Fascisme is sterk nationalistisch getint.Er wordt sterke nadruk gelegd op nationale symbolen, geschiedenis en tradities. De natie staat immers boven het individu, en als de natie erop vooruitgaat, gaan ook alle individuen erop vooruit. Daarnaast wordt de eigen cultuur als superieur aan andere verheerlijkt.
Het fascisme is genoemd naar haar oorspronkelijke verschijningsvorm in Italië in de jaren dertig. Het werd een algemenere aanduiding van een ideologie die massaliteit, menselijke ongelijkheid, absoluut leiderschap, streven naar macht en nationalisme verheerlijkt.
Het fascisme is een politieke stroming die is voortgekomen uit de Eerste Wereldoorlog. Het uitgangspunt is een grote macht van een dictator en een onderdrukking van alle tegenstand, desnoods met geweld. Zo wil men het dagelijkse leven en denken van de inwoners van een land bepalen.
Bedacht door de Italiaanse dictator Mussolini, met veel propaganda en militair machtsvertoon. Met Mussolini liep het niet zo goed af, maar er bestaan nog steeds ideologieën met fascistische trekjes. De grondlegger van het fascisme is de Italiaan Benito Mussolini.
Rac + isme wordt racisme; fasc + isme wordt fascisme. Overigens kan racisme maar op één manier worden uitgesproken, als [rasism∂], terwijl fascisme twee geaccepteerde uitspraken kent: [fasism∂] en [fasjism∂].
Beschrijving. De hamer en sikkel (Unicode: ☭) zijn een symbool van de communistische beweging De hamer staat voor de industriële arbeidersklasse, terwijl de sikkel staat voor de landarbeiders, samen staan de hamer en sikkel voor de eenheid van deze twee groepen.
Ook de alt-right-beweging en de verwante Identitaire beweging worden tot extreemrechts gerekend. Andere termen die soms gehanteerd worden zijn nazisme, hedendaagse neofascisme, neonazisme en ultranationalisme.
Net als het fascisme is het nationaal-socialisme een antileer. Het vriend-vijand-denken was een belangrijk kenmerk. Fascisten en nationaal-socialisten benadrukten het belang van het collectief, van de natie en vooral van de volksgemeenschap. Beide verheerlijkten ze viriliteit en absoluut leiderschap.
Steeds meer begon Mussolini te verlangen naar de revolutie. Hij keerde zich echter wel af van een marxistische revolutie en hij streefde naar een niet-marxistische, socialistische en nationalistische revolutie.
Bij het communisme was alles staatseigendom, bij het nationaal-socialisme bezaten de mensen wat ze nog hadden zelf. Het communisme was ontstaan uit een al eerder bedacht principe door Karl Marx en Friedrich Engels, terwijl het nationaal-socialisme 'spelenderwijs' door Hitler is uitgevoerd.
Deze groet werd in Italië ingevoerd door de fascistische dictator Benito Mussolini en in Duitsland door de nazidictator Adolf Hitler. De groet leeft nog steeds bij de huidige generatie nazi-aanhangers en bij sommige voetbalsupporters, bijvoorbeeld bij SS Lazio dat een zeer grote fascistische kern heeft.
Propaganda is een vorm van communicatie waarbij door de belanghebbende partij wordt getracht aanhangers voor haar gedachtegoed te winnen. Door het bewust verspreiden van eenzijdige en/of verzonnen informatie wordt geprobeerd de publieke opinie te bespelen.
Nationalisme is een in de 19e eeuw ontstane politieke ideologie die stelt dat de staat als politieke eenheid moet voortvloeien uit de natie als historisch gegroeide sociaal-culturele eenheid. Dit kan gepaard gaan met een idee van exceptionalisme, wat de eigen nationale identiteit afgrenst tegenover andere naties.
Een ideologie is een geheel van ideeën over de mens, menselijke relaties en de inrichting van de maatschappij, dat leeft binnen een maatschappelijke groep, met name een politieke partij, een denkstroming of een sociale klasse.
Wordt gebruikt voor ambtssymbolen die bestaan uit een bundel roeden om een bijl gebonden waarvan het blad uitsteekt. Werd voor romeinse magistraten gedragen als symbool van hun macht.
Fascisme en communisme. Fascisme en communisme worden als de uiteinden van het politieke spectrum gezien. De communistische ideologie houdt een radicalisering in van de klassenstrijd, de fascistische ideologie kent daarentegen de klassencollaboratie (Sergio Panunzio), het samenwerken van proletariaat en bourgeoisie.
Socialisme is een politieke maatschappijvorm, en ook een economische filosofie gebaseerd op socialisatie en het collectief eigendomsrecht van de productiemiddelen. Kerngedachte binnen deze stromingen is dat het collectief de hoogste beslissingsbevoegdheid heeft over de verdeling van macht en goederen.
De Rassenwetten van Neurenberg werden op 15 september 1935 ingevoerd. Het waren drie wetten, die zaken regelden zoals burgerschap, bescherming van Duits bloed en Duitse eer en Bescherming van Genetische Gezondheid.
Links is de politieke richting in het politiek spectrum die streeft naar sociale gelijkheid. Termen als links, rechts, centrumlinks en centrumrechts suggereren dat alle politieke partijen vrij eenvoudig gepositioneerd kunnen worden in een spectrum dat varieert van extreem-links tot extreem-rechts.
Extreemlinks, ook wel uiterst links of ultralinks, is een verzamelnaam voor politieke overtuigingen aan de uiterste linkerzijde van het politiek spectrum. De termen worden nogal eens als synoniem gebruikt voor "links-radicaal", hoewel die van oorsprong een fundamenteel andere betekenis heeft.
Partijen en politici die een gematigd linkse of rechtse politiek voorstaan worden doorgaans centrum-links en centrum-rechts genoemd. Deze partijen vallen ook onder de noemer "partijen van het politieke midden" of "centrumpartijen".
Kenmerken communisme
Communistische staten hebben vaak een sterke leider. Er is geen geld, alle producten en diensten worden door de staat verdeeld. Iedereen is gelijk in het communisme, er is geen rijkdom en armoede.
Lenin wordt gezien als de grondlegger van het communistisch partijwezen in Rusland. De Russische Communistische Partij (zoals de bolsjewistische partij sinds 1918 heette) werd door Lenin een strak en centraal geleide politiek waar het democratisch centralisme werd ingevoerd.