Bij een dwangstoornis heb je gedachtes die je niet wilt hebben. Je moet ook steeds bepaalde dingen doen. Die moet je doen om je gevoel van angst minder te maken. Of om te zorgen dat er geen erge dingen gebeuren.
alles in het leven perfect willen regelen, controledwang. nergens onbekommerd van kunnen genieten, veel stress. een verstoorde dagelijkse routine hebben door voortdurende dwanghandelingen. last hebben van verstoorde sociale activiteiten door voortdurende dwanghandelingen.
Wat is een dwangstoornis? Uw gezondheid. Obsessieve-compulsieve stoornis (OCD) is een angststoornis die wordt gekenmerkt door terugkerende, ongewenste gedachten (obsessies) en/of herhaalde handelingen (compulsies). De stoornis begint meestal tijdens de jonge volwassenheid en soms al in de kindertijd.
Hoe ontstaat een dwangstoornis? Er is niet één oorzaak aan te wijzen waardoor een dwangstoornis ontstaat; wel zijn er verschillende risicofactoren. Een dwangstoornis ontstaat meestal door een combinatie van erfelijkheid, lichamelijke oorzaken, wat iemand meemaakt in het leven en persoonlijke eigenschappen.
Een dwangstoornis, ook wel obsessieve compulsieve stoornis (OCD) genoemd, is een aandoening waarbij je langer dan een uur per dag dwangmatige gedachten (obsessies) hebt of dwangmatige handelingen (compulsies) uitvoert. Zo denk je bijvoorbeeld continu dat je besmet raakt met vuil, waardoor je jezelf voortdurend wast.
OCD is een vorm van een angststoornis. Er wordt ook wel eens een vergelijking gemaakt met een Autisme Spectrum Stoornis. Echter is OCD niet een vorm van autisme. Wel kan het zo zijn dat mensen met autisme bepaalde dwanggedachten/handelingen ervaren vanuit hun problematiek.
Een dwangstoornis (OCD) gaat niet vanzelf over. Het is daarom belangrijk om hulp te zoeken en steun en begeleiding van hulpverleners en naasten te krijgen. Zelf omgaan met OCD of als naaste omgaan met OCD kan lastig zijn.
Mensen met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis, ook wel een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis genoemd (OCPS), ervaren een sterke drang om alles onder controle te hebben. Ze zijn voortdurend bezig om hun taken ordelijk en foutloos te uit te voeren, vaak zonder enige emotie.
OCD kan je leven beheersen. De aandoening zorgt soms voor moeilijke situaties op het werk of in relaties. De dwangstoornis is tijdrovend en je schaamt je vaak. Het is daarom belangrijk om hulp te zoeken en je te laten behandelen voor OCD.
Bij ASD (Autisme Spectrum Disorder) staan moeite met sociale communicatie en stereotype bewegingen meer op de voorgrond, terwijl zich steeds herhalende gedachten en dwangmatige handelingen bepalend zijn voor een dwangstoornis (OCD, obsessieve-compulsieve stoornis).
Een dwangstoornis is te herkennen aan een aantal symptomen: Je moet alles in je leven perfect regelen, omdat je je anders erg onzeker voelt. Je kunt nergens zonder zorgen van genieten, omdat je voortdurend piekert. Je normale dagelijkse routine wordt verstoord door alle handelingen die je moet doen.
Het kan beginnen na een ingrijpende levensgebeurtenis, zoals een bevalling of een sterfgeval. Uit tweelingenonderzoek blijkt dat genetische factoren een rol spelen: als de helft van een eeneiige tweeling OCS heeft, dan is de kans dat de andere helft het ook heeft groter dan bij twee-eiige tweelingen.
Je kunt dwanggedachten proberen te negeren of tegen te houden. Het is moeilijk om dwanggedachten te stoppen, want als je gedachten hebt die je uit alle macht probeert niet toe te laten, komen ze des te meer en des te intensiever in je op. Vaak stoppen dwanggedachten pas als je bepaalde dwanghandelingen uitvoert.
De vijf SSRI's citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline zijn voor de behandeling van de obessieve compulsieve stoornis (OCS) effectiever bevonden dan placebo. Met een behandeling met SSRI's verbetert 50% van de patiënten klinisch relevant. Het effect is te evalueren na 12 weken behandeling.
Wat gebeurt er bij een dwangstoornis in de hersenen? Bij mensen met een dwangstoornis is veel onderzoek gedaan naar de functie van de hersenen. Daaruit blijkt dat bij een dwangstoornis bepaalde delen van de hersenen actiever en andere delen minder actief zijn dan zou moeten.
Als je OCS hebt en na je behandeling minder last hebt van klachten, dan is het mogelijk om een goed dagelijks leven te hebben. Wel kunnen je klachten soms weer erger worden. Het kan nodig zijn dat je een lange tijd of voor de rest van je leven medicijnen tegen de stoornis moet slikken.
Afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken van dit laatste type uitgevoerd binnen het Nederlands Tweelingen Register. Het blijkt dat bij kinderen obsessieve compulsieve symptomen voor 55% door erfelijke factoren worden bepaald en voor 45% door unieke gebeurtenissen.
Meestal ontstaat de stoornis rond het 20e jaar, maar het kan op alle leeftijden voorkomen. In een kleiner deel van de gevallen ontstaan de klachten van de stoornis al in de kindertijd. In de kindertijd zijn er meer jongetjes die last hebben van de dwangstoornis dan meisjes.
Iemand met een obsessief-compulsieve stoornis (OCS), vaak ook gekend als OCD van het Engels 'obsessive compulsive disorder', heeft last van steeds terugkerende dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Dwanggedachten of obsessies zijn steeds terugkerende gedachten die men eigenlijk niet wil hebben.
Naar schatting heeft zo'n één op de vijftig Nederlanders last van een obsessieve-compulsieve stoornis (OCD), oftewel een dwangstoornis. Ondanks de groeiende aandacht voor dwang, duurt het krijgen van de juiste hulp vaak ontzettend lang.
De akelige gedachten (of beelden) en angsten verdwijnen daarmee vaak vanzelf of je leert er met cognitieve therapie beter mee omgaan. Eerst krijg je uitleg over de obsessief-compulsieve stoornis. Je leert bijvoorbeeld dat je na een dwanghandeling even minder angstig wordt van de dwanggedachte.
Heeft iemand in jouw familie een dwangstoornis, dan is de kans groter dat jij dit ook ontwikkelt. De omgeving waarin iemand opgroeit kan bijdragen aan een dwangstoornis. Mensen met een dwangstoornis hebben vaak ook een andere psychische aandoening.