Dassen zijn onderdeel van de familie marterachtigen (Mustelidae) en hierdoor verwant aan onder andere wezels, nertsen, marters, bunzingen, otters. Deze diersoorten hebben lange lijven, korte poten en sterke geurklieren, voor communicatie en ter verdediging. Hun bouw is heel geschikt om deels onder de grond te leven.
De das heeft een grote, brede kop en een zwaargebouwd gedrongen lichaam. Hij heeft korte poten en een korte, brede, bossige staart. De rug en de flanken hebben een zwart-witte vacht en de onderzijde is geelwit. De kop is wit met twee brede zwarte strepen.
Per worp krijgt een dassenvrouwtje één tot vijf jongen. De jongen zijn blind en roze, met een dunne grijze vacht. Na vijf weken gaan de ogen open en na vier tot zes weken komt het melkgebit door. Als de dassen twaalf weken oud zijn, hebben ze hun volwassen gebit.
De das heeft in Nederland geen natuurlijke vijanden meer. Van oorsprong is de wolf een vijand van de das. De hond is een ver familielid van de wolf, daarom is het niet wenselijk dat honden de burcht betreden.
De das ziet geen kleuren, alleen maar in zwart-wit en grijstinten, en kan alleen binnen een relatief korte afstand scherp zien. Contrasten ziet hij des te beter. Hij ziet een silhouet al op 50 meter afstand. De das kan goed horen, de lage tonen ongeveer net zo goed als een mens, maar de hoge tonen vele malen beter.
Dassen zijn alleseters. Ze zijn slechte jagers en eten wat ze tegenkomen. Ze eten voornamelijk regenwormen die ze 's nachts in weilanden en open gebieden opsporen. Verder eten ze bosvruchten, gevallen fruit, noten, eikels, knollen, maïs, koren, paddenstoelen, knaagdieren, slakken, kevers en andere geleedpotigen.
Hij kan dan een snelheid bereiken van 25 - 30 km per uur. Dit houdt hij echter niet lang vol. Dassen kunnen goed zwemmen maar vermijden liever een nat pak. Ze zwemmen op dezelfde wijze als een hond.
Verjagen, verstoren, doden of iets dergelijks is verboden. Voorkomen dat ze in je tuin komen is het enigste wat je kunt proberen. Dassen zijn echter sterke dieren en kunnen uitstekend graven. De tuin volledig afsluiten door middel van een hek zou een optie kunnen zijn.
Tijdens het zoeken naar voedsel lopen ze onverstoorbaar tussen het vee regenwormen te zoeken, en keren ze koeienvlaaien om op zoek naar mestkevers. Dassen hebben wel een enorme hekel aan vee dat over de dassenburcht loopt.
Dassen maken een aantal verschillende geluiden. Van een 'tjirp' (een zacht vogelachtig geluid), een spinnend 'purr' (van een moeder naar haar kleintjes) tot de herhalende kreet die we via de beelden van Molenaar hoorden.
minder dassen op een burcht zitten kunnen ze onmogelijk alle holen openhouden. Deze raken na verloop van tijd zo vol met blad, takken en zand dat ze niet meer als hol te herkennen zijn. Er rest vaak slechts een enorme stortberg, een bult in het landschap, als teken van betere tijden.
Grootte en kleur: Deze handgeschilderde Honey Badger-figuur is meestal donkerbruin, met zwarte ogen, een zwarte neus, een roze mond en crèmekleurige klauwen.
Het zicht van dassen is erg slecht. De dieren ruiken echter des te beter. De das is vooral 's nachts actief in een groot gebied. Hun territorium kan namelijk wel 50 hectare groot zijn.
Slapen. 's Winters verblijven dassen veel langer in hun burcht. Ze teren dan grotendeels op hun vetreserves die ze in de herfst hebben opgebouwd. Ze houden geen winterslaap, maar slapen vaak wel dagen achtereen in hun riante ondergrondse onderkomens.
Hoe smaakt das? Een beetje als wild zwijn.
Ze maken vaak putjes in de grond waarin ze poepen. Ze plassen er ook wel in, of zetten er een excreet in af, afkomstig uit een klier aan het achterwerk. De inhoud van de zulke putjes levert waarschijnlijk een geursignaal ter afbakening van het territorium. De putjes houden de inhoud geconcentreerd.
Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel. Alle mannelijke nakomelingen tussen deze kruisingen zijn onvruchtbaar.
Een mannetjesleeuw heeft per dag ongeveer 7 kg vlees nodig. Een vrouwtjesleeuw heet een leeuwin, de jongen zijn welpen. De brul van een leeuw is tot wel 8 km verder hoorbaar.
Vrouwelijke geiten worden geit of mieke genoemd, mannelijke dieren een bok en de jongen lam.
Elke das heeft zijn eigen luchtje, dat ruikt naar 'musk'. Dassen die familie zijn wrijven zich vaak tegen elkaar aan. Ze gaan dan allemaal een beetje naar elkaar ruiken.
Klimmen kan een das wel, maar niet zo goed. Zwemmen kan hij ook, maar dat doet hij niet graag vrijwillig.