De vruchtgebruiker is verplicht om alle onderhoudsherstellingen uit te voeren aan het goed waarvan hij het genot heeft. Het gaat hier om herstellingen die op korte of lange termijn nodig zijn om de waarde van het goed te vrijwaren, onder voorbehoud van normale slijtage, ouderdom of overmacht.
Voorbeelden van onderhoudswerken die ten laste van de vruchtgebruiker kunnen vallen: schilderwerken (ook van de buitenmuren), vernis- en lakwerk, herstelling aan de vloeren, de trappen, het dak, het reinigen en herstellen van een schoorsteen, het onderhoud en de herstellingen aan een lift, de vernieuwing van het tapijt ...
Als vruchtgebruiker heb je “het genot” van de goederen die eigenlijk toebehoren aan de blote eigenaar. Jij mag ze gebruiken en beheren en er de inkomsten van innen. Een woning mag je zelf bewonen, zonder dat je huur moet betalen, of je mag ze verhuren én de huur opstrijken.
In de overgrote meerderheid van de gevallen is de belastingplichtige wie op 1 januari van het aanslagjaar de eigenaar is van het onroerend goed. Als er een uitsplitsing is tussen naakte eigendom en vruchtgebruik, is de vruchtgebruiker de belastingplichtige.
In een vruchtgebruik-testament kan je bijvoorbeeld vastleggen dat jouw kinderen eigenaar worden van hun deel van de erfenis (bijvoorbeeld het huis), maar jouw partner met wie je samenwoont het mag blijven gebruiken. Op die manier kan je voorkomen dat jouw partner ineens het huis uit moet.
Vanaf 1 september 2021 is de vruchtgebruiker verplicht het goed in volle eigendom te verzekeren voor de gebruikelijke risico's, in ieder geval tegen brand. De vruchtgebruiker moet het bewijs van de verzekeringspolis aan de blote eigenaar voorleggen op diens eerste verzoek.
Zoon of dochter koopt de naakte eigendom, terwijl de ouders het vruchtgebruik kopen. De ouders gaan in het pand wonen tot ze overlijden, of verhuren het (bijvoorbeeld als ze naar een rusthuis gaan). Ze mogen zelf de huurinkomsten houden.
Het vruchtgebruik afkopen of omzetten
Indien er geen andere erfgenamen zijn dan de kinderen, kan de omzetting van het vruchtgebruik, te allen tijde gevraagd worden door de langstlevende echtgenote of de kinderen. Vruchtgebruik afkopen of omzetten, betekent in wezen het einde van het vruchtgebruik.
De regel blijft dat de vruchtgebruiker de onderhoudsherstellingen aan het onroerend goed zelf volledig moet betalen. Het gaat om alle herstellingen die op korte of lange termijn nodig zijn om de waarde van het goed te vrijwaren, behalve in geval van normale slijtage, ouderdom of overmacht.
Als eigenaar geldt niet alleen iemand die het volledige eigendom heeft, maar bijvoorbeeld ook een erfpachter of vruchtgebruiker. Ook dan moet u belasting betalen.
Als vruchtgebruiker mag je de eigendom(men) verkopen, maar enkel met een onderling akkoord tussen de vruchtgebruiker en de eigenaar(s). We raden aan om dit akkoord vast te leggen op papier. De eigenaar(s) die dan beschikken over een volle eigendom kunnen overgaan tot verkoop.
Als het vruchtgebruik levenslang is, wat het geval is met het erfrechtelijk vruchtgebruik, dan eindigt het automatisch bij het overlijden van de vruchtgebruiker. Het kan ook eindigen door eraan te verzaken (bij notariële akte).
Kan vruchtgebruiker verhuren? De vruchtgebruiker heeft inderdaad niet alleen het recht om zelf te wonen in het huis of het appartement. Hij mag het ook verhuren. De huurinkomsten zijn in dat geval volledig voor hem, hij moet die dus niet 'delen' met de naakte eigenaars.
De woning in een erfenis kan alleen verkocht worden als alle erfgenamen meewerken. Als er één erfgenaam weigert dan kan je die dwingen. Dat kan via de kantonrechter of zelf met een brief. Kijk wel uit met je termijn van levering.
De eventuele hypotheekrente komt als uitgangspunt ook voor rekening van de vruchtgebruiker. De (jaarlijkse) aflossing van de hypotheek komt voor rekening van het kind. Waarschijnlijk mag die hiervoor een voorschot vragen aan de vruchtgebruiker. De totale hypotheeklast komt daarmee toch bij de vruchtgebruiker te liggen.
Wat bij overlijden? Vruchtgebruik dooft normaal gezien uit als de vruchtgebruiker overlijdt. Die laatste kan zijn recht dus niet legateren, aangezien hij de duur ervan niet kan verlengen tot na zijn dood. Zijn vruchtgebruik schenken kan wel (bij notariële akte).
Het vruchtgebruik is het recht om van iets te genieten en het te beheren. Het vruchtgebruik op een woning betekent concreet het recht om in de woning te wonen, gebruik te maken van de aanwezige inboedel of zelfs de woning verhuren en de huurinkomsten opstrijken.
Vlabel kwalificeert de afstand van vruchtgebruik bijna altijd als een schenking, waardoor schenkbelasting verschuldigd is. Als u echter afstand doet van een vruchtgebruik op goederen, waarop er in het verleden schenkbelasting over de volle eigendom betaald werd, dan is er op die afstand geen schenkbelasting.
Een vruchtgebruiker kan eenzijdig afstand doen van zijn vruchtgebruik. Door die afstand of verzaking aan het vruchtgebruik wordt de blote eigenaar de volle eigenaar van het betreffende goed.
Eigenlijk zijn daar geen specifieke formaliteiten voor. U laat die afstand van vruchtgebruik het echter best via notariële akte vastleggen. Derden moeten immers alleen maar rekening houden met die afstand als ze in de hypothecaire registers overgeschreven is (art. 1 Hyp.
Het vruchtgebruik duurt meestal maximaal 30 jaar. Er is echter een uitzondering: als het vruchtgebruik is gevestigd “in hoofde van” een rechtspersoon, dan kan dit voor een maximale duur van 99 jaar. De faillietverklaring en de ontbinding van de rechtspersoon betekent wel het einde van het recht van vruchtgebruik.
De langstlevende echtgenoot uit een huwelijk krijgt het vruchtgebruik van de hele nalatenschap. Dit betekent dat hij onder meer het vruchtgebruik krijgt van de gezinswoning en de inboedel. Hij mag dus hoe dan ook in de gezinswoning blijven wonen, of het verhuren en het huurgeld innen.
Vruchtgebruik houdt in dat u gebruik mag maken van (de opbrengst van) vermogen dat niet uw eigendom is. U hebt bijvoorbeeld uw woning op naam gezet van uw kinderen, maar u blijft zelf nog in de woning wonen zonder dat zij daar een vergoeding voor krijgen.