Het Nederlandse deel van de Noordzee bevat zo'n 145 soorten vis, inclusief diverse soorten haaien en roggen. Er zwemt vooral veel kabeljauw, haring, platvis en makreel rond.
Op de bodem van de diepzee
Tot ongeveer 1.000 m diepte is er veel leven in zee: bijvoorbeeld kreeften, sponzen, koralen en koraalriffen. Langs de hellingen daar de diepzee treffen we haaien en roofvissen aan, maar op de bodem van de oceaan lijkt alles zo doods als een woestijn.
Er zijn extreem giftige vissen, vissen die wel 3 meter in de lucht kunnen springen, sommige hebben ingebouwde glow-in-the-dark en eentje legt 300.000.000 eitjes per keer. Maar er leeft nog veel meer in de zee en rivieren: zeenaaktslakken, walvissen, krabben, kreeften, plankton, kokerwormen...
Sterker nog, er zijn maar 2 zoogdieren die niet kunnen zwemmen: Giraffen, maar die zijn zo lang dat ze niet snel in de problemen komen, en mensapen, maar die kunnen het wel leren, denk maar aan mensen! O ja, Nijlpaarden zwemmen ook niet echt, die lopen over de bodem!
In zee wordt het overgrote deel van het plantenleven gevormd door vrij in het water zwevende, meest microscopisch kleine algen: het fytoplankton. Alleen op de delen van de zeebodem waar voldoende daglicht kan doordringen, komen planten voor die op een vaste plaats groeien: wieren en zeegras.
Veel dieren waar je het niet direct van verwacht, kunnen prima zwemmen waaronder varkens, olifanten, neushoorns en kangoeroes.
Verspreiding en leefgebied
De vis komt voor in de Atlantische Oceaan, Noordzee, Oostzee, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee boven het continentaal plat. In de zomer komen de vissen dicht bij de kust en trekken dan naar het noorden. In de winter bevinden ze zich in diepere wateren.
Vele dieren van de Noordzee leven op, in of net boven de (zand)bodem. Denk maar aan platvissen, wormen, garnalen en zeesterren. Andere dieren zwemmen in het water: vissen zoals de kabeljauw, kwallen, zeepaardjes, dolfijnen en soms eens een walvis. Wieren en algen zijn de planten van de zee.
Murenen kunnen tot twee meter lang worden. De meeste tijd leven ze in holtes en grotjes. Ze hebben een beschermend slijm op hun lichaam dat bij aanraking giftig is.
Bij recreatief duiken kun je maximaal tot 40 meter diep duiken. Als basisduiker in open water is de limiet voor hoe diep je kunt duiken 18 meter. Als je dieper wilt duiken, adviseren we je om eerst een duikcursus voor gevorderden te volgen.
1. Blobvis. De Blobvis, ook wel bekend als het lelijkste dier ter wereld. Naast lelijk is de blobvis ook nog eens lui, hij zwemt niet, maar zweeft een beetje over de bodem van de zee terwijl hij alles wat levend is opslokt.
Haaiensoorten die je als mens maar beter niet tegen kunt komen zie je eigenlijk nooit in de buurt van Nederland. Die leven vooral in tropische wateren. De meest algemene haaien die in de Noordzee zwemmen zijn klein van stuk. Nu en dan worden ook grotere soorten gezien, zoals de reuzenhaai.
Leefgebied. De witte haai leeft vooral in koude en meer gematigde zeeën en in alle grote oceanen, van de Atlantische tot de Grote Oceaan en leeft voornamelijk in water met een temperatuur tussen de 12 en de 24 graden.
Het beste antwoord. Er zijn zeker giftige vissen. Bijvoorbeeld de blowfish, een kogelvis die zich bij gevaar opblaast. De vis wordt wel in Japan gegeten, zonder giftige organen via een speciale bereidingswijze.
De tijger is ook dol op water. Op warme dagen liggen ze graag in het water (in het wild maar ook in dierentuinen, dus water is een vereiste in een tijgerverblijf) en indien mogelijk zwemmen ze ook graag een paar baantjes. Het gebeurt regelmatig dat een tijger zijn prooi in het water pakt.
Net als katten houden leeuwen niet van zwemmen. Soms springen zij wel in het water voor verkoeling of om te vluchten uit een gevaarlijke situatie, maar dat gebeurt niet vaak. Mocht je ooit een leeuw tegenkomen in het wild, blijf dan muisstil staan en ren in geen enkel geval weg! Meestal vertrekt de leeuw dan weer.
Een zwemmende olifant is zeker geen ongebruikelijk gezicht. Deze grote zoogdieren drijven in het water en zwemmen geheel onderwater, waarbij ze hun slurf als snorkel gebruiken.
Op het strand groeien bijna nergens planten. Als leefgebied is het veel te dynamisch. Zelfs de taaiste soorten zoals biestarwegras en zeepostelein kunnen zich maar tijdelijk handhaven. Hier en daar groeien ook zeeraket en loogkruid.
Na een jarenlang en massaal onderzoek naar het leven in zee, zijn ongeveer 250.000 verschillende dieren en planten geteld, 20.000 meer dan werd verwacht.
Zeezoogdieren ademen en moeten daarom regelmatig terug naar de oppervlakte, terwijl andere zeedieren meestal zuurstof uit het water onttrekken. Zeezoogdieren hebben beharing. Sommige soorten hebben een dikke vacht, andere soorten (vooral de Cetacea) hebben heel weinig of soms zelfs geen haar.