasgas. Broeikasgassen houden de warmte van de aarde vast waardoor de aarde opwarmt. De opwarming van de aarde leidt nu al tot smelten van ijs op de noord- en zuidpool. Het waterniveau zal oplopen, klimaten veranderen en het weer wordt extremer.
Bij een derdegraads brandwond zijn zowel de opperhuid als de lederhuid volledig beschadigd tot in het onderhuids vetweefsel. Een derdegraads brandwond is wit, beige/bruin of zwart, droog en leerachtig en de wond is nauwelijks pijnlijk omdat de zenuwen zijn aangetast.
De huid bevat ook haren, talg en zweetklieren. Brandwonden kunnen we onderverdelen in oppervlakkig tweedegraads, diep tweedegraads, mengverbranding en derdegraads.
brandwond. Bij een eerstegraads verbranding is de kleur van de (opper)huid naar rood of roze veranderd.De verbranding is droog, kan pijnlijk zijn en is soms opgezwollen. Het is te vergelijken met een ontstekingsreactie.
Verbrandingsformule = brandstof + zuurstof water + koolstofdioxide + zuurstof. Indicator is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen. De indicator van koolstofdioxide (co2) is helder kalkwater. Je moet de verbranding in cellen kunnen beschrijven en het verband met lichamelijke activiteit kunnen uitleggen.
Voor een verbranding zijn nodig: een brandstof, zuurstof en de ontbrandingstemperatuur.