Een voorwerp drijft in een vloeistof als de dichtheid van de vloeistof groter is dan de dichtheid van het voorwerp. Als de dichtheid van het voorwerp groter is dan die van de vloeistof, dan zal het voorwerp zinken. Als de dichtheden precies gelijk zijn, zal het voorwerp zweven.
Zout water
Of iets blijft drijven of zinkt in water hangt af van hoe zwaar het is, maar ook van hoe zwaar het water is. Als iets lichter is dan water dan drijft het, als iets zwaarder is dan water zinkt het.
Voorwerpen met een kleinere dichtheid dan de vloeistof waarin ze liggen, zullen blijven drijven. Voorwerpen met een groter dichtheid dan de vloeistof waarin ze liggen, zullen zinken. Als de dichtheid van een voorwerp net zo groot is als die van de vloeistof waarin het ligt, zal het voorwerp drijven.
Het materiaal van een voorwerp bepaalt of het voorwerp drijft of zinkt. Je kunt zeggen: massieve voorwerpen van hetzelfde materiaal blijven (altijd) drijven, dan wel gaan (altijd) zinken. Het gewicht van het materiaal bepaalt of het voorwerp drijft of zinkt.
Als een voorwerp een grotere dichtheid heeft dan de omringende vloeistof, dan zal het voorwerp zinken. Als het een lagere dichtheid heeft, dan blijft het drijven. Piepschuim heeft bijvoorbeeld een lagere dichtheid dan water en blijft dus drijven (zie de onderstaande afbeelding).
Een baksteen is veel zwaarder. Hij verplaatst ook wel water, maar de hoeveelheid water die verplaatst wordt, weegt veel minder dan de steen weegt. De steen zinkt dus. Als een schip zwaarder beladen wordt, moet hij meer water verplaatsen om te blijven drijven.
Die opwaartse druk noemen we drijfkracht en daar maken boten ook gebruik van. Een zware boot zinkt als zijn gewicht niet voldoende verdeeld is, want dan kan het water niet hard genoeg terug duwen. Maar als diezelfde last over voldoende oppervlakte verdeeld is, blijft hij drijven.
Door steeds meer zout toe te voegen aan het water gaat het eitje uiteindelijk drijven.
Een ijzeren bol zinkt, maar een boot van ijzer blijft drijven! Wanneer het voorwerp een holle vorm heeft, bevat het veel lucht (lucht is veel lichter dan water), hierdoor is het soortelijk gewicht kleiner en blijft het voorwerp drijven.
Wist je dat een peer zinkt en een appel blijft drijven? Dit komt omdat een appel voor 25% uit lucht bestaat en daarmee lichter is dan water en een peer niet.
Als een voorwerp een grotere dichtheid heeft, dan zinkt het in water. Als het een lagere dichtheid heeft, dan blijft het drijven. Dit voorwerp heeft dus een dichtheid van 2500 kg/m3. Deze dichtheid is groter dan die van water en dit voorwerp zal dus zinken.
Voor een kubieke centimeter hout of kurk geldt dat het lichter is dan een kubieke centimeter water of olie. De dichtheden van hout en kurk zijn dus kleiner dan de dichtheden van water en olie. Daarom blijven voorwerpen van hout of kurk drijven op zowel water als olie.
Als er veel zout in water zit, bevat het water heel wat extra deeltjes en dus heel wat extra watermannetjes. Dit zorgt ervoor dat het water sterker wordt en jouw lichaam beter omhoog kan duwen! De 'Dode Zee' is de zoutste zee ter wereld.
Drijven en zinken kan niet alleen in water: het kan ook in andere vloeistoffen, en zelfs in lucht! Zout water bijvoorbeeld heeft een hogere dichtheid dan kraanwater. De massa van het verplaatste zoute water is bij een gelijk blijvend voorwerp dus groter, terwijl de massa van het voorwerp zelf gelijk is.
2. Waarom is zwemmen in buitenwater gevaarlijk? Buitenwater kan onveilig zijn door stroming, scheepvaart, glasscherven en andere rommel op de bodem, slecht zicht onder water of kuilen in de bodem. Daarnaast kan het water verontreinigd zijn met chemische stoffen, bijvoorbeeld olie.
Hoe kan dat nou?! Dat komt doordat er lucht zit tussen de mandarijn en de schil. Die lucht zorgt ervoor dat de mandarijn met schil blijft drijven.
De dichtheid van water kan wel veranderen, namelijk door zout aan het water toe te voegen. 64 gram zout per liter water geeft een dichtheid van 1.064 kg/l. Er zit 300 liter in het bad, dus om de proefpersoon te doen drijven, moet je 19.200 gram = 19,2 kg (64 x 300) zout aan het bad toevoegen.
De tegenkracht van het water noemen we de opwaartse kracht. Als die opwaartse kracht sterk genoeg is blijft het voorwerp drijven, en als de opwaartse kracht van te klein is zinkt het voorwerp.
De atomen die oliemoleculen vormen zijn lichter dan die van watermoleculen. Olie is dus lichter dan water en drijft daarom naar boven.
Wanneer de houdbaarheidsdatum van eieren verlopen is, kunt u ze een paar dagen erna nog eten, mits de eieren hardgekookt of goed doorbakken zijn.
De schaal van een ei is gemaakt van kalk. De azijn die je erbij doet is een zuur. Een zuur kan kalk oplossen en hierbij ontstaan belletjes. De schaal bestaat niet alleen uit kalk, daarom blijft er een beetje bruin spul over op het ei en in de azijn.
Er ontstaan bubbels op de eierschaal. Dit is het zuur in de azijn dat reageert met het calciumcarbonaat (kalk) in de eierschaal. Deze reactie produceert een gas dat koolzuurgas heet. Na ongeveer 48 uur kan het ei uit de azijn worden gehaald en afgespoeld met water.
In de periode 2010 tot 2019 zijn er wereldwijd 39 bulkcarriers verloren gegaan, waarbij 173 zeevarenden het leven hebben verloren. Dat blijkt uit het Bulk Carrier Casualty Report 2019 van brancheorganisatie Intercargo.
Een boot of schip drijft, omdat de opwaartse kracht van het water even groot is als het gewicht van het schip. Het volume van het schip dat zich onder water bevindt, is in dat geval dus - volgens de wet van Archimedes - van die omvang dat een even groot volume water evenveel weegt als het volledige schip.
De kans dat een schip zinkt is klein.
The New York Times stelt echter dat er maar 16 cruiseschepen zijn gezonken tussen 1980 en 2012. Een van de grootste ongelukken in de recente geschiedenis was het zinken van de Costa Concordia in 2012.