Regelmatige werkwoorden (we laten de onregelmatige werkwoorden voor later) volgen hetzelfde patroon als de andere werkwoorden met dezelfde uitgangen. De stam van het werkwoord (het deel tot aan de -ar, -er of -ir) blijft hetzelfde, terwijl de uitgangen vervangen worden afhankelijk van het onderwerp.
Deze 10 onregelmatige werkwoorden worden vaak gebruikt: dar, ir, ser, estar, hacer, poder, poner, querer, tener en decir.
De samenvatting is als volgt: ser = zijn + een eigenschap (langdurig of voor altijd), estar = zijn + een toestand (tijdelijk, op een bepaald moment). Hay betekent er is/er zijn en wordt gebruikt wanneer het onderwerp onbepaald is.
Het woord konden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Het voltooid deelwoord van het werkwoord kunnen is gekund. Gekunnen* komt soms voor, maar die vorm is geen standaardtaal.
Als het onderwerp onbepaald is, gebruik je 'hay'. 'Hay' is in het Nederlands: 'er is/zijn', 'er ligt/liggen', 'er staat/staan' , etc. Hay problemas en el trabajo. (Er zijn problemen op het werk.)
Gustar – iets leuk vinden, of iets bevalt je
Dit werkwoord heeft een hele andere toepassing dan gewone werkwoorden als werken, wonen etc. 'Gustar' wordt in het Spaans vervoegd met wat er leuk gevonden wordt en niet met wie leuk vindt.
hacer (doen, maken): yo hago... haber (hebben): yo he, tú has... tener (hebben, bestaan): yo tengo, tú tienes... estar (zijn, zich bevinden): yo estoy...
De indefinido gebruik je om te verwijzen naar handelingen in het verleden die volledig zijn afgerond. Dit wordt in het Nederlands ook wel de onvoltooid verleden tijd genoemd.
De belangrijkste onregelmatige werkwoorden in deze vorm zijn: ver (zien), ser (zijn), en ir (gaan).
De subjuntivo is de aanvoegende wijs die heel veel gebruikt wordt in het Spaans. Te gebruiken wanneer de spreker gevoelens wil uitdrukken ten opzichte van een situatie of over een gebeurtenis. Bijvoorbeeld als het gaat over een wens, een gevoel, een verbod, een mogelijkheid en een onzekerheid.
Wederkerende werkwoorden zijn bijvoorbeeld: lavarse (zich wassen) sentirse (zich voelen) traerse (met zich meebrengen)
In het Spaans zijn er twee verleden tijden: de pretérito indefinido (verleden tijd) en de pretérito imperfecto (onvoltooid verleden tijd).
houden van; lekker vinden; lusten; genieten; amuseren; genot hebben van; bevallen; plezieren; gelieven; behagen; aanstaan; smaken; proeven; prettig vinden; conveniëren; bekoren; believen; goeddunken; voorproeven.
Je kunt en je kan zijn allebei correct. De vorm kun(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je kunt, jij kunt, kun je, kun jij. In België is ook de vorm kan neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je kan, jij kan, kan je, kan jij.
U kunt en u kan zijn allebei correct. In Nederland wordt u kan informeler en in geschreven taal minder verzorgd gevonden dan u kunt. In België wordt het gebruik van u kan niet als informeel beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn willen en zullen: u wilt / u wil, u zult / u zal.
Wat is juist: 'Wij wouden winnen', 'Wij wouen winnen' of 'Wij wilden winnen'? Alleen 'Wij wilden winnen' lijkt voor iedereen volledig aanvaardbaar te zijn. Wie wouwen of wouden gebruikt, kan bijna standaard rekenen op commentaar vanwege slordig taalgebruik. Toch staat ook wouden in de woordenboeken en woordenlijsten.
Voor je een studierichting kiest, moet je eerst goed nadenken wat je wil. Het zou fijn zijn als jij me even wilt helpen. Het zou fijn zijn als jij me even wil helpen. Je wil wordt in Nederland door sommige mensen 'informeler' genoemd, met andere woorden: ze vinden het minder netjes klinken.
El Gerundio of het Gerundium wordt amper gebruikt in het Nederlands. In het Spaans daarentegen komt het heel regelmatig voor. Een Gerundio wordt gebruikt om aan te geven dat een handeling plaats vind op het moment dat je het zegt. door –ando of –iendo achter de stam van het werkwoord te plaatsen.
De werkwoorden hebben 14 tijden. Je vindt hier alle vervoegingen van de Spaanse regelmatige werkwoorden. Daarnaast de vervoeging van een groot aantal onregelmatige werkwoorden. Klik op één van de tijden hieronder voor de werkwoordvervoegingen in het Spaans.