Pedagogische basisdoelen
Namelijk: het bevorderen van het welzijn van kinderen en van hun ontwikkeling tot personen die goed functioneren in de samenleving.
Doelen zijn doorgaans algemener dan objectieven. Je kunt het hebben over de algemene doelen van een eenheid of een cursus. Maar pedagogische doelen beschrijven wat de student na de les kan doen, niet de activiteiten die de student tijdens de les uitvoert .
Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK)
De Wet IKK verbetert de kwaliteit en de toegankelijkheid van de kinderopvang.
Wat verandert er? De houder is verplicht om het minimum aantal in te zetten beroepskrachten vanaf 1 juli 2024 op het niveau van kinder centrum te berekenen en niet meer op groepsniveau. Hierdoor komt er meer ruimte om groepen in te delen op basis van de behoefte en ontwikkeling van kinderen.
Kinderen hebben een natuurlijke drang om te leren en te communiceren. Dat lukt het beste wanneer ze zelf dingen mogen ontdekken en wanneer ze zich mogen uitdrukken met méér dan woorden. Want kinderen zijn geboren onderzoekers en beschikken over wel honderd talen.
Er zijn drie pedagogische kernwaarden: veilig, welkom en aansluitend bij de kinderen. Deze waarden zijn voor elke organisatie belangrijk. Daar komen vaak nog aanvullende pedagogische waarden bij waar elke organisatie een eigen keuze in maakt.
Het hoofddoel van pedagogiek is voortbouwen op de eerdere kennis van de studenten en werken aan de ontwikkeling van de vaardigheden en houdingen van de leerlingen .
Er zijn verschillende pedagogische stromingen waarop visies op kinderopvang vaak gebaseerd zijn: de reformpedagogiek, geesteswetenschappelijke pedagogiek, empirisch-analytische pedagogiek en de kritisch emancipatorische pedagogiek.
Pedagogisch handelen betekent het handelen van een volwassene, in dit geval de trainer, met een opvoedkundig doel: het helpen van kinderen in hun ontwikkeling tot zelfstandige, autonome personen. Als trainer heb je hierin veel verantwoordelijkheden.
Stimuleer groei, ontwikkeling en gewenst gedrag door in te spelen op de drie psychologische basisbehoeften: verbondenheid, competentie en autonomie.
Marianne Riksen-Walraven is hoogleraar “Theorievorming en empirisch onderzoek op het gebied van de kinderopvang” aan de Universiteit van Amsterdam, en in 2000 werd zij aan de Radboud Universiteit Nijmegen benoemd tot hoogleraar op de persoonlijke leerstoel “Ontwikkelingspsychologie, in het bijzonder de vroegkinderlijke ...
De pedagogisch medewerker creëert op basis hiervan een uitdagende, veilige omgeving waarin het kind zich in de groep optimaal kan ontwikkelen op de vier ontwikkelingsgebieden: sociaal- emotioneel, spraak- en communicatief, cognitief en motorisch.
De eerste pedagoog zijn de kinderen. Juist de onderlinge verschillen vormen de bouwstenen voor hun ontwikkeling; ze vormen de dynamiek van het proces. De tweede pedagoog, dat zijn de aanwezige volwassenen, zij voeden het kind op. De derde pedagoog is de omgeving; de ruimtes en de geboden materialen.
Rudolf Steiner (1861-1925) is vooral bekend als de grondlegger van de antroposofie. Daarnaast ontwikkelde hij een unieke pedagogische visie die bekend staat als de Waldorf-onderwijsmethode. Een belangrijk uitgangspunt van Steiner is dat elk kind uniek is en de gelegenheid moet krijgen om zich volledig te ontplooien.
Daarnaast hoort er in een pedagogisch beleidsplan aandacht te zijn voor: de rol van de kindmentor die de ontwikkeling van het kind met de ouders bespreekt. de manier van werken in de groep. de maximale groepsgrootte, de leeftijdsopbouw en het aantal pedagogisch medewerkers.
Structuur betekend hierin een vaste volgorde van handelingen. Hierbij kan gedacht worden aan een dagritme een vast ritueel voor het eten of een bepaald liedje voordat er geslapen gaat worden. Grenzen stellen gaat om het op een effectieve en positieve manier richting geven aan het gedrag van kinderen.
Vierogenprincipe. Kinderdagverblijven moeten bij de dagopvang werken volgens het vierogenprincipe. Dat betekent dat er altijd 1 volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een pedagogisch medewerker. De precieze invulling van deze eis kan op ieder kinderdagverblijf anders zijn.
Vanaf 1 juli 2024 gaan het minimumloon en uitkeringen omhoog. Supermarkten en de horeca mogen geen tabak en e-sigaretten meer verkopen. Het is voortaan verboden om bepaalde dieren te fokken of te verkopen. De huren van sociale huurwoningen en kamers kunnen stijgen.
Het doel van deze wet is om de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren. De maatregelen uit de Wet IKK komen voort uit het akkoord Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang dat toenmalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) Lodewijk Asscher, BK, Sociaal Werk Nederland, BOinK, FNV en CNV in 2016 sloten.