Vaak werd de bodem voorzien van vlonders om te voorkomen dat men bij slecht weer in de modder wegzakte. Om te voorkomen dat de zijkanten van de loopgraaf in losse grond instortten, werden ze bekleed met allerlei materiaal: zandzakken, houten planken, golfplaat, rijshout, of zelfs kippengaas.
Als vijandelijke troepen heelhuids het niemandsland overstaken en in de loopgraaf sprongen, beschermde de zigzaggende loop ook de vluchtende soldaten, die snel om een hoek konden verdwijnen en zo voorkwamen dat ze tijdens hun vlucht in de rug werden geschoten.
Die waren vaak in de wanden van de loopgraven gegraven. Het waren kleine ruimtes, verstevigd door afval en van stro voorzien. De mannen sliepen heel dicht opeen om zich warm te houden. Na de loopgravendienst genoten de soldaten wat rust.
Een loopgravenoorlog of stellingenoorlog is een oorlog waarin beide partijen zich tegenover elkaar ingegraven hebben in loopgraven en andere versterkte posities, met als doel de opmars van de vijand te stuiten, die uitgemond is in een patstelling waarbij geen van beide partijen erin slaagt door de vijandelijke linies ...
Onder loopgraafvoeten wordt het opzwellen, infecteren en afsterven van de voet door de vochtige en onhygiënische omstandigheden verstaan.
Leven in de loopgraven
Het was een ongezonde omgeving, waardoor er veel soldaten ziek werden. Als het regende werd de grond tot modder en zakten de soldaten er soms wel tot hun middel in; als soldaten er lang in bleven kon dat leiden tot loopgravenvoeten.
1. Tweede Wereldoorlog, 1939 -1945. Tussen 1939 en 1945 vielen 60 tot 72 miljoen dodelijke slachtoffers.
Vier jaar lang bestookten Duitsers, Belgen, Fransen en Britten elkaar vanuit hun loopgraven in een zinloze strijd. Miljoenen soldaten verloren het leven. Duitse soldaten zoeken dekking in een granaattrechter. De Eerste Wereldoorlog werd een verbeten loopgravenoorlog.
Deze bedroeg ongeveer 10.000 kilometer. Volgens de Engelse schrijver Fussell waren de Britse en Belgische loopgraven bijna even lang als de Franse en de Duitse loopgraven zullen ongeveer net zo lang zijn geweest als die van de geallieerden tezamen.
Oprukken kon niet, dus begonnen beide partijen zich zijwaarts te bewegen. Al snel breidden de loopgraven zich uit van de Belgische kust tot Zwitserland. Ongeveer drie jaar zou het front niet meer van plaats veranderen. De legers waren volledig ingegraven.
De soldaten lijden aan uiteenlopende kwalen (voornamelijk met betrekking op de luchtwegen) die direct voortvloeien uit de erbarmelijke levensomstandigheden in de loopgraven en aan specifieke aandoeningen die voortkomen uit de nieuwe oorlogvoering.
Toestand die ontstaat als een land aan twee grenzen of in twee verschillende gebieden oorlog moet voeren. Duitsland had tijdens beide wereldoorlogen het west- en het oostfront, gedurende WO II had Duitsland zelfs een Driefrontenoorlog met als zuidfront het Middellandsezee-gebied en Noord Afrika.
Deze kon uit brood, aardappelen, vlees (meestal rundvlees in blik: corned beef, ook 'koude aap', 'apenvlees' of 'plata' genoemd) of vis, thee of koffie, suiker, zout, peper en zelfs alcohol en tabak bestaan. Daarnaast kregen ze soms ook kaas, spek, reuzel, confituur, rijst, groenten of meel.
Op 28 juni 1914 werd de troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije, de prins Frans Ferdinand, doodgeschoten in Sarajevo, Bosnië en Herzegovina. De dader heette Gavrilo Princip en was een aanhanger van een Servische nationalistische beweging. Deze gebeurtenis wordt als aanleiding van de Eerste Wereldoorlog gezien.
De oorlog ging tussen de Centrale Mogendheden, onder leiding van Duitsland, en de Triple Entente die bestond uit Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en het Russische Rijk. Italië, dat een verdrag had met Duitsland, stelde zich neutraal op, omdat het land het niet eens was met de Duitse plannen betreffende de Balkan.
Manoeuvre-oorlogsvoering (bewegingsoorlog, in het Engels: manoeuvre/maneuver warfare) is een tactiek in de oorlogsvoering waarbij het manoeuvreren / bewegen gebruikt wordt om de vijand te verslaan. Het doel van deze manier van oorlogvoering is (de besluitvorming van) de vijand uit evenwicht te brengen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog worden er steeds nieuwe technieken ingezet om de vijand te verslaan. Prikkeldraad, tanks, vliegtuigen... het ene wapen is nog verschrikkelijker dan het andere! Maar het ergste nieuwe wapen is gifgas.
Het aantal afgeschoten granaten tijdens de Eerste Wereldoorlog was bij: Duitsland 275 miljoen, Frankrijk 200 miljoen, Groot-Brittannië 170 miljoen, Oostenrijk-Hongarije 70 miljoen en Rusland 50 miljoen. Totaal zijn door deze landen 765.000.000 granaten afgeschoten.
In de geschiedenisboeken staat het West-Vlaamse Ieper vooral bekend als de plek waar duizenden soldaten in meerdere veldslagen omkwamen tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918).
De Eerste Wereldoorlog was een der verschrikkelijkste oorlogen uit de geschiedenis vooral ook omdat de strijdende partijen al heel snel in een soort dodelijke omstrengeling terechtkwamen van waaruit ze zich gedurende bijna vier jaren, niet meer konden losmaken.
In 1918 kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog doordat Frankrijk en Brittannië versterking kregen van de Verenigde Staten (Amerika). Frankrijk en Brittannië kregen er daardoor zoveel soldaten bij, dat Duitsland in november 1918 om een wapenstilstand vroeg.
De slachtofferstatistieken voor de Duitse Wehrmacht vertonen grote lacunes. Waarschijnlijk ligt het totaalcijfer voor de Duitse eenheden in ons land tussen de 15.000 en 20.000 gesneuvelden. Tijdens de bevrijding van Nederland verloren 23.000 burgers door oorlogshandelingen het leven.
De zeven Coalitieoorlogen waren: Eerste Coalitieoorlog (april 1792 – oktober 1797) Tweede Coalitieoorlog (1798 – 1802) Derde Coalitieoorlog (1803 – december 1805) Vierde Coalitieoorlog (oktober 1806 – juli 1807) Vijfde Coalitieoorlog (april 1809 – oktober 1809) Zesde Coalitieoorlog (maart 1813 – mei 1814) Zevende ...