De goddelijke wet is tweevoudig, het nieuwe testament is volgens Thomas het kind onder toezicht en het nieuwe testament is de volwassen man zonder toezicht. In zijn ogen was het oude testament niet volmaakt en het nieuwe dat wel. De wet is gericht op het gemeenschappelijk goede.
In de middeleeuwen werd het natuurrecht afgeleid uit de Bijbel. Goddelijk recht, natuurrecht en positief recht mochten nooit met elkaar in strijd zijn. Hugo de Groot (1583-1645) maakte de morele standaard los van God of kerk, en stelde dat er onveranderlijke minimum vereisten waren voor een stabiele samenleving.
Het natuurrecht is een recht dat voor iedereen, in elke cultuur, overal ter wereld geldt. Filosofen die denken dat er inderdaad een moraal bestaat die voor iedereen geldt, zijn “natuurrechtdenkers“. Een voorbeeld van zo'n moraal kan zijn “je mag geen andere mensen doden”.
Het gaat om een voor derden kenbare macht jegens een bepaald object. Bij vermogensrechten wordt die macht vaak uitgedrukt door middel van een schriftelijk bewijs. Die eis van kenbaarheid is in het goederenrecht erg belangrijk.
Het droit divin, Frans voor 'goddelijke recht', was het recht waarop de christelijke vorsten in vroeger eeuwen hun heerschappij baseerden. Volgens dit recht had de vorst de macht rechtstreeks van God gekregen en was hij daarmee geen verantwoording aan individuen schuldig.
Rechtspositivisme is een rechtsfilosofie die geldend recht ziet als de veranderlijke wet- en regelgeving die is uitgevaardigd door de overheid, zonder een noodzakelijk verband met moraal. Daarmee staat het tegenover de natuurrechtsleer dat uitgaat van onveranderlijk recht dat van nature gegeven zou zijn.
Wetten zijn geschreven rechtsregels. Elke wet is onderdeel van het recht, maar het recht is breder dan enkel wetten. Ook de rechtspraak (jurisprudentie), de rechtsleer, verdragen en gewoonten zijn rechtsbronnen. De aankondiging van een wet wordt soms een edict genoemd.
Een universele wet of kosmische wet is binnen de esoterie en new age de basis van waaruit de mensheid kan evolueren naar een hoger bewustzijn. Ze worden zo genoemd, omdat met deze wetten regels en principes worden bedoeld die universeel geldig zouden zijn.
Natuurwetten worden ook wel wetenschappelijke wetten genoemd en zijn wetmatigheden die altijd gelden en nooit veranderen. Zo valt een appel nooit omhoog, maar altijd naar de grond en draait de aarde altijd om de zon. Kortom: iets wordt een wet genoemd als het verschijnsel universeel en onveranderlijk is.
Wetmatig definities
Uitspraak: [ wɛt'matəx ] Afbreekpatroon: wet·ma·tig 1) volgens een wet (1) juridisch Voorbeelden: 'Eigendomsrechten bepalen wie de wetmatige eigenaar is. ' , 'Een politieoptreden moet wetmatig zijn. ' 2) volgens een vast patroon Voorbeelden: 'Deze aandoening heeft een geleidelijk wet...
Het Absolutisme is een regeringsvorm waarbij de macht van de koning niet wordt ingeperkt door een grondwet of de rechten van anderen.
De absolute monarchie of het vorstelijk absolutisme is een regeringsvorm waarbij de vorst over volledig regerende autoriteit beschikt; hij is niet door wetten gebonden, noch is hij verantwoording verschuldigd.
Op 23 juni was het 200 jaar geleden dat Lodewijk Napoleon, de broer van de Franse keizer Napoleon, als koning zijn intrede in ons land deed. Hoewel hij een buitenlandse vorst was, kan hij toch als eerste nationale vorst worden gezien.
De Grondwet wordt vaak de hoogste wet genoemd. Sinds de jaren vijftig erkent de grondwet zelf echter het bestaan van nog hoger recht: het internationaal recht. De introductie van grondwetsbepalingen hierover in 1953 besliste juridische debatten die al lang gaande waren.
Het zijn rechten waar je geld op kunt waarderen, zoals het geld op je bankrekening. Wanneer je in het vermogensrecht een recht hebt, dan word je in juridische termen als 'rechthebbende' aangemerkt.Dit betekent dat je een recht op een goed hebt.
In een samenleving heb je als burger steeds bepaalde rechten en plichten. Kortgezegd zijn rechten de zaken die je mag doen, waar je recht op hebt.Daartegenover zijn plichten de zaken die je moet doen of moet laten.
Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten.
Eigendom als negatief recht: - Overheid mag niet (al te veel) voorschrijven, ingrijpen, beperken, verdelen - Eigendom is individueel, tegen anderen in te roepen recht op eigen goederen. Aan de andere kant moet de overheid wel inspanning leveren om dit te waarborgen.
Algemene rechten en integriteitsrechten (non-discriminatie, gelijke behandeling, bescherming van de persoon en van zijn of haar privacy, huis en familieleven, martelverbod); Vrijheidsrechten (vrijheid van meningsuiting, van godsdienst en levensovertuiging, van vereniging).