Agressief gedrag kan verschillende oorzaken hebben. Het kan te maken hebben met het karakter van je kind, maar ook met de vrienden met wie je kind omgaat. De oorzaak kan ook liggen in spanningen en stress. Het is ook mogelijk dat je kind moeite heeft om emoties te beheersen.
De gevolgen voor het individu variëren aanzienlijk, van demotivatie en minder voldoening van het werk, tot stress en schade aan de lichamelijke en/of geestelijke gezondheid. Er kunnen zich posttraumatische symptomen zoals angst, fobieën en slaapproblemen voordoen.
Kenmerken kunnen zijn: Chagrijnig. Negatieve gevoelens, boosheid en frustratie uiten. Niet of slecht luisteren en/of communiceren.
Oorzaak woedeaanvallen
Boosheid en woede komt meestal voort uit een zekere spanning in je lichaam die er uit wil. Doordat je wellicht een bepaalde onzekerheid hebt, onverwerkte stress vasthoudt of snel getriggerd wordt omdat je hoge verwachtingen hebt, uit deze spanning zich in een woedeaanval.
Herken agressief gedrag en zet uw vaardigheden in. Zorg altijd voor voldoende ruimte tussen u en de agressor. Geef uw grens tijdig aan en stel vragen waardoor de agressor even moet nadenken. Geef ruimte aan frustratie-agressie en vertel wat u wel en wat u niet kunt doen.
Luister naar de oorzaak
Meestal ligt de aanleiding voor frustratieagressie in regels, afspraken, begrenzing of gedragscorrectie. De agressie kan gericht zijn tegen jou als persoon. Maar even goed krijg je de agressie over je heen omdat jij het systeem, de instelling, de regelgeving of de autoriteit vertegenwoordigt.
Instrumentele agressie is meestal doelgericht en daarom meer overwogen en minder emotioneel. Vijandige agressie gaat samen met verhoogde emotionele lading bij de dader (woede, maar ook angst of depressie) en is vaker impulsief en in reactie op situaties.
Psychopathologische agressie: deze vorm zie je vaak in combinatie met middelengebruik (drank/drugs, medicatie) of als gevolg van neurologische of psychiatrische aandoeningen, zoals dementie en PTSS. Doordat je niet precies weet wat er in het hoofd van de cliënt omgaat is het lastig in te schatten hoe hij zal handelen.
Agressie kent diverse uitingsvormen: ➢ verbaal (schelden, beledigen, vijandige boodschappen uitzenden, bedreigen); ➢ psychisch (lastig vallen, onder druk zetten, intimideren, bedreigen, irriteren); ➢ fysiek (dreigende houding aannemen, schoppen, slaan, bijten, vastgrijpen).
Antisociaal gedrag: Als je antisociaal gedrag laat zien word je niet alleen vaak boos, maar doe je ook dingen die echt niet mogen. Bijvoorbeeld schreeuwen, pesten, liegen en vechten. Ook maak je wel eens dingen stuk of steel je. En het kan zijn dat je weleens spijbelt of wegloopt.
Ga naar je huisarts en bespreek de situatie. Hij/zij kan je doorverwijzen voor hulp. Bijvoorbeeld door Fier. Je kunt ook rechtstreeks contact opnemen met Fier via 088 – 20 80 000 of met Veilig Thuis, via 0800-2000.
Frustratie-agressie
begrip tonen en een gevoelsreflectie geven. vragen stellen en doorvragen naar de oorzaken van de frustraties. samenvatten om te controleren of je de ander goed hebt begrepen. het gesprek afronden met een aanbod dat je waar kunt maken en dat voor de ander acceptabel is.
Wie emoties opkropt, wordt op den duur ziek of raakt gefrustreerd. Af en toe je boosheid ventileren, is dus best gezond. Maar als je andermans grenzen overschrijdt, (bewust) schade berokkent aan iets of iemand, of als je met je woede iets probeert te af te dwingen ten koste van de ander, dan is er sprake van agressie.
Er zijn 3 vormen van agressief gedrag: verbale, psychische en fysieke agressie.
Er zijn verschillende manieren om met de gevoelde boosheid om te gaan. Je kunt je boosheid uiten, of niet uiten. Je boosheid uiten kan gebeuren op een adequate manier, maar ook op een niet- adequate manier. Wanneer boosheid direct en op een niet-ade- quate manier wordt geuit, spreken we van agressie.
Het gaat dus om feitelijke agressie én om gevoelens van onveiligheid die worden veroorzaakt door vijandig, vernederend of intimiderend gedrag.
Kort gezegd is boosheid een emotie waarbij er uiting wordt gegeven aan onderliggende frustraties. Een frustratie die overal over kan gaan, onbegrip van de omgeving of juist onbegrip over jezelf. Op het moment dat frustratie toeneemt, neemt ook de emotionele spanning toe.
Kalmeren en confronteren. Kalmeren: uit laten razen, actief luisteren, begrip tonen, vragen stellen, vragen beantwoorden/informatie geven, houd voldoende afstand; Confronteren: gedrag benoemen, grenzen aangeven, consequentie aangeven, keuze bij de agressor laten.
Frustratie agressie: als expressieve agressie niet op de juiste manier wordt aangepakt, kan deze vorm van agressie veranderen in frustratie agressie. Dit is het snel en onverwacht tonen van oplopende emoties en het ontstaan van een verminderde controle over het eigen gedrag.
Ondanks je inspanningen zul je agressief gedrag niet altijd kunnen voorkomen. Krijg je ermee te maken, dan kun je het volgende doen: Blijf rustig, zorg dat je naaste je goed kan zien en maak oogcontact; laat het niet merken als je bang bent. Houd afstand en pak haar niet vast.
Kritiek op hun gedrag leidt in hun gedachte vaak direct tot het onderuithalen van hen als persoon. Ze reageren in dit soort gevallen vaak met woede, maar verbergen daarmee de onmacht, onzekerheid en schaamte die ze diep van binnen voelen.
De periodieke explosieve stoornis is een psychische aandoening. Wie aan deze aandoening lijdt, kan zijn woede of drift niet beheersen en vertoont buitensporig gewelddadig gedrag. In het DSM-V is de aandoening ingedeeld bij de stoornissen van de impulsbeheersing.