In principe hebben alle teams echt maar twee F1-auto's waarmee ze racen. Deze gaan na elke race helemaal uit elkaar en worden in verschillende kisten opgedeeld. Per vliegtuig of per vrachtwagen (afhankelijk van de bestemming) worden de auto's naar het volgende circuit vervoerd.
Een dozijn vrachtwagens vervoeren de auto's, reserve onderdelen en elektronica. Om alle spullen die de Formule 1 gebruikt zijn circa 300 vrachtwagens nodig om het van de ene race locatie naar de andere te brengen. De tijdsdruk kan soms enorm zijn. De races liggen ontzettend kort op elkaar.
Formule 1-auto's zijn uitgerust met een halfautomatische versnellingsbak. De coureur verandert de gekozen versnelling door middel van "flippers" achter het stuur. De aandrijving is op de achterwielen. Een moderne koppeling in een Formule 1-auto bestaat uit meerdere koolstofplaten met een massa van maar 1 kg.
900°-rotatie
Dankzij de 900°-stuurwielrotatie van uitslag tot uitslag van de Driving Force kun je het stuur tweeënhalf keer draaien. Je kunt dus dezelfde stuurbewegingen maken als in een echte auto.
Op de achterkant vind je de koppeling en de schakelflippers van de Formule 1-auto. De koppeling wordt bij de start van een Formule 1-race gebruikt om vanuit stilstand weg te komen als de lichten uitgaan. Met de rechter schakelflipper schakelt de coureur op en met de linker schakelflipper schakelt de coureur terug.
Verplicht onderdeel van de bolide
Ondanks het feit dat de teams dus geen groot fan zijn van het systeem, zijn ze wel verplicht om deze in te bouwen. In Artikel 9.7 van de technische reglementen van de Formule 1 staat namelijk geschreven dat een bolide altijd een achteruit-functie moet hebben.
Een Formule 1-wagen trekt makkelijk op tot 300 km/h, maar omdat de coureur wordt blootgesteld aan enorme g-krachten kan hij de bochten meestal niet met die snelheid nemen. In een bocht op de baan in Istanbul kan een coureur bijvoorbeeld te maken krijgen met 5,5 g in zeven seconden als hij de bocht neemt met 285 km/h.
Een aantal voorbeelden van onderdelen zijn: het stuur (± 55.000 euro), een setje banden (1.500 tot 2.000 euro), een hydraulisch systeem (160.000 tot 200.000 euro), transmissie (± 210.000 euro), koelsysteem (± 180.000 euro) en het hele bodywerk van de Formule 1-auto, meestal gemaakt van het lichtgewicht materiaal carbon ...
De F1-pole werd in 2019 genoteerd door Valtteri Bottas in 1.32.029, met een gemiddelde snelheid van 206,347 kilometer per uur. Formule 1-bolides accelereren in zo'n 2,6 seconden van 0 naar 100 kilometer per uur en bereiken in 10,6 seconden een snelheid van 300 kilometer per uur.
V6 ICE. Elke race begint hier. De huidige regelgeving specificeert een 1600cc 6-cilinder motor met 2 rijen van 3 cilinders in een V-vorm.
In een F1-bolide zitten twee pedalen: het rempedaal en het gaspedaal.
Het klinkt makkelijk: pedaal nummer een is gas, pedaal nummer twee is de rem.
Chassis, maar vooral motor en transmissie zijn de duurste onderdelen. De prijs voor elk van de drie toegelaten eenheden per seizoen wordt geraamd op ongeveer 10 miljoen euro. Wie de prijs van een huidige raceauto op 12 tot 15 miljoen schat, zit er dus niet ver naast.
Tegenwoordig moet de brandstof in de Formule 1 voorzien zijn van 10 procent ethanol (beter bekend als E10), waardoor deze duurzamer wordt. De auto's verbruiken ongeveer 135 liter brandstof per Grand Prix, wat een derde minder is dan de V8-motoren verbruikten.
De tanks moeten direct achter de coureur en voor de motor worden geplaatst. Dat verklaart ook waarom één zijde van de brandstoftank uit een Formule 1-auto rond is, want hier begint het stoeltje van de coureur. De tanks die in de F1 worden gebruikt komen allemaal bij één bedrijf vandaan: Aero Tec Laboratories.
De monocoque is het gedeelte van een raceauto waarin de coureur zich bevindt, dat uit één deel bestaat. Zie ook Monocoque. De accommodatie van een team tijdens een race, vooral gebruikt in de Formule 1.
Het is bijna onmogelijk om een echte Formule 1-auto te kopen. Maar liefhebber Ron Reinders, die ook actief is in de autosportwereld, kreeg het toch voor elkaar en is inmiddels een echte handelaar op dit gebied en maakt het zo alsnog toegankelijk.
Hoeveel pk heeft een Formule 1 auto? Hoeveel pk's iedere F1 auto precies heeft is niet bekend, maar aan een slordige 1.000 pk kan je zeker denken. Het minimale gewicht van de power unit is wel opgenomen in de reglementen: in 2021 is dat 150 kilo.
Dat bleek begin vorig jaar, toen ze over twee richtingen een gemiddelde snelheid van 455,3 km/u wisten te klokken. Dat was genoeg om het record van de Koenigsegg Agera RS te verbreken. Dat stond namelijk op 447,19 km/u. Zodoende mag de SSC Tuatara zich alsnog de snelste auto ter wereld noemen.
Wat kost een F1-helm? Een Formule 1-helm kost tussen de €4000 en €7000, zo meldde Verstappen.com in 2020. Een coureur draagt gemiddeld twaalf verschillende helmen per seizoen. Coureurs betalen hun helmen echter niet zelf.
Het salaris ligt tussen de 35.000 en 70.000 euro per jaar en dat staat in schril contrast met de enorme salarissen van de coureurs. Maar werken als Formule 1-monteur biedt een scala aan onbetaalbare voordelen.
Zo kost één enkele neusvleugel zo'n 140.000 euro en betaal je voor een stuur, dat tegenwoordig een high tech-computer is, bijna 50.000 euro. De versnellingsbak en power unit (die vandaag de dag bijzonder klein is) zijn nog waardevoller.
Het lijkt onmogelijk, maar door de aerodynamische karakteristieken van de F1-wagens is het wel degelijk mogelijk. De reden dat Formule 1-bolides ondersteboven kunnen rijden, zit hem in de enorme hoeveel downforce die gegenereerd wordt door vleugels, maar ook door bijvoorbeeld de diffuser onder de auto.
MotoGP-fietsen zijn in rechte lijn sneller dan Formule 1-auto's.
Door de downforce in combinatie met de motor is de topsnelheid van een Formule 1-wagen echter veel hoger dan die van een Formule E-wagen. De topsnelheid in de elektrische raceklasse is 280 kilometer per uur, terwijl een F1-bolide de 360 kilometer aan kan tikken op eigen kracht.