AVO staat voor Algemeen Vormend Onderwijs. Onder de AVO vakken vallen Nederlands, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis, levensbeschouwing, lichamelijke opvoeding en culturele vorming. Als AVO docent geef je les in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO).
Verder krijg je algemeen vormende (avo) vakken zoals Nederlands en Engels, rekenen en wiskunde, mens en maatschappij en kunst en cultuur. Vervolgens kun je verder op het mbo. Als vmbo-k-leerling krijg je ook 12 uur per week beroepsgericht onderwijs (praktijkles).
Theoretische leerweg (vmbo-t): Leerlingen volgen over het algemeen alleen algemeen vormende (avo-) vakken.
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het laagste niveau. Een mbo-opleiding leidt mensen op voor een praktisch beroep, zoals kapper, kok of automonteur. De meeste mbo-opleidingen worden aangeboden door Regionale Opleidingscentra (ROC's).
Uitslag NIO toets
80 tot en met 90 vmbo basis of vmbo basis/kader. 90 tot en met 100 vmbo kader of vmbo kader/theoretisch. 100 tot en met 107 vmbo theoretisch tot en met vmbo-theoretisch/havo. 108 tot en met 115 havo.
Is mbo niveau 4 gelijk aan havo? Ja, je kunt met een havo diploma of met een mbo niveau 4 diploma doorstromen naar het hbo dus havo en mbo niveau 4 zijn gelijk.
Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo): Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
Mavo, oftewel vmbo-t of vmbo-tl, is een theoretische leerweg. De afkorting mavo staat voor 'middelbaar algemeen voortgezet onderwijs' en duurt 4 jaar. Onze leerlingen volgen op de mavo voornamelijk algemeen vormende avo-vakken.
Mavo-gt, oftewel vmbo-g of vmbo-gtl, is een gemengde theoretische leerweg. Ook deze richting duurt 4 jaar en bereidt de leerlingen voor op de havo of het mbo. De leerlingen volgen in vergelijking met de mavo meestal één algemeen vormend avo-vak minder.
Moeilijkste & makkelijkste examens
Als moeilijkste examens werden de vakken wiskunde en natuurkunde het meest genoemd, op de voet gevolgd door economie, Nederlands en geschiedenis. Het examen Engels werd massaal als makkelijkste examen verkozen, maar ook wiskunde en Duits werden hier genoemd.
Verplichte vakken: Nederlands, Engels, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en biologie en een keuze uit wiskunde, aardrijkskunde of geschiedenis. Een tl-opleiding kan ook de opstap zijn naar de havo. Je start dan nadat je je tl-diploma hebt gehaald in klas 4 havo.
Leerlingen op het vmbo-tl kiezen voor één van vier profielen: Techniek: wiskunde en natuur- en scheikunde. Zorg & Welzijn: biologie en een keuze uit: wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis of maatschappijleer 2. Economie: economie en een keuze uit: frans, duits of wiskunde.
AVO staat voor Algemeen Vormend Onderwijs. Onder de AVO vakken vallen Nederlands, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis, levensbeschouwing, lichamelijke opvoeding en culturele vorming. Als AVO docent geef je les in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO).
Het belangrijkste verschil tussen vmbo-basis en -kader is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met vmbo-basis kun je naar niveau 2 van het mbo.Met vmbo-kader kun je naar niveau 3 of 4 van het mbo. In het tweede jaar ga je naar een klas die het beste aansluit bij jouw niveau.
Heb je vmbo-tl-advies, dan is dat hetzelfde als een mavoadvies. De afkorting staat voor: middelbaar algemeen voortgezet onderwijs. Je kunt doorstromen naar havo of mbo (niveau 3 of 4).
De school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (afgekort mavo) was een Nederlandse schoolsoort, volgens artikel 9 van de Wet op het voortgezet onderwijs, die werd ingevoerd in 1968, in de wandelgangen de Mammoetwet genoemd. Deze schoolsoort is de opvolger van het mulo, of ulo.
Met het diploma van basisberoepsgerichte leerweg kun je doorstromen naar MBO niveau 2. Met het diploma van de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg kun je doorstromen naar MBO niveau 3 of 4. Binnen het VMBO is de theoretische leerweg het hoogste niveau.
MAVO legt de nadruk op een meer praktische en algemene vorming dan HAVO en heeft een minder theoretisch karakter. HAVO biedt een bredere en diepere theoretische basis en bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (HBO) of doorstroom naar het VWO. Ook is er een verschil in het vakkenpakket van MAVO en HAVO.
Aan het einde van leerjaar 2 kiezen leerlingen in het vmbo een profiel. Bij vmbo-b of vmbo-k kunnen zij kiezen uit tien profielen. Bijvoorbeeld Groen of Horeca, bakkerij & recreatie. Bij vmbo-t en mavo is er keuze uit vier profielen: Economie, Landbouw, Techniek en Zorg & welzijn.
Het niveau van de associate's degree behaald na een terminal of vocational program is doorgaans vergelijkbaar met dat van een mbo-diploma op kwalificatieniveau 4.
Zonder havo- of vwo-diploma naar het mbo
Dan word je in principe alleen toegelaten tot een entreeopleiding, dus een opleiding op niveau 1. Stopte je met de havo in de vierde of vijfde klas of met het vwo in de vierde, vijfde of zesde klas? Dan mag je je inschrijven voor een mbo-opleiding op elk niveau.
Dat kan. Heb je een overgangsbewijs van 3 naar 4 havo, dan kun je je aanmelden voor een mbo niveau 4 opleiding.