Bij portretten is het altijd mooi een grote diafragma-opening te gebruiken. Dit betekent dat je een zo laag mogelijk f-getal hanteert, bijvoorbeeld iets tussen f/2.8 en f-5.6.
Voor een portretfotografie kun je je camera het beste instellen op 1/250 seconde. Personen bewegen nu eenmaal. Wil je een foto maken van een spelend kind, een sporter of een beweeglijk hier, dan kun je je sluitertijd het beste instellen op 1/1000 tot 1/1250 seconde.
Diafragmavoorkeuze (A- of Av-stand) is het populairste belichtingsprogramma onder portretfotografen. Wanneer je deze stand gebruikt hoef je alleen maar zelf het diafragma te kiezen, de camera bepaalt dan zelf de bijpassende sluitertijd. Diafragmavoorkeuze geeft directe controle over de scherptediepte.
De grootte van de diafragmaopening bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt. Wanneer je 's nachts foto's maakt, kies je het liefst voor een groot diafragma omdat er weinig licht is. Ik fotografeer 's avonds liever vanaf een statief. Ik kies voor een lage ISO en een diafragma van ongeveer F/11.
Een objectief met vast brandpunt is populair bij portretfotografen. Ze zijn lichtsterk en hebben over het algemeen een groot diafragma opening die zelfs tot f/1.2 kan gaan. Zo krijg je een mooie scherptediepte en bokeh effect. De klassieke portretlenzen van 50mm en 85mm zorgen voor een natuurlijk perspectief.
Over het algemeen heeft een portretlens een brandpuntsafstand tussen de 50 en 135 millimeter. Deze lengte van de lenzen zijn handig en maken de mooiste foto van een persoon.
Brandpuntsafstanden die prima gebruikt kunnen worden voor portretfotografie liggen tussen de 50 en de 135mm. In dit geval is er een mooie balans tussen vertekening en compressie van het gezicht. De meest populaire portretlenzen zoals de 85mm, 90mm en 105mm liggen dan ook halverwege dit bereik.
Er is geen gouden regel die altijd werkt, maar je kunt uit gaan van de volgende startpunten: 2 rijen mensen: f/5.0. 3 rijen mensen: f/6.3. 4 rijen mensen: f/8.0.
Maak je een portret van je hond als hij op één meter afstand staat, dan heb je misschien wel diafragma f/8 nodig om zijn hele kop scherp te fotograferen. Staat hij op vier meter afstand, dan lukt dat misschien al met f/2.8.
Welke combinatie je ook kiest, de belichting is elke keer exact gelijk. Draai het diafragma open (kleiner diafragmagetal) en je moet evenredig corrigeren met de sluitertijd (korter). Draai het diafragma verder dicht (groter diafragmagetal) en de sluitertijd moet evenredig langer worden.
Zet je camera op één scherpstelpunt om te voorkomen dat je niet goed scherpstelt. Richt deze via de knoppen op je camera op een van de ogen. Wanneer je flitst, werk je met een hoger diafragma, waardoor er meer scherp is van voor naar achteren en heb je minder het probleem dat er niet goed scherpgesteld is.
sluitertijd = 1 / [brandpuntsafstand * cropfactor]
Op veel camera's kun je de sluitertijd instellen van zo'n 1/4000 tot 30 seconden. Het verschilt soms wat per camera.
Een lens voor portretfotografie heeft meestal een brandpuntsafstand van meer dan 85 mm, zoals de Canon RF 85mm F2 MACRO IS STM. Deze lens is voorzien van een lichtgewicht constructie en 5-stops beeldstabilisatie voor perfecte portretfotografie vanuit de hand.
Wie op een foto afgebeeld staat, kan zich soms beroepen op het zogenaamde 'portretrecht'. Dat houdt in dat in sommige gevallen de foto niet mag worden gepubliceerd zonder de toestemming van degene die op de foto staat. Het portretrecht geldt ook voor andere soorten afbeeldingen, zoals tekeningen en schilderijen.
Hoe lager het getal, hoe groter het diafragma en hoe kleiner de scherptediepte is. Er is een kleiner gebied scherp. Hoe groter de opening, des te meer licht er op de sensor valt.
Je f-waarde is namelijk de verhouding tussen je brandpuntsafstand en de diameter van het diafragma: f = brandpuntsafstand : diameter diafragma. Dus bijvoorbeeld: je fotografeert met een lens van 120mm, en de diameter van je diafragma is 15mm, dan krijg je f = 120 : 15 = 8.
Het diafragma regelt hoeveel licht er op de sensor valt, de sluitertijd hoe lang het licht op de sensor valt en de ISO hoe gevoelig de camera is voor deze hoeveelheid licht.
Stel het diafragma van de camera in op een waarde van f/8 tot f/11. Hiermee zorg je dat er genoeg scherptediepte in de foto zit om iedereen scherp vast te leggen. De camera heeft namelijk tijd nodig om alle personen scherp op de foto te zetten.
De vuistregel is simpel: hoe kleiner het diafragma (ofwel, hoe hoger het f-getal), des te groter de scherptediepte. Zo geeft f/16 je bijvoorbeeld een grotere scherptediepte dan f/4. Dit komt omdat via een kleiner diafragma een kleinere lichtbundel de sensor kan bereiken vanaf een willekeurig punt op het onderwerp.
Een lens die diversiteit en functionaliteit biedt, het bereik maakt de 24-70 mm lens een opmerkelijke metgezel voor een breed scala aan fotoshoots. Van groothoekopnamen tot close-upportretten en alles daartussenin, deze lens is er een waar veel fotografen meteen voor springen.
Het grote voordeel van primelenzen is dat ze lichtgevoeliger zijn. Het diafragma is veel groter en zorgt voor een kleinere scherptediepte. Daarnaast is de algemene beeldkwaliteit beter omdat de lens geoptimaliseerd is voor een specifieke brandpuntsafstand.
Met een telelens kun je amper fatsoenlijke groepsfoto's nemen. Kies dus eerder voor een groothoek of gebruik de kitlens die bij je camera kwam. Vaak is een gebied ergens tussen de 18 en 35mm een prima uitgangspunt. Ook met wat minder scherptediepte zijn leuke groepsfoto's te maken.