Regelmatige weeën elke 3 – 4 minuten die 60 – 90 sec aanhouden. Deze weeën zorgen ervoor dat de baarmoeder helemaal open gaat: volledige ontsluiting.
De latente fase, waarin de weeën zo om de 4 à 5 minuten komen, gaat vanzelf over in de actieve fase, waarin de weeën elkaar steeds sneller opvolgen en steeds heviger worden. De weeën komen nu om de 2 à 3 minuten en duren een volle minuut. De pauze is maar kort.
Letterlijk zijn voorweeën weeën vóórdat de bevalling begint. Het zijn weeën die nog geen of nauwelijks ontsluiting veroorzaken. Vaak zit er tussen deze weeën meer dan vijf minuten. Ze zijn licht tot pijnlijk.
Een wee begint met pijn in de lage rug die dan uitstraalt naar voren, laag in de onderbuik. Lichte weeën lijken een beetje op sterke darmkrampen, maar als de krampen in je buik steeds plotseling komen opzetten, de buik hard wordt en de pijn even later weer afzakt, weet je dat de weeën begonnen zijn.
Als de weeën beginnen is het tijdsinterval tussen twee weeën ongeveer 10-30 minuten en duurt elke wee ongeveer 40-60 seconden. De samentrekkingen van de baarmoeder komen gedurende de bevalling met steeds kortere intervallen en worden sterker, langer en pijnlijker.
Zolang de weeën nog goed te doen zijn is het verstandig je nog af te leiden, probeer een klusje te verzinnen, maak een wandelingetje of probeer (in ieder geval tussen de weeën door) te slapen of rusten. Door de afleiding kan het baringsproces zich in alle rust ontwikkelen. Je zult merken dat je beter kunt ontspannen.
Je verloskundige of arts meet tijdens een vaginaal toucher de ontsluiting. Met de wijs- en middelvinger voelt ze in je vagina hoeveel ruimte er is in de baarmoedermond. Afhankelijk van hoe ver de wijs- en middelvinger van elkaar geopend kunnen worden tijdens dit onderzoek, schat ze hoeveel ontsluiting er is.
De eerste uren van de bevalling beweegt de baby vaak tussen de weeën door. Dit kan pijnlijk zijn. Het bewegen van het kindje maakt het je soms moeilijk om te ontspannen.
De laatste centimeters ontsluiting zijn dan ook vaak het zwaarst en het pijnlijkst, want de weeën komen snel achter elkaar en zijn erg sterk. In de juiste bevalhoudingen en met ademhalingstechnieken zou je het echter kunnen redden zonder medische pijnstilling.
Harde buiken voelen eigenlijk als een soort wee, daarom heten ze ook wel oefenweeën. Ze zijn echter niet hetzelfde als echte weeën. Een echte wee komt regelmatig en wordt sterker, terwijl harde buiken onregelmatig zijn. Ook voelen harde buiken oncomfortabel aan, maar doen ze geen pijn, terwijl echte weeën dat wel doen.
Soms voelen voorweeën als menstruatiepijn, een andere keer voel je een flinke pijnscheut. De ene keer duren die voorweeën maar even, de andere keer houden de samentrekkingen langer aan. Voorweeën zijn nog niet 'het echte werk', maar zo maakt je lichaam zich wel alvast klaar voor de bevalling.
Het is lastig om te omschrijven wat nu precies een wee is, daarom een globale omschrijving: Een wee is een pijnlijke, steeds terugkerende samentrekking van de baarmoeder. Je buik wordt hierbij hard en je kunt de pijn voelen in je buik, in je rug en soms ook in je bovenbenen.
De voorweeën gaan vanzelf over in echte weeën, die elke 5 min komen. De duur, kracht, frequentie en regelmaat kunnen per persoon verschillen, maar zullen geleidelijk toenemen. In deze 'latente fase' word je je voor het eerst bewust van (matig pijnlijke) weeën.
Als je al een keer bevallen bent, ontsluit je vaak gemakkelijker dan de eerste keer. Je kunt al weken van tevoren 2-3 cm ontsluiting hebben zonder dat je echt weeën hebt, vaak heb je wel last gehad van voorweeën.
Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die langzaam opkomt, erger wordt en dan weer afzakt. Je kunt een wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst.
De weeën worden dan krachtiger en doen meer pijn. Tot slot krijg je persweeën, die vooral vlak voor de geboorte pijn kunnen doen. Hoe je die pijn ervaart verschilt. De ene vrouw vindt het een opluchting mee te mogen persen, bij een ander doet persen juist het meest pijn.
Je kunt de weeën bijvoorbeeld staand opvangen terwijl je voorover leunt en wat heen en weer wiegt. Bij rugweeën kan het fijn zijn om op je handen en knieën te gaan zitten.Ook liggen op je zij kan prettig zijn, eventueel met een kussen tussen je benen. Ook het in beweging blijven kan goed aanvoelen.
Weeën tijdens de ontsluitingsfase:
Regelmatige weeën elke 3 – 4 minuten die 60 – 90 sec aanhouden. Deze weeën zorgen ervoor dat de baarmoeder helemaal open gaat: volledige ontsluiting.
Toch duren slaapperiodes zelden langer dan anderhalf uur en hoort een baby ook tijdens de laatste loodjes elke dag regelmatig actief en beweeglijk te zijn. Het hoeven geen drukke bewegingen te zijn, maar je moet wel duidelijk kunnen voelen dat hij wakker is.
Je kunt je grieperig of vaag gaan voelen.Ook kun je te maken krijgen met diarree, zuurbranden, misselijkheid door begin bevalling en overgeven. daarnaast kan diarree een teken zijn voor het begin van een bevalling. Last hebben van zware rugpijn is ook een symptoom van een naderende bevalling.
De beweeglijkheid van jouw baby zegt iets over zijn conditie. Daarom is het belangrijk dat je het beweegpatroon van je baby goed leert kennen. Als je baby minder of anders beweegt dan je gewend bent, kan dit een signaal zijn dat er iets verandert in de conditie van je baby.
Vanaf zo'n 3 à 4 cm ontsluiting kan de ontsluitingsfase in een versnelling komen. Weeën volgen elkaar sneller op en houden langer aan. De bevalling zet nu echt door. Gemiddeld gesproken zou de ontsluiting nu ongeveer 1 cm per uur vorderen.
Ze komen steeds vaker, zo elke 3 tot 5 minuten en duren een volle minuut. Bij je eerste kindje komt de ontsluiting nu pas goed op gang. De actieve fase begint bij zo'n 3-4 cm ontsluiting. Als de weeën nu goed aanhouden en sterker worden kun je rekenen op ongeveer een centimeter ontsluiting per uur.
Een eerste bevalling duurt gemiddeld 12 tot 16 uur, vanaf het moment dat de weeën elke 3 tot 5 minuten komen. Een volgende bevalling gaat meestal sneller.
Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen een zware of een traumatische bevalervaring. Een zware bevalling is pittig, vraagt hersteltijd en dan krijgt het een plekje. Bij een traumatische bevalling laat de bevalling sporen na. Sporen die ofwel na lange tijd pas minder diep worden of dit extra aandacht behoeven.