hartkloppingen, zweten, koude rillingen, duizeligheid, beven. benauwdheid, een vervelend gevoel in de borst. tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten. droge mond, misselijkheid, maagpijn, braken of diarree.
Angst is een emotie die je helpt te reageren op gevaar. Het lichaam raakt in opperste staat van paraatheid waardoor het hart sneller gaat kloppen, de ademhaling versnelt, de bloeddruk omhoog gaat en de spieren zich aanspannen. Deze plotselinge en hevige angst duurt vaak niet lang en ervaart iedereen wel eens.
De specifieke fobie komt het vaakst voor, gevolgd door sociale fobie, de gegeneraliseerde angststoornis en de paniekstoornis. Angststoornissen komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Angststoornissen komen het meest voor tussen 25 en 44 jaar en in deze periode ontstaan ook de meeste angststoornissen.
Gegeneraliseerde angststoornis symptomen
je bent vaak angstig en hebt bange voorgevoelens. de angst en bezorgdheid blijven niet beperkt tot één specifiek onderwerp. het kost je veel moeite om je zorgen de baas te blijven. het lukt u niet om te stoppen met piekeren.
Hierdoor kun je verschillende lichamelijke klachten ontwikkelen, zoals buikpijn, hoofdpijn, slapeloosheid, prikkelbaarheid en concentratieproblemen. Daarnaast zijn er verbanden aangetoond tussen angststoornissen en onder andere hartproblemen, luchtwegaandoeningen en vermoeidheidsklachten.
Ook ben je gevoeliger voor pijn. In die zin maakt stress tal van aandoeningen en kwalen erger, waaronder hoofdpijn en migraine, buikpijn, rugklachten en fibromyalgie, een vorm van reuma. Verder kan stress eerder doorgemaakte psychische problemen opnieuw doen opflakkeren, zoals verslaving, angst en depressie.
Als je last hebt van een paniekstoornis, kunnen situaties die voor een ander heel normaal zijn tot zweethanden, angstige gedachten en regelmatig tot paniekaanvallen leiden. Een paniekaanval kan erg heftig zijn. Je kunt het gevoel hebben gek te worden, de controle te verliezen of een hartinfarct te krijgen.
Een angst- en piekerstoornis veroorzaakt heftige angsten in het dagelijks leven, zonder dat er echt gevaar is. U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Angst voel je bij dreigend gevaar. Dat is nuttig: de adrenaline die door angst vrijkomt zorgt dat je kunt vechten of vluchten. Maar sommige mensen zijn angstig zonder echt gevaar. Dit heet een angststoornis als je hierdoor niet meer goed functioneert in het dagelijks leven.
Angststoornissen verdwijnen meestal niet vanzelf, maar je kunt je er goed voor laten behandelen.
Het verschil tussen angst en paniek zit in de duur en hevigheid van de aanval. Bij een angstaanval doemt er ineens een onbehaaglijk gevoel op, wat versterkt wordt door de lichamelijke verschijnselen. Echter, dit heftige gevoel zal bij een angstaanval vanzelf wegebben, mogelijk door het rationaliseren van de symptomen.
Stress kan leiden tot psychische klachten zoals slaapproblemen en moeheid, somberheid en psychose. Ook kan je last krijgen van lichamelijke klachten, zoals hartkloppingen, een gejaagd gevoel, een hoge bloeddruk en veel zweten. Dit zijn signalen dat de stress te veel wordt of te lang duurt.
Stress is een trigger die angst of paniek verergert of veroorzaakt. Dit duurt vaak tijdelijk, maar van belang is wel dat stress zo veel mogelijk wordt vermeden en dat u goed leert omgaan met stressvolle situaties.
Duloxetine, pregabaline, venlafaxine en escitalopram zijn de best onderzochte, effectieve en goed verdraagbare medicijnen voor de behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis. Dat is de conclusie uit een recente meta-analyse in de Lancet.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
Er zijn bepaalde kruiden die helpen om je rustiger te laten voelen. Een aantal hiervan zijn: lavendel, kamille, kava en citroenmelisse. Je kunt deze kruidengeneesmiddelen in vele vormen vinden, zoals etherische oliën, pillen of thee.
De gemiddelde duur van een angststoornis was ruim 15 maanden. Bij mensen die voorafgaand aan hun angststoornis lichamelijk beter functioneerden duurde de angst korter. De angststoornis duurde langer naarmate men ouder was, geen betaalde baan had, en emotioneel instabieler was.
Medicijnen tegen een angststoornis en depressie (antidepressiva) kunnen helpen bij een paniekstoornis. Voorbeelden zijn citalopram, sertraline, paroxetine of clomipramine. Uw behandelaar legt uit hoe en hoe vaak u de medicijnen moet innemen. Het is belangrijk dat u de medicijnen steeds op tijd inneemt.
Ook bekend als piekerstoornis
Wanneer je last hebt van een gegeneraliseerde-angststoornis, dan vind je het lastig deze zorgen en angsten onder controle te houden. Ook kun je je gejaagd en rusteloos voelen. En door het vele piekeren, heb je ook vaak last van concentratieproblemen of slaapproblemen.
Ook binnen het werk is er kans op (langdurige) uitval van de werknemer. Angststoornissen vallen in een categorie psychische aandoeningen die met therapie en eventuele medicatie goed te behandelen is en met de juiste behandeling is volledige genezing absoluut mogelijk.
Antidepressiva zijn medicijnen die kunnen helpen bij een depressie of angststoornis, vooral bij ernstige klachten. U merkt pas na 4 tot 6 weken of de medicijnen bij u goed werken. U kunt al wel eerder bijwerkingen krijgen, zoals slaperigheid en duizeligheid. Sommige mensen worden eerst tijdelijk meer angstig of somber.
De kleinste taken zijn al te veel gevraagd en dat kan zorgen voor gevoelens van falen. Als je een burn-out hebt, dan heb je vaak ook veel klachten die voorkomen bij een depressie. Zo voel je je vaak somber, lusteloos en heb je last van schuldgevoelens. De ziektebeelden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.