Naast de hoge intelligentie (IQ van 130+) is bij hoogbegaafdheid ook sprake van creativiteit, doorzettingsvermogen en motivatie. Wanneer deze motivatie en creativiteit (in creatieve manieren van denken) niet zichtbaar zijn en er “alleen sprake is van uitzonderlijke intelligentie” spreken we over hoogintelligent.
Intelligentie wordt meestal gemeten met een IQ-test. De algemene norm voor hoogbegaafd-zijn is een IQ hoger dan 130. Hoewel intelligentietesten in zekere zin betrouwbaar zijn, geven ze slechts een indicatie van de hoogte van je intelligentie. Je kunt tijdens een IQ test ook andere factoren meten, waaronder faalangst.
Hoogintelligente en hoogbegaafde mensen zijn dus altijd in staat om in beelden te denken. Alleen zo kunnen zij snel en oplossingsgericht denken. In principe gebruiken deze mensen het beelddenken als voorkeursdenken bij het oplossen van problemen. Een hoogbegaafde kan zowel beelddenken als taaldenken.
Heel wat hoogbegaafden groeien snel uit hun baan en dan slaat de verveling en onderprikkeling toe. Ze worden lange tijd niet meer uitgedaagd en krijgen last van chronische verveling, demotivatie en soms depressie. Onder je niveau functioneren is lastig, zeker als je hoogbegaafd bent.
Bij hoogbegaafde kinderen houdt dit langer aan, want ze zijn vaak ontzettend nieuwsgierig en willen het liefst de hele dag nieuwe dingen uittesten. Je kind heeft dan ook een brede interesses en vindt zowel auto's, als vulkanen, als …. ga zo maar door, het einde.
Het hoogbegaafde brein heeft een “bedrading” die voor meer emotionele intensiteit kan zorgen. Er is bewijs dat er meer verbindingen zijn tussen het onderdeel in de hersenen waar de emoties worden waargenomen en de prefrontale cortex. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de emotionele intensiteit van hoogbegaafden.
Hoogbegaafdheid: de nadelen
Je verveelt je snel als je in een groep zit die langzamer denkt en leert dan jij. Mensen begrijpen je gedachtensprongen en gevoel voor humor vaak niet. Soms voel je je daardoor eenzaam en 'anders' dan je klasgenoten. Je kunt problemen krijgen in het maken van contact met anderen.
Waar echter minder aandacht voor is, maar wat mijns inziens net zo belangrijk is, zo niet belangrijker, is de manier van communiceren. Hoogbegaafde, hoogsensitieve kinderen zijn enorm gevoelig voor de toon waarop ze worden aangesproken. Ze scannen voortdurend of je ze begrijpt, ze voor vol aanziet en ze waardeert.
Kan uitzonderlijke begaafdheid verdwijnen? Nee. Uitzonderlijk begaafde kinderen groeien op tot uitzonderlijk begaafde volwassenen (zoals hoogbegaafde kinderen dat ook doen overigens). Maar op weg naar volwassenheid kan de hoogbegaafdheid zich “verstoppen”.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Hoogbegaafdheid is deels erfelijk en deels omgeving gebonden. Erfelijkheid betekent dat de kans groot dat in een gezin meer personen (kinderen, ouders) hoogbegaafd zijn, wat overigens geen garantie is dat die hoogbegaafdheid ook tot uiting komt. Het ontwikkelingsprofiel van hoogbegaafde kinderen kan disharmonisch zijn.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Hoogbegaafdheid is een gevolg van één of meer aangeboren bekwaamheden of potenties en interactie met de omgeving. Hoogbegaafdheid bestaat ook door verworven of geleerde en gestimuleerde vaardigheden. Wat aangeboren is moet zich kunnen ontwikkelen en gestimuleerd worden.
Je bent nieuwsgierig naar de wereld
Slim zijn gaat over nieuwsgierigheid naar van alles en nog wat. Volgens experts stellen intelligente mensen vaak vragen als wie, wat, wanneer, hoe, waarom en wat als. Ze vinden het leuk om te leren over andere mensen, culturen, dieren, geschiedenis en de wereld als geheel.
Over kleine dingen en grote dingen. Benoem wat je fijn vindt en wat je waardeert aan de ander. Leer herkennen wat jullie individuele communicatiestijlen zijn en hoe je elkaar daarin kunt vinden. Want zeker als de één zich meer in hoogbegaafdheid herkent dan de ander, kan dit een struikelblok zijn.
Snelle denkers en ideeën en mogelijkheden
Snelle denkers zien vaak eerder dan anderen, kansen en mogelijkheden om problemen op te lossen. Snelle denkers gaan dan snel vertellen wat de oplossing van een probleem is. Hoe de ander daar kan komen en ze zien het plan van aanpak al voor ogen.
Hoogbegaafde kinderen trekken vaak naar oudere kinderen met ongeveer hetzelfde intellectueel niveau. Perfectionisme: Hoogbegaafde kinderen zijn vaak perfectionistisch en leggen de lat voor zichzelf, vooral op academisch gebied, hoog. Dat kan leiden tot faalangst.
Dan is het belangrijk om je kind emotioneel goed te ondersteunen. Vraag bijvoorbeeld hoe het met de opdrachten op school gaat en of je kind zich vaak verveelt. Vraag ook eens hoe het contact met klasgenoten gaat. Toon begrip en werk aan het zelfbeeld van je zoon of dochter, door aandacht te geven aan positief gedrag.
Hoogbegaafde kinderen zijn zich vaak al vroeg bewust van de eigen emoties en wanneer ze deze uiten, worden ze door de omgeving regelmatig bestempeld als 'te'. Denk aan te emotioneel, te gevoelig, te overdreven, te perfectionistisch of te kritisch.
"Onderzoek heeft uitgewezen dat intelligentie grotendeels bepaald wordt door onze genen en onze omgeving, maar ook andere factoren kunnen een rol spelen." Om de genetische component voor intelligentie te bepalen, bestudeerden wetenschappers in het verleden al meermaals het IQ van tweelingen.
Omdat de berekening van de IQ-score verschilt per test, wordt in de toelatingseis gebruikgemaakt van percentielscores. Om lid te kunnen worden van Mensa moet men aantonen dat men een IQ heeft in het 98e percentiel of daarboven.
Net zoals alle leerlingen hebben cognitief begaafde leerlingen – leerlingen die snel en abstract kunnen denken, een sterk geheugen hebben en creatief problemen kunnen oplossen – baat bij onderwijs dat inspeelt op hun leer- en ontwikkelingsbehoeften.
Albert Einstein (1879-1955)
Einstein, de man achter de relativiteitstheorie, was notoir slecht in het onthouden van namen, getallen en data. Desondanks wordt zijn IQ geschat op 160, waarmee hij een genie was.