Opname gebeurt meestal pas met een BMI onder de 16! Maar als je BMI zo laag is heeft dat niet alleen te maken met het 'te dun zijn', maar met het slechter functioneren van je organen e.d.. Je wordt opgenomen als de gevolgen van je (onder)gewicht levensbedreigend zijn geworden.
U kunt bij ons om veiligheidsredenen niet geopereerd worden bij een BMI boven de 35. Indien u een BMI tussen de 30 en 35 heeft, zal de plastisch chirurg (evt. in overleg met de anesthesioloog) bepalen of een ingreep voor u verantwoord en veilig is.
Bij volwassenen (≥ 18 jaar) wordt gesproken van ondervoeding wanneer er sprake is van: • onbedoeld gewichtsverlies van meer dan 10% in de laatste 6 maanden; • of meer dan 5% in de laatste maand; • of bij een Body Mass Index (BMI = gewicht / lengte² )< 18.5 kg/m² OF < 20 kg/m² bij ouderen boven de 65 jaar.
Ze kijken NIET naar het BMI (wel een beetje), maar vooral hoe ernstig de situatie is. Ook is het niet zo dat je MOET worden opgenomen maar als je te licht bent moet je zelf naar het ziekenhuis gaan/naar de dokter. Opname gebeurt meestal pas met een BMI onder de 16!
Iemand heeft ondergewicht bij een BMI onder de 18,5 kg/m2. Wil je aankomen of ben je ongewenst afgevallen? Maak dan een afspraak met je huisarts om dit te bespreken. Is je BMI veel te laag (lager dan 17 kg/m2), neem dan in elk geval contact op met je huisarts om de mogelijke oorzaak vast te stellen.
Patiënten met een BMI < 18.5 hebben een grote kans (chronisch) ondervoed te zijn en patiënten met een normale of hoge BMI kunnen door recent gewichtsverlies toch ondervoed zijn. Bij ouderen ≥ 65 jaar gelden vanwege een afnemende lichaamslengte andere afkapwaarden en wordt een BMI ≤ 20 als risicovol beschouwd.
Voedingsondersteuning moet worden overwogen bij mensen die ondervoed zijn, zoals gedefinieerd door een van de volgende criteria: een BMI van minder dan 18,5 kg/m2. onbedoeld gewichtsverlies van meer dan 10% in de afgelopen 3-6 maanden. een BMI van minder dan 20 kg/ m2 en onbedoeld gewichtsverlies van meer dan 5% in de afgelopen 3-6 maanden.
Indicaties voor sondevoeding
Indicaties zijn: niet voldoende kunnen eten en drinken, bijvoorbeeld vanwege misselijkheid of slikstoornissen. niet mogen eten en drinken, bijvoorbeeld vanwege een grote operatie in het maag-darmkanaal of fistel (niet natuurlijke tunnel) in het darmkanaal.
Een BMI lager dan 18.5: ondergewicht. Een BMI vanaf 18.5 tot 25: normaal. Een BMI vanaf 25 tot 30: overgewicht. Een BMI hoger dan 30: obesitas.
Je streefgewicht hoeft niet veel lager te liggen dan je huidige lichaamsgewicht. Een gewichtsverlies van 5 tot 10% van je huidige lichaamsgewicht zorgt al voor gezondheidswinst. Om je streefgewicht te bereiken en op de lange termijn te behouden, raden we aan om niet meer dan ongeveer 0,5 kilo per week af te vallen.
Tel daar een kilo per centimeter lichaamslengte bij op. Neem voor spiermassa, lichaamstype en genetische eigenschappen een marge van 10 procent naar boven en naar beneden. Binnen dit spectrum is je gewicht gezond. Dus als je bijvoorbeeld 1.60 meter lang bent, dan ligt je gezonde gewicht tussen de 54 en 66 kilo.
Iemand heeft ernstig overgewicht bij een BMI van 40 of meer, of een BMI vanaf 35 in combinatie met gezondheidsproblemen. Vaak is er geen goede balans in de energiehuishouding en is het energiegebruik groter dan het energieverbruik. Dit komt doordat er te weinig lichamelijke activiteit is.
Mensen met een te hoog BMI hebben een hogere kans op wondinfecties na de operatie en op andere problemen met de wondgenezing. Bij ernstig overgewicht is het geven van narcose moeilijker en onveiliger.
Laparoscopische verstelbare maagband met de Lap Band® is ook door de FDA goedgekeurd voor gewichtsverlieschirurgie bij mensen met een BMI van 30 tot 35 die minstens één obesitasgerelateerde aandoening hebben . Gewichtsverlieschirurgie wordt als veilig beschouwd, maar zoals veel soorten chirurgie brengt het risico's met zich mee.
Hoewel niet sterk, suggereren de beste beschikbare gegevens dat ernstig zieke patiënten binnen 48 uur na intubatie moeten beginnen met enterale sondevoeding, indien mogelijk. Het gebruik van parenterale voeding moet worden beperkt in de eerste 6 dagen en mag niet worden gebruikt om de calorie-inname te verhogen.
Misselijkheid en diarree zijn de meest voorkomende complicaties. Daarna volgen ongemakken veroorzaakt door een verstopte sonde. Waar misselijkheid en diarree voorbeelden zijn van lichamelijke complicaties is een verstopte sonde een zogenaamde functionele complicatie.
Extra calorieën die u binnenkrijgt via sondevoeding kunnen leiden tot gewichtstoename en groei , meer energie en een beter zelfbeeld, een betere longfunctie en een betere weerstand tegen infecties.
Conclusie: Bij personen die door screening zijn geïdentificeerd als risicovol op ondervoeding, moet de diagnose van ondervoeding gebaseerd zijn op een lage BMI ( <18,5 kg/m(2)) , of op de gecombineerde bevinding van gewichtsverlies samen met een verlaagde BMI (leeftijdsspecifiek) of een lage FFMI met behulp van geslachtsspecifieke grenswaarden.
Baby's jonger dan drie maanden, zijn het meest gevoelig voor snelle uitdroging en ondervoeding. Binnen 24 uur kunnen kinderen onder de twee uitdrogen. Uitdroging en ondervoeding ontstaan soms ongemerkt. In dat geval wordt gesproken van 'stille ondervoeding'.
Wanneer is ondergewicht levensbedreigend? Een BMI van onder de 17 wordt al ervaren als zeer gevaarlijk. Levensbedreigend is het als jouw BMI nog een stuk lager blijkt te zijn. Het is dan zeer belangrijk om stappen te gaan nemen in jouw voeding.
Er werd gekeken naar verbanden tussen BMI en sterfgevallen met verschillende oorzaken. Mensen van alle leeftijden met ondergewicht (een BMI van 18,5 of lager) bleken 1,8 keer zo veel kans op overlijden te hebben als mensen met een gezond gewicht (een BMI tussen 18,5 en 25,9).
Het geval van een 29-jarige vrouw met een BMI van 7,6 kg/m² werd in 1990 gerapporteerd [34]. Het lijkt erop dat de body mass index van een levend persoon niet lager kan zijn dan dat. Een review van studies en klinische gegevens onthulde dat de laagste BMI-waarde ooit geregistreerd bij AN-patiënten 6,7 kg/m² was.