Ransuilen broeden vaak in halfopen (natuur)gebieden, waar ook veel campings zijn te vinden. Je hoort ze 's nachts al van ver met hun typische hoge, piepende, bijna klagende aanhoudende geluid. Ransuilen zijn tijdens de zomer zo luidruchtig omdat de uilskuikens hun nest verlaten en door de omgeving gaan zwerven.
Door de rode vos (Vulpes vulpes) krijg je het idee dat Jack the Ripper de straten onveilig maakt. De roep van deze wilde stadsbewoner lijkt soms eng veel op het schreeuwen van mensen.
Hij ontdekte onder meer dat de overtrekkende roerdomp 's nachts totaal anders klinkt dat een roerdomp overdag. In Vroege Vogels laat Joost van Bruggen een heel palet aan geluiden van zijn 'nachtvogels' horen. Van overtrekkende koperwieken tot de woudaap en de dodaars.
Karakteristiek ratelend geluid dat van ver te horen is. Vrijwel alleen in het donker (of diepe schemer) en in de broedtijd te horen: "Tjurrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr.... urrrrrrrrrrrrrr" Slaat ook met vleugels tegen elkaar tijdens de balts. Als de man een vrouwtje ziet, vertraagt de ratel.
Geluid. Laag fluitende baltsroep, wel echt uilachtig,"kiew-kiew-kiew". Verder veel andere roepen.
In broedtijd scherpe, gierende geluiden.
Er zijn onder de zangvogels notoire nachtzangers. Zoals natuurlijk de nachtegaal; maar ook rietzangvogels en de roodborst zingen vaak 's nachts. Al heel vroeg, vaak al twee uur vóór zonsopkomst beginnen zanglijsters en merels te zingen, niet toevallig vogelsoorten met grote ogen.
Wanneer een marter angstig is of opgewonden, maakt hij grommende of schreeuwende en fluitende geluiden. Wanneer er onderling confrontaties zijn, zoals in bovenstaande filmpje, gaat de steenmarter krijsen als een kat of grote vogel (papegaai).
Echo is een liervogel. Deze soort staat erom bekend dat ze heel goed geluiden kunnen nabootsen. Volgens een dierentuinmedewerker begon het dier een jaar geleden het geluid van huilende baby's na te doen.
Als je 's avonds heel stil bent, kun je ze mogelijk horen keffen en schreeuwen. Dat is om hun territorium af te bakenen of om een partner te roepen. Vossen zien er in de ranstijd ook op hun mooist uit. Ze zitten dik in hun vacht zijn prachtig rood.
Ze zijn de frustratie voor menig beginnend vogelaar: piepers! Het zijn kleine, bruine, onopvallende en vliegensvlugge vogels. Sommige soorten lijken ergerlijk veel op elkaar. De twee meest algemene in Nederland zijn graspieper en boompieper.
Geluid. Kenmerkend getsjilp, in veel variaties. Diverse minder bekende, maar toch kenmerkende roepen.
Om in het donker op insecten te kunnen jagen, maken vleermuizen slim gebruik van echolocatie: ze maken met hun stembanden korte piepjes en luisteren of deze terugkaatsen (echoën) van objecten en insecten in de ruimte om hen heen.
Een kort geluid dat lijkt op het blaffen van een kleine hond. Meestal te horen tijdens het spelen, of bij schrik/verrassing en waarschuwing / verdediging. Door volwassen dassen voornamelijk gebruikt om soortgenoten te waarschuwen, doorgaans bij de verdediging van voedsel of bij het afweren van een naderende das.
Zo zien de meeste rupsen en veel webspinnen slecht, ongeacht of ze overdag of 's nachts actief zijn. Bekende nachtdieren met slechte ogen zijn veel nachtvlinders, maar ook de egel en het everzwijn, dat zeker in de ochtendschemering ook actief is.
Ander ongedierte dat u soms aantreft is een bruine rat. Zijn uitwerpselen zijn stomp en pinda vormig en gemiddeld twee centimeter lang. Andere knaagdieren die veelvuldig op zolder voorkomen zijn de zwarte rat en de eekhoorn. Van die eerste zijn de uitwerpselen banaanvormig, puntig en ongeveer 1,5 centimeter lang.
Terwijl hij overdag zingt om indringers te alarmeren, gaat hij 's nachts verder om een vrouwtje te lokken. De luidste, snelste zanger die op de hoogste tak zingt, heeft meer kans op paren. Zodra hij een partner gevonden heeft, stopt de nachtegaal met zijn nachtelijk gezang.
Geluid. Man roept in broedtijd een laag en ritmisch "boe-boe-boe-boe-boe-boe-boe". Wordt zelden gehoord.
Dwergooruilen zijn nachtdieren die overdag bijna nooit gezien worden. Tussen zonsondergang en zonsopgang laten ze met tussenpozen van 3½ seconden een monotoon 'tju' horen. Omdat ze steeds met hun kop draaien is moeilijk vast te stellen waar het geluid vandaan komt.
Geluid. Zang met kanarieachtige trillers en een nasaal "tsjwèèè…".
In de schemering verzamelen de vogels zich en vliegen naar een hoogte van 3 km of meer, waar ze slapen, zwevend in de lucht.
Geluid. Kwetterende, zeer snelle zang bij nest en in vlucht.