Sommige baby's slapen na een paar weken al door, maar bij de meeste baby's duurt dit iets langer. Gemiddeld genomen begint het echte doorslapen pas na ongeveer 3 maanden. Dan hebben we het over een gemiddelde slaapperiode van 6 tot 8 uur.
Voed voordat je gaat slapen
Nog een tip om je baby beter te laten doorslapen die gelinkt is aan voeding: voed je kindje een keer extra voordat jij gaat slapen. Bijvoorbeeld: je baby gaat om 20.00 uur naar bedje toe. Iets later ga jij slapen, laten we zeggen om 22.30 uur. Je kunt dan je baby nog een beetje melk geven.
Zeker als je baby niet wil doorslapen. Je kan de avond- en nachtdienst afwisselen met je partner, zodat je om beurten rust hebt. Zorg daarnaast goed voor jezelf en pak zo nodig overdag je rustmomenten. Hierdoor ben je zelf 's nachts beter in staat je baby weer rustig te krijgen.
Pasgeboren baby's tot en met 4 weken mogen 3 tot 4 uur slapen zonder voeding. Tussen de 4 en 12 weken kun je jouw baby gerust door laten slapen als hij of zij geen signalen afgeeft of vanzelf wakker wordt. Tussen de 12 en 24 weken heeft een kindje 5 tot 7 uur rust nodig na elke voedingsbeurt.
“Een baby kan volgens het boekje pas doorslapen vanaf de leeftijd van zes weken. Dat is het moment waarop het circadiaans ritme wordt 'geïnstalleerd' en de slaap totaal verandert. Dit nieuwe ritme zorgt ervoor dat je baby langer achtereen kan slapen.
In principe hebben de meeste baby's geen nachtvoeding meer nodig als ze ouder zijn dan 6 maanden. Maar dat geldt niet voor ieder kindje. Sommigen hebben, bijvoorbeeld om medische redenen, langer nog een nachtvoeding nodig. Mocht je hierover twijfelen, bespreek het dan met het Consultatiebureau.
Uw baby mag zo lang en zo vaak drinken als hij of zij zelf wil. Als u de eerste dagen zo'n acht tot twaalf voedingen per dag geeft en uw baby goed drinkt, heeft uw baby waarschijnlijk genoeg.
Daardoor kan je pasgeboren baby nog niet doorslapen. Na 6-8 weken ontstaat er een dag en nachtritme, dit heeft te maken met ontwikkeling van circadiaans ritme. Je baby zal vanaf dat moment steeds meer wakkerder zijn overdag en wat meer uren 4 tot 6 kunnen doorslapen in de nacht.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Een baby die vaak oprispingen heeft, heeft minder last als hij of zij 20 tot 30 minuten rechtop gehouden wordt na de voeding. Huilt je baby een tijdje na de voeding nog of blijft hij of zij onrustig, probeer dan opnieuw om hem te laten boeren.
Je kunt je baby een beetje helpen door hem in je armen wat slaperig te maken en hem neer te leggen als hij bijna in slaapt valt. Later kun je dit moment van neerleggen dan steeds iets gaan vervroegen, totdat je je baby wakker in het bedje kunt leggen en hij zelf in slaap valt.
Als je het gevoel hebt dat de nachtvoeding er voor je kleintje eigenlijk wel af kan, kun je proberen de laatste voeding 's avonds wat later te geven. Ook slapen baby's vaak langer als ze 's avonds lekker moe en slaperig zijn na bijvoorbeeld een badje.
Na zes tot acht weken kan je beginnen om je kindje te laten wennen alleen te slapen. Je kan je baby best naar bed brengen voor hij of zij helemaal ingeslapen is zodat hij of zij niet in een vreemde omgeving wakker wordt.
De meeste baby's zijn dol op een fijne massage! Dat kan ontzettend ontspannend werken en slaap opwekken, ideaal dus net zo voor bedtijd. Je kindje kan er heerlijk slaperig door worden en daarna meer ontspannen en rustiger in slaap vallen, misschien valt hij al in slaap tijdens de massage!
Je baby alleen laten huilen kan negatieve invloed hebben op veilige hechting. Veilige hechting in in de eerste maanden van het leven vormt de basis voor een goede en gezonde geestelijke gezondheid in het volwassen leven. Stress kan negatieve invloed hebben op de hechting tussen ouder en kind.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Als je kindje oververmoeid is, is het erg onrustig. De eerste stap is dus om je baby te kalmeren. Baker je kindje bijvoorbeeld in, schommel het zachtjes heen en weer of gebruik je zangtalent door een slaapliedje te zingen. Dat biedt de basis om je kindje uiteindelijk weer te kunnen laten slapen.
Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten. Werkt dat niet en gaat je baby harder huilen? Pak je kind dan op om het te troosten en leg het weer neer als het helemaal gekalmeerd is.
Laat je baby in eigen bedje slapen:
Vooral overdag hebben ouders dan de neiging maar wat toegeeflijk te zijn en het kindje in de box of op schoot te laten slapen. Het gevaar daarvan is dat de baby helemaal niet meer in zijn eigen bedje wil slapen en bovendien ook overprikkeld raakt.
Houd vervolgens 18:00 uur tot 19:00 uur aan om je kindje naar bed te brengen. Als je jouw kleine veel later laat slapen zal je merken dat je baby oververmoeid raakt. Veel kleintjes worden 's morgens tussen 6:00 uur en 7:00 uur wakker, waardoor de dag te lang voor ze wordt.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.
Van te veel flesvoeding kan je kind te zwaar worden. Een voeding duurt 20-30 minuten. Geef het flesje in ieder geval niet langer dan een half uur en gooi restjes weg. Duurt een voeding korter dan 20 minuten, neem dan af en toe een pauze.