Als oorspronkelijke bewoners van het land leven de indianen, een naam die we op deze plaats zullen handhaven, nu voor het merendeel in de marge van de Surinaamse samenleving. Een gangbare indeling is die naar beneden- en bovenlandse indianen.
De Surinaamse bevolking bestaat uit mensen met verschillende achtergronden. De oorspronkelijke bewoners van het Amerikaanse continent, de Indianen, wonen nog steeds op het Surinaamse grondgebied. Er leven verschillende Indianenstammen in Suriname. Elk van deze stammen heeft een eigen geschiedenis.
De eerste bewoners
Een Akoerio-indiaan. In het diepe zuiden van Suriname zijn sporen gevonden van indianen die daar tussen 10 000 en 7000 jaar geleden leefden. De eerste indianenstammen op Surinaams grondgebied waren de Arowakken en de Caraïben. Zij leefden van jagen en verzamelen.
De Wayana-gemeenschap bestaat uit ongeveer 1500 mensen en leeft verspreid over de landsgrenzen van Brazilië, Frans-Guyana en Suriname. In Suriname wonen er verschillende inheemse gemeenschappen: de Akurio, Kali'na, Lokono, Trio en Wayana.
Inheemse Surinamers zijn de oorspronkelijke bewoners van Suriname. Tot en met de jaren 1980, en informeel lang erna, was indianen als benaming algemeen gebruikelijk. Inheemsen wonen met name in het binnenland en op de oostelijke kustvlakte.
De meeste Creolen wonen in Paramaribo, lang waren zij de grootste bevolkingsgroep van Suriname Inmiddels zijn ze qua aantallen door de Hindoestanen ingehaald.
In de bevolking van Suriname in 2004 kunnen vier grote en een aantal kleinere etnische groepen worden onderschei- den (staat 1). De vier grote groepen zijn, in volgorde van omvang, de Hindostanen, creolen, marrons en Javanen. Hindostanen vormen de grootste groep.
Weetje: Vroeger heette Suriname, Nederland-Guyana. Dus hadden we Brits-Guyana, Nederlands-Guyana en Frans-Guyana, om het even moeilijk te maken. Suriname heeft een tropisch regenwoudklimaat, met een grote en kleine regentijd.
Bevolking. Toen Amerika door de Europeanen werd ontdekt in 1492, woonden er in dit werelddeel - en dus ook in Suriname - alleen Indianen. De eerste Europeanen die naar Guyana kwamen, het gebied waar ook Suriname deel van uitmaakt, waren Spanjaarden, later gevolgd door Engelsen en Nederlanders.
Ongeveer 35.000 jaar geleden of daaromtrent trokken kleine groepen jagers en verzamelaars uit Azië over de Beringstraat naar Amerika: zij zijn de voorouders geweest van alle Indianen in Noord- en Zuid-Amerika. Deze groepen trokken langzaam naar het zuiden en kwamen via Midden-Amerika naar Zuid-Amerika.
Indianen zijn de oorspronkelijke bewoners (volk) van Amerika. Tegenwoordig noemt men ze liever Native Americans (Inheemse Amerikanen; in de Verenigde Staten) of First Nations (in Canada). In Suriname wordt vaak de term Inheemsen gebruikt.
Het Nederlands deed zijn intrede in Suriname toen Paramaribo en de omgeving van Nieuw-Amsterdam een Nederlandse kolonie werden. Na het verlies van Nieuw-Nederland werd heel Suriname een Nederlandse kolonie (ook het buurland Guyana en een poosje Frans-Guyana waren Nederlands, zie Nederlands-Guiana).
De Tweede Kamer stemt in met de onafhankelijkheid. Vanaf 25 november 1975 is Suriname, na ruim 300 jaar in Nederlandse handen te zijn geweest, een onafhankelijk land.
In de 15e eeuw werd Suriname ontdekt door de Spaanse conquistador Alonso de Ojeda, de metgezel van Genuees ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus.
De voornaamste creooltalen die in de voormalige Nederlandse koloniën werden gesproken – met name het Papiaments op Curaçao, Aruba en Bonaire en het Sranan in Suriname – zijn echter niet uit een op het Nederlands geënte pidgin ontstaan, maar uit pidgins die gebaseerd waren op het Portugees, Spaans en Engels.
Oud-Nederlanders uit Suriname
In één situatie kunt u opteren voor de Nederlandse nationaliteit, waarbij u een beroep doet op de Toescheidingsovereenkomst. In de Toescheidingsovereenkomst tussen Suriname en Nederland van 1975 werd bepaald wie Nederlander bleef en wie Surinamer werd.
De creolen zijn een Surinaamse bevolkingsgroep die grotendeels afstamt van voormalige in slavernij gebrachte Afrikanen. Veel creolen zijn van gemengd Afrikaans-Europese afkomst. Bij de laatste Surinaamse volkstelling van 2012 identificeerden 84.933 mensen zich als creools.
Vóór 1667 is Suriname, de 'Wilde Kust' tussen de Spaanse en Portugese gebieden, een Engelse kolonie. Bij gebrek aan belangstelling voor een Zeeuws plan om de Engelsen tijdens de Tweede Engelse Oorlog in hun kolonie te treffen, besluiten de Zeeuwen zelf een vloot uit te rusten om de kolonie te veroveren.
De kolonie Suriname, ook wel Nederlandsch Guiana genoemd, liggende tusschen ongeveer 57o en 54o WL.
"Iedereen had een andere taalachtergrond." Mensen hoorden op de plantages een taal en legden daar hun eigen taalsysteem overheen. "Zo werd de taal versimpeld tot het absoluut noodzakelijke en ontstond Sranantongo." Sranan betekent Surinaamse, tongo betekent taal. Surinaamse taal dus.
Suriname werd in 1650 door Engelsen bezet en ontwikkeld als plantagekolonie met geïmporteerde slavenarbeid uit Afrika. In 1667 werd het door Nederlanders veroverd en is het, met korte onderbrekingen, tot 1975 een kolonie gebleven.
48,4% christendom: 26,8% protestants en 21,6% rooms-katholiek, 22,3% hindoeïsme, 13,8% islam, 10,7% geen religie of onbekend, 4,7% traditionele en andere religies.
Marrons zijn gevluchte Afrikaanse slaven die in stamverband in de ontoegankelijke oerwouden of binnenlanden gingen leven en hun afstammelingen. Marrons, weggelopen slaven, leefden in het Caraïbisch gebied, Midden-Amerika, Zuid-Amerika en Noord-Amerika en op eilanden in de Indische Oceaan zoals Réunion.
Op 25 november 1975 werd een relatief stabiel en zich gestaag ontwikkelend Suriname staatskundig onafhankelijk van 'het moederland' Nederland.