Ook persoonlijke factoren zoals een chronische ziekte of een licht verstandelijke beperking, stijgende kosten voor levensonderhoud, werk dat te weinig betaalt om van te kunnen leven of een te groot bestedingspatroon kunnen voor armoede zorgen.
Armoede ontstaat bij een (chronisch) tekort aan betaal- of ruilmiddelen bij bepaalde personen, waardoor de aanschaf van noodzakelijke bestaansmiddelen buiten het bereik van die personen valt.
Armoede heeft vergaande gevolgen voor iemand zijn leven. Armoede zorgt bijvoorbeeld voor minder kans op een opleiding, heeft betrekking op je woonsituatie en je gezondheid. Schaamte, sociaal isolement, eenzaamheid, stress en depressies kunnen een gevolg zijn van armoede.
Het percentage van de bevolking dat in armoede leeft is volgens de Wereldbank het hoogst in Madagaskar (82 procent), Burundi (78 procent) en de Democratische Republiek Congo (77 procent). Maar ook in veel andere Afrikaanse landen leven nog steeds veel mensen in armoede.
Belangrijkste oorzaak van armoede is de monetaire armoede, dat wil zeggen dat het inkomen lager is dan de armoedegrens. Het aantal mensen dat in deze situatie zat, daalde vorige jaar (16,9 procent) tegenover 2016 (17,3 procent), maar steeg wel tegenover 2008 (16,6 procent).
diploma, sociaal netwerk, inkomen uit arbeid,…). Maar door tegenslagen zoals echtscheiding, werkloosheid, ziekte, overlijden van een gezinslid, (meestal een combinatie van factoren waarbij een sneeuwbaleffect ontstaat…) komen ze in armoede terecht.
Wat is de lage-inkomensgrens? Bij een inkomen onder de lage-inkomensgrens spreekt het CBS van een huishouden met een laag inkomen of van een huishouden met risico op armoede. In 2020 lag de grens voor een alleenstaande op 1.100 euro per maand, voor een paar was dat 1.550 euro.
Iemand heeft een risico op armoede indien het inkomen lager is dan 60% van het mediaan inkomen. Zo ligt voor een alleenstaande de grens vandaag op 1.187 euro netto per maand. In het monitoringsrapport van de sociale zekerheid zitten ook mensen vervat die onder de risicogrens vallen.
Volwassenen met een bijstandsuitkering leven vaker met een lager inkomen dan werkenden en hebben het meeste risico op armoede. Zelfstandigen hebben een groter armoederisico dan mensen in loondienst. Daarnaast hebben niet-westerse migranten en statushouders vaker een laag inkomen en risico op armoede.
Mensen in armoede ervaren problemen op verschillende levensdomeinen. Ze hebben een laag inkomen, zijn laaggeschoold en staan zwak op de arbeidsmarkt, wonen in slechte omstandigheden, hebben lichamelijke of psychosomatische klachten, kennen conflictueuze sociale relaties.
We maken onderscheid tussen twee vormen van armoede, namelijk relatieve armoede en absolute armoede. Relatieve armoede betekent dat iemand arm is in vergelijking met de welvaartsstandaard van de omgeving waarin hij leeft.
Ook persoonlijke factoren zoals een chronische ziekte of een licht verstandelijke beperking, stijgende kosten voor levensonderhoud, werk dat te weinig betaalt om van te kunnen leven of een te groot bestedingspatroon kunnen voor armoede zorgen.
Armoedepercentages per gemeente
Figuur 1 toont per gemeente hoeveel mensen in 2017 een inkomen onder het niet-veel-maar-toereikendcriterium hadden. Rotterdam had het hoogste aandeel arme inwoners (10,9%), direct gevolgd door Amsterdam (10,5%) en Den Haag (10,3%).
Daarnaast zijn er veel organisaties en bedrijven die het belangrijk vinden deze arme landen hulp te bieden. De hulp die ontwikkelingslanden krijgen noem je ontwikkelingssamenwerking of ontwikkelingshulp. Bekende organisaties die zich inzetten voor ontwikkelingslanden zijn UNICEF, Edukans, Cordaid en Humana.
Armoede die voor de samenleving niet goed zichtbaar is en die veelal veroorzaakt wordt doordat mensen niet of onvoldoende gebruikmaken van inkomensondersteunende voorzieningen.
Mensen uit een huishouden met een inkomen onder de armoedegrens leven gemiddeld ongeveer 5 jaar korter dan mensen met een hoger inkomen. Het verschil in gezonde levensjaren bedraagt zelfs 14 jaar.
De meeste arme Nederlanders wonen in de grote steden. In Amsterdam is 15,4 procent van de bevolking arm, in Rotterdam 14,9 procent en in Den Haag en Groningen 14 procent. Ook in Zuid-Limburg zitten relatief veel mensen onder de armoedegrens; in Vaals 13,7 procent en in Heerlen 13 procent.
Armste landen ter wereld
De meeste ontwikkelingslanden bevinden zich Zuid- en Midden-Amerika, Afrika en Azië. De allerarmste landen bevinden zich in Afrika: Centraal-Afrikaanse Republiek, Zuid-Soedan, DR Congo en Burundi behoren tot de armste landen ter wereld.
Armoede is te weinig financiële mogelijkheden hebben om de minimaal noodzakelijke goederen en voorzieningen te bekostigen. Iemand is arm wanneer hij onvoldoende inkomen heeft voor bijvoorbeeld voeding of een goede woning.
Sociale armoede betekent dat mensen niet mee kunnen doen aan het normale maatschappelijk leven omdat er geen geld is voor een sportclub of vereniging, voor schoolactiviteiten of een uitstapje van de bejaardenvereniging of bijvoorbeeld voor toegang tot internet.