Kinderen met motorische problematiek zijn vaak onhandig of houterig, vallen veel of stoten zich regelmatig. Ze hebben een opvallende houding, met lage of juist hoge spierspanning. Ook is er vaak sprake van angst om te bewegen. Ze hebben te weinig spierkracht en bewegen niet, of juist te krachtig.
Kinderen met een motorische ontwikkelingsstoornis hebben moeite met het aanleren van motorische vaardigheden. Dit is bijvoorbeeld bij baby's te herkennen wanneer zij moeite hebben met leren kruipen, maar het kan ook later opspelen.
Je kind leert kruipen, staan, zitten, lopen, fietsen, skaten, enzovoort. Hierbij gaat het om grote bewegingen met de romp, armen en benen. Dit noemen we ook wel de grove motoriek. Bij fijne bewegingen, zoals een kraal vastpakken, knippen en een potlood gebruiken, hebben we het over de fijne motoriek.
De omschrijving van deze diagnose is: een duidelijke vertraging in de motorische ontwikkeling (kruipen, lopen, enzovoort), dingen laten vallen, onhandigheid, achterblijven in sportprestaties, slecht lees- baar handschrift en problemen bij de uitvoering van dagelijkse be- zigheden (American Psychiatric Association, 1994 ...
Motoriek is het vermogen om te bewegen. Dit kan het menselijk lichaam of dat van een dier betreffen. Meestal maakt men voor de mens onderscheid tussen grove en fijne motoriek. De grove motoriek bestaat uit grote, grove bewegingen die men met (grote delen van) het lichaam maakt, bijvoorbeeld lopen, zwemmen of schoppen.
Iemand met een motorische beperking heeft problemen met bewegen. Je kunt bijvoorbeeld niet lopen of je armen niet goed gebruiken. Dit komt door problemen met je spieren, gewrichten en/of je skelet. Sommige motorische beperkingen zijn goed zichtbaar, omdat iemand in een rolstoel zit.
De basis motorische vaardigheden van een mens zijn: snelheid, kracht, coördinatie, lenigheid en uithoudingsvermogen. Het zijn de vijf bouwstenen van een gezonde ontwikkeling. Kinderen die actief zijn, doen deze vaardigheden spelenderwijs op.
zenuwletsel(ten gevolge van een ongeval, operatie of aandoening (zie ook multiple sclerose)) herseninfarct. spieraandoeningen zoals bij de ziekte van Duchenne. hersenbeschadiging (ten gevolge van een ongeluk of door zuurstofgebrek; Cerebrale Parese)
Oorzaken motorische achterstand
Te weinig beweging en/of weinig zelfvertrouwen (over het bewegen) kunnen de oorzaak zijn van motorische achterstand bij kinderen.
Het medische woord voor ontwikkelingsachterstand is retardatie. Wanneer kinderen alleen achter zijn qua bewegingsmogelijkheden of motorische vaardigheden, wordt dit motorische retardatie genoemd.
Dit zijn uithoudingsvermogen, kracht, snelheid, coördinatie en lenigheid. Het beheersen van deze motorische vaardigheden zorgt voor een fors mindere kans op pijnklachten. Daarnaast vergroot het de sportprestaties en is er een meer actieve leefstijl op latere leeftijd aanwezig.
Je kind leert kruipen, staan, zitten, lopen, fietsen, skaten, enzovoort. Hierbij gaat het om grote bewegingen met de romp, armen en benen. Dit noemen we ook wel de grove motoriek. Bij fijne bewegingen, zoals een kraal vastpakken, knippen en een potlood gebruiken, hebben we het over de fijne motoriek.
Met motorisch functioneren bedoelen we de manier waarop jij jouw lichaam beweegt. Bijvoorbeeld de vaardigheden om te lopen, te rennen, te springen, te gooien, te schrijven en andere lichamelijke activiteiten die een iemand kan doen.
Een kind met dyspraxie lijkt vooral onhandig, het lopen gaat moeizaam en ze vallen veel. Een bal gooien of vangen, fietsen, zwemmen en skaten, het lijkt allemaal klungelig en heel moeilijk. Het ruimtelijk inzicht is beperkt. Kinderen vinden het niet prettig in het midden van een ruimte, aan de zijkanten is prima.
Wat is een motorisch ontwikkelingsprobleem? Van een motorisch ontwikkelingsprobleem is sprake als een kind zich qua motoriek trager of afwijkend ontwikkelt en hierdoor belemmerd wordt in zijn activiteiten en participatie.
Wanneer iemand een fysieke (of motorische) beperking heeft, is zijn bewegingsmogelijkheid verstoord. Onder deze diverse groep beperkingen vallen onder meer mensen met onvrijwillige bewegingen (spasmen of tremors), coördinatieproblemen, verlamming, artritis en mensen met ontbrekende ledematen.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Lichamelijke ontwikkeling van de oudere:
Qua motoriek bij de oudere neemt dit erg af, sommige bewegingen worden moeilijk, de oudere word stijf en langzaam in zijn bewegingen. Als men niet genoeg blijft bewegen, versnelt en verergert dit proces. Ook gaat de oudere minder scherp zien, de ogen gaan achteruit.
Voorbeelden zijn schrijven, veters strikken, hinkelen, fietsen en schrijven, maar ook nog meer complexe vaardigheden zoals piano spelen. Deze ontwikkeling loopt door tot in en gedurende de volwassenheid.
Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties. Moeite met praktische zaken zoals aankleden, eten, omgaan met geld.
Motoriek is de beweging van het lichaam. Grove motoriek; wordt als eerste ontwikkeld wordt bij een kind. Dit zijn alle grove bewegingen die we maken met de armen, benen en het hoofd. Zwaaien, lopen, zwemmen, rollen en kruipen zijn beweegvoorbeelden van grove motoriek.
Kinderen die vaardig zijn in bewegen zullen ook op latere leeftijd meer bewegen. Het herhalen van bewegingen en gevarieerd bewegen stimuleert de motorische ontwikkeling van kinderen. Thuis en op de opvang zijn veel mogelijkheden om te bewegen, denk aan buitenspelen, stoeien, loopfietsen of spelen met een bal.