Vaste lasten zijn uitgaven die je elke maand, elk kwartaal of elk jaar doet. Het zijn terugkerende kosten die voldaan moeten worden omdat je een overeenkomst bent aangegaan met een leverancier, provider of dienstverlener. Voorbeelden van vaste lasten zijn: huur of hypotheek.
Vaste kosten zijn kosten die niet veranderen als er meer of minder wordt geproduceerd. Ze worden ook wel constante kosten genoemd. Een voorbeeld van vaste kosten is de huur van een bedrijfspand: het maakt niet uit hoeveel producten er in het pand geproduceerd worden, de huur is hetzelfde.
De vaste kosten van het gezin zijn € 1.650 per maand: € 1.100 voor de woning- en autolening, € 300 voor gas, elektriciteit, water, tv, internet en telefoon, € 250 voor verzekeringen (brandverzekering, familiale verzekering, omnium autoverzekering, …), mutualiteitsbijdragen, taksen, …
Je vaste lasten zijn bijvoorbeeld je woonlasten, energie, zorgverzekering en abonnementen. Dit zijn vaak noodzakelijke uitgaven die meestal maandelijks terugkomen.
Volgens het NIBUD is het slim om zo'n 10 procent van je netto maandinkomen te sparen. Dat is de manier om een buffer op te bouwen. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) ligt het modaal inkomen in 2024 op 44.000 euro bruto per jaar, of ongeveer 2900 euro netto per maand.
Je kan hierbij denken aan kosten voor jouw hypotheek, water, verzekeringen, energie, internet tv en bellen. Iedereen heeft dus vaste lasten.
Gemiddeld bedragen de maandelijkse hypotheeklasten of huur tussen de € 500,- en € 600,-. Gas, water en licht: De totale kosten voor gas, water en elektriciteit bedragen gemiddeld ongeveer € 202,- per maand. Denk aan kosten voor zorgverzekering, autoverzekering en andere verzekeringen.
Vaste kosten zijn de uitgaven die een bedrijf maakt die niet veranderen met de hoeveelheid geproduceerde goederen of geleverde diensten . Deze kosten zijn niet direct gerelateerd aan het vervaardigen van een product of het leveren van een dienst.
Alleenstaand persoon – Voor een individu is een budget van € 50,- tot € 70,- per week meestal voldoende. Stel zonder kinderen – Een budget van € 100,- tot € 120,- per week is vaak passend. Gezin met 1 à 2 kinderen – Voor een klein gezin kun je rekenen op een budget van € 105,- tot € 150,- per week.
Vaste kosten zijn alle uitgaven die op regelmatige basis moeten worden betaald, zoals bijvoorbeeld de maandelijkse kosten van gas, elektriciteit en water. Variabele kosten zijn bijvoorbeeld bezoekjes aan de cinema of restaurants, andere vrijetijdsbesteding en winkelen.
Gemiddelde uitgaven per maand
Hoeveel Nederlanders gemiddeld per maand kwijt zijn vaste lasten blijkt uit onderzoek van Pricewise. 35% van de 2.000 respondenten is tussen de € 500,- en € 999,- kwijt aan vaste lasten. 32% geeft maandelijks tussen de € 1000,- en €1499,- uit aan vaste lasten.
Vaste kosten zijn doorgaans kosten die gebaseerd zijn op tijd in plaats van de hoeveelheid die uw bedrijf produceert of verkoopt. Voorbeelden van vaste kosten zijn huur- en leasekosten, salarissen, rekeningen voor nutsvoorzieningen, verzekeringen en aflossingen van leningen . Sommige soorten belastingen, zoals bedrijfsvergunningen, zijn ook vaste kosten.
Een globale richtlijn is rond de € 9.000 voor een alleenstaande en voor een gezin met twee kinderen ca.€ 12.400. Deze bedragen zijn uiteraard niet voor iedereen op korte termijn haalbaar.
Directe kosten zijn kosten zoals voor materiaal, grondstoffen en de arbeidsuren van personeel die rechtstreeks zijn toe te wijzen aan een bepaald product, een dienst of een onderzoeksproject. Bijvoorbeeld het loon van de medewerker die aan de lopende band een auto in elkaar zet zijn directe kosten voor deze auto.
Wat valt er onder vaste kosten? In principe vallen alle kosten die niet veranderen hieronder. Waarschijnlijk heb je iedere maand wel kosten die standaard terugkomen en niet veranderen qua hoogte. Deze kosten worden namelijk niet beïnvloed door de hoeveelheid productie.
Alle uitgaven die in de loop van de tijd statisch blijven, worden vaste kosten genoemd. In tegenstelling tot variabele kosten, die gerelateerd zijn aan productie, zijn vaste kosten niet afhankelijk van enige andere factor. Het zijn vaak regelmatige uitgaven zoals huur of nutsvoorzieningen, die van maand tot maand hetzelfde blijven.
Vaste kosten zijn het tegenovergestelde van variabele kosten. Het zijn rekeningen en uitgaven die van maand tot maand hetzelfde blijven — of bijna hetzelfde zijn . Uitgaven die elke maand hetzelfde zijn, zijn veel gemakkelijker te budgetteren. U hoeft er niet elke maand onderzoek naar te doen of erover na te denken.
Een goed salaris in Nederland in 2024 ligt rond de € 55.000 bruto per jaar. Dit bedrag biedt voldoende financiële ruimte om comfortabel te leven, te sparen en te investeren.
De 50-30-20-regel verdeelt je inkomen in drie verschillende potjes. Daarbij gaat 50% in het potje voor vaste lasten, 30% voor persoonlijke behoeften en 20% in een potje om te sparen en schulden af te lossen. Uit deze drie potjes betaal je alles.
vaste kosten: huur of maandelijkse terugbetaling van een woninglening, maandelijkse terugbetaling van een consumentenkrediet (bv. auto), verzekeringen (bv. auto, woning), ziektekostenverzekering, energie (water, elektriciteit, gas), abonnementen (bv.
In Nederland wordt de betaalbaarheid van wonen nogal eens berekend met woonquota. Daarbij worden de woonlasten afgezet tegen het inkomen. 30 procent wordt daarbij vaak gezien als een acceptabele norm.
Doorbetaling vaste lasten
Uw klantbegeleider of inkomensconsulent bepaalt of uw vaste lasten tijdens de detentie worden doorbetaald. Uw vaste lasten worden dan maximaal zes maanden doorbetaald.