Bij zelfontlading loopt de accu of batterij langzaam leeg, het voltage zakt weg. Als het voltage onder een bepaald punt komt, dan ontstaat er diepontlading en is de accu niet meer op te laden.
Wanneer u een batterij volledig wilt ontladen, kunt u het beste een speciale lader gebruiken met een vernieuwingsfunctie. Een andere manier is de batterij in een zaklantaarn of ander apparaat te plaatsen en deze ingeschakeld te laten tot de batterij leeg is.
een moderne accu raakt sneller uitgeput wanneer we die volledig opladen en ontladen; ook stijgt de mechanische en thermische belasting wanneer de resterende capaciteit beneden de 30 procent daalt; en bij het opladen wanneer men de 70 procent overschrijdt.
De accu gaat langer mee bij gedeeltelijke ontladingen en vaker opladen dan bij volledige ontladingen. Liefst minimaal 20% capaciteit behouden. Niet te vaak volledig ontladen/laden vanwege slijtage. Volledig ontladen is niet schadelijk.
De normale levensduur van een loodaccu is 3 tot 7 jaar, afhankelijk van het type accu en de toepassing. Afhankelijk van het model loodaccu mag deze nooit dieper ontladen worden dan 80%. Bij een normale startaccu mag deze maximaal (slechts) 20% ontladen worden!
Te lage of te hoge laadspanning
De laadspanning moet altijd tussen de 13,8 en 14,8 volt zitten. Door een te lage of te hoge laadspanning raakt de accu van de auto leeg. Bij een te lage laadspanning laadt de accu tijdens het rijden niet goed op. Een te hoge laadspanning leidt tot het opblazen van de accu.
Bij een lopende motor zou de spanning gemeten over de plus en de min klemmen van de accu tussen de 13,8 en 14,4 Volt moeten zijn. Wijken deze waarden erg af, dan duidt dat eerder op problemen met de dynamo dan op problemen met de accu. Een volle accu zal een spanning hebben van 12,7 Volt.
Types oplaadbare batterijen
De NiMH's leveren een constantere stroom. Beide batterijen mogen niet overladen worden (dan gaan ze kapot, na het laden mogen de batterijen niet te warm zijn), al zijn NiMH's daar gevoeliger voor.
Het verschil met niet-oplaadbare batterijen is dat de chemische reactie waarop de werking berust voor dit soort batterijen omkeerbaar is. Ze kunnen hogere vermogens leveren dan niet-oplaadbare batterijen, maar lopen wel sneller leeg als ze niet worden gebruikt.
Waarschijnlijk zal de meeste elektrische apparatuur waar deze oplaadbare batterij in gebruikt wordt zichzelf al uitschakelen waardoor de oplaadbare batterij niet geheel ontladen raakt. Dit is echter niet altijd het geval zoals bijvoorbeeld bij gebruik in bepaalde zaklampen met een gloeilampje.
Hoe vaak je een batterij kunt opladen, ligt aan het soort oplaadbare batterij. De aantallen variëren van 300 tot 1500 keer.
TIP 2: Oudere eenvoudigere modellen accu's moeten op tijd handmatig ontkoppeld worden om te stoppen met laden. Overladen kan de levensduur van uw accu nadelig beïnvloeden.
De accu is daarna weer goed bruikbaar. Uiteraard is er nooit 100% garantie en de batterij zal nooit volledig herstellen tot aan de fabriekswaarden. Maar, kortom, een lege natte accu is normaliter goed te repareren.
Melding "hoge accuontlading" komt meer voor bij auto's van het merk BMW en Mini. Oorzaak is dan vaak een probleem met het opladen of de staat van de accu. Bij een lage accuspanning schakelen deze auto's zelf naar een soort slaapstand om zo de accu te sparen voor de volgende start.
De eenvoudigste manier om te weten hoeveel er nog in een accu zit is een accumeter. Deze sluit u aan op de + en - pool van de accu. Met behulp van een aantal LED's (rood-oranje-groen) krijgt u dan een grove indicatie. Een nauwkeuriger gereedschap om dit te bepalen is een multimeter (voltmeter).
Lange inactiviteit van de auto kan ook een lege accu veroorzaken. Heeft de auto een lange tijd stilgestaan of rijdt u enkel korte stukjes, dan kan de accu niet goed bijladen. Uiteindelijk zal de accu steeds verder leeglopen door de stroomverbruikers, zoals het alarm of de boordcomputer van de auto.
Een nadeel van oplaadbare batterijen is dat ze zichzelf langzaam ontladen. Als je volledig opgeladen batterijen niet gebruikt, zijn ze na verloop van tijd alsnog leeg. Dat kan vervelend zijn, maar is eigenlijk alleen lastig als je de batterijen zeer sporadisch gebruikt.
Overstappen op oplaadbare batterijen
Meestal kunnen oplaadbare batterijen je alkaline batterij prima vervangen. De nominale spanning van een alkaline batterij is 1,5V. Zodra de batterij begint te ontladen, neemt de spanning af.
Een andere reden is het langdurig blootstellen van de accu aan (veel) te hoge temperaturen. In deze situatie kan de accu of powerbank in theorie dusdanig worden belast dat deze ontvlamt. Er kan worden geconcludeerd dat het zeer onwaarschijnlijk is dat een accu tijdens normaal gebruik uit zichzelf explodeert.
Veel mensen koppelen hun elektrische fiets dag en nacht aan de lader. Dat is niet altijd verstandig. Slimme fietsladers stoppen automatisch zodra de accu vol is, dus die verbind je zonder gevolgen continu met het lichtnet. Bij andere accu's trek je de stekker van de adapter na volladen het beste uit het stopcontact.
Ruwweg kan je de volgende batterij-levensduur verwachten: Brandmelders met een 9V-batterij: ongeveer jaarlijks te vervangen. Brandmelders met AA/AAA-batterijen: ongeveer om de 2 à 3 jaar vervangen. Brandmelders met lithium-batterij: tussen de 5 en 10 jaar, zoals aangegeven op de productpagina en verpakking.
Staat de auto langer dan drie weken stil, dan zou de accu wat uitgeput kunnen raken. ,,Een auto heeft stille verbruikers: denk aan de klok, radio of het centraal vergrendelingssysteem. De auto verbruikt daar ook stroom mee als hij stilstaat. Dan kunnen er accuproblemen ontstaan.
Zeer waarschijnlijk is er dan diepontlading ontstaan. Bij diepontlading is de accu niet meer op te laden en kunt u deze helaas weggooien. Elke accu of batterij heeft last van zelfontlading, de ene soort iets meer dan de andere. Bij zelfontlading loopt de accu of batterij langzaam leeg, het voltage zakt weg.
De autoaccu is leeg. Opladen, hoe lang duurt het in zijn totaliteit? In totaal zal dit ongeveer drie kwartier in beslag nemen. Dit zijn 5-10 minuten voor het aansluiten en loskoppelen van de startkabels.