Als basisvak beschouwen wij elk vak dat in het curriculum primair gericht is op het wetenschappelijke fundament van de artsopleiding. Dit betekent dat behalve de biomedische vakken ook vakken als epidemiologie, gezondheidskunde, medische psychologie, sociologie, statistiek en informatica meegerekend moeten worden.
Onder vwo-leerlingen ligt het aantal spijtoptanten het hoogst onder leerlingen met economie 1. Van hen zegt 15% spijt te hebben van de keuze van dat vak. Net als op de havo heeft 15% van de vwo-leerlingen spijt van de keuze van scheikunde.
Belemmeringen voor de doorstroom havo-vwo
In het havo-profiel cultuur en maatschappij (CM) is wiskunde niet verplicht. Op het vwo maakt wiskunde deel uit van ieder profiel, ook CM. Doorstromers met een CM-profiel zullen dus alsnog examen in wiskunde moeten doen.
Bij elk profiel hoort een aantal verplichte vakken plus een of twee profielkeuze vakken en één vak in het vrije deel. Ook moet je als vwo'er verplicht een profielwerkstuk maken. Een aantal vakken kun je afronden met een schoolexamen. Je doet vervolgens centraal eindexamen in acht vakken.
Bij B-vakken is er na een buis kans op deliberatie. Zo kan je met minder dan 50% toch slagen voor die vakken. Tel het aantal B-vakken in je studierichting. Dat aantal bepaalt hoeveel buispunten je hebt.
Ook moet iedere havo-leerling verplicht het profielwerkstuk maken. Uiteindelijk doen havo-leerlingen in 7 vakken eindexamen. De andere vakken ronden leerlingen af met een schoolexamen.
Conclusie. De kernregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
'De basis op orde, de lat omhoog' -- zo verwoordt onderwijsminister Marja van Bijsterveldt (CDA) haar visie op onderwijs. De prestaties moeten beter en de nadruk moet liggen op de kern: rekenen en taal.
Je moet in totaal zeven vakken kiezen. Nederlands en Engels zijn verplicht, zodat er nog vijf te kiezen vakken overblijven. 3. Natuurkunde (Nask1) kan alleen worden gekozen als je ook wiskunde in je pakket hebt.
In het kort: Met een vwo-advies kan je zowel naar het atheneum als het gymnasium. Het niveau is op het atheneum en gymnasium gelijk. Het enige verschil is dat je op het gymnasium ook de vakken Latijn, Grieks en klassieke culturele vorming krijgt. Ook krijg je een gelijke diploma als je na klas 6 geslaagd bent.
KernvakkenJe bent geslaagd met:
De kernvakken zijn: Nederlands, Engels en wiskunde.
Het examenpakket voor vmbo-t bestaat uit zes vakken: Nederlands. Engels. Twee profielvakken.
Als u niet geslaagd bent voor een vak, dan kunt u (als u nog een examenbeurt over hebt voor dat vak) het examen opnieuw afleggen. U moet het examen opnieuw afleggen binnen de 4 maanden. U krijgt 3 examenbeurten per vak per jaar.
Je ouders kunnen beroep aantekenen bij de beroepscommissie van de school. Ben je meerderjarig dan kan je dat zelf. Als je dat wil, kan je een vertrouwenspersoon kiezen die je hierbij kan steunen.
Vijfdejaars kunnen herexamen doen bij Examencommissie om alsnog over te gaan. Leerlingen die in het vijfde middelbaar buizen voor een vak zouden voortaan herexamen kunnen afleggen bij de Examencommissie en zo toch naar het volgende jaar kunnen overgaan. Dat heeft VRT Nieuws vernomen.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten. Je beperkt jezelf met wiskunde B dus minder in je keuzevrijheid dan met wiskunde A.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Als VMBO-leerlingen hun eindexamen doen, zijn ze normaal gesproken 16 jaar oud. Voor leerlingen in het HAVO geldt dat de meesten het 5e en laatste jaar afronden als ze 17 zijn geworden. Leerlingen die het VWO doen, doen eindexamen in het 6e jaar als ze 18 worden.
Wiskunde C is de makkelijkste wiskunde van de vier. Het moeilijkst is D, daarna B, daarna A en als makkelijkst C. Wiskunde C kan je kiezen als je wel graag wiskunde wilt hebben, maar als je er veel moeite mee hebt. Je hebt dan wel het gevoel dat je wiskunde hebt maar je hoeft jezelf er niet heel erg voor uit te sloven.
Vwo-leerlingen volgen meer vakken en meer onderwerpen per vak. Dit komt vooral tot uiting in de bovenbouw. In de onderbouw zijn de inhoudelijke verschillen klein en bestaat er een grote overlap in de tussendoelen voor havo en vwo.
Het landelijk slagingspercentage voor het vwo examen is 94,0%. En daar wil jij natuurlijk bij horen! Er zijn 4 profielen op het VWO: natuur & gezondheid, natuur & techniek, economie & maatschappij en cultuur & maatschappij. De slagingspercentages verschillen per profiel.