Impact van geheugenproblemen. Geheugenproblemen na een hersenaandoening hebben soms een grote impact op je leven. Met ernstige geheugenproblemen kun je nieuwe informatie soms moeilijker bewaren. Vaak hangen problemen met je geheugen samen met andere problemen zoals minder snel begrijpen en sneller afgeleid zijn.
Vergeetachtigheid kan een symptoom zijn van dementie. Je kortetermijngeheugen werkt dan niet meer goed. Dat betekent dat je je zaken die kort geleden zijn gebeurd, slecht kunt herinneren.
Met de volgende tips kun je jouw geheugen trainen: Herhaling: door nieuwe informatie te blijven herhalen – bijvoorbeeld bij het leren voor een tentamen – kun je het vaak beter onthouden. Leer daarom niet alles op het laatste moment, want dan heb je geen tijd om alles te herhalen.
Wat is kortetermijngeheugenverlies? Bij kortetermijngeheugenverlies heeft de hippocampus problemen met het inprenten en onthouden van informatie. Je merkt dan bijvoorbeeld dat je moeite hebt om lange zinnen te begrijpen. Het kan hierdoor lastig of onmogelijk worden om een gesprek te voeren of een tekst te begrijpen.
Tot op heden bestaat er geen behandeling die geheugenstoornissen kan verhelpen. Er zijn wel middelen die de progressie van de ziekte kunnen vertragen en een invloed hebben op de gedragsproblemen. Deze worden door een neuroloog voorgeschreven na grondig onderzoek.
Vergeetachtigheid, geheugenverlies en dementie zijn niet hetzelfde. Vergeetachtigheid is een onschuldig verschijnsel waarbij iemand zich tijdelijk iets niet kan herinneren.
Kenmerken van dementie
vergeetachtigheid; taalproblemen, bijvoorbeeld niet op woorden kunnen komen of de betekenis van woorden vergeten; gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen; problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.
Vraag bijvoorbeeld of ze dingen willen herhalen of willen opschrijven voor u. Neem de tijd om iets te onthouden. Schrijf de dingen op die u niet wilt vergeten, bijvoorbeeld in een dagboekje of agenda. Kijk vaak in het boekje of u niets vergeten bent.
Als iemand zich zorgen maakt, veel stress heeft of veel piekert, is er in de hersenen tijdelijk minder ruimte voor andere dingen. De geheugenklachten verdwijnen weer als de zorgen minder worden.
Met name vitamine B3 (niacine) en B11 (foliumzuur) zijn essentieel om hersenmist en vergeetachtigheid tegen te gaan.
Galantamine, rivastigmine en donezepil worden gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Alzheimer, Parkinson dementie en Lewy body dementie. Bij de ziekte van Alzheimer schrijven artsen deze medicijnen voor bij 'beginnende tot matig ernstige vorm van de ziekte van Alzheimer'.
Gezond eten voor je geheugen betekent: veel broccoli en groene bladgroenten, zoals spinazie en andijvie. Je geheugen gedijt er prima bij. Voedingsmiddelen vol foliumzuur zijn ook prima voor je geheugen, denk aan erwten en linzen. En vis is belangrijk, vanwege de omega-3-vetzuren.
Cortisol is een stresshormoon. Het zorgt er onder andere voor dat we emotionele ervaringen beter onthouden. Dat wil zeggen dat als je iets meemaakt waarbij je een sterke emotie voelt, je geheugen dit extra goed opslaat.
Wat is het verschil tussen alzheimer en dementie? In het kort gezegd; dementie is een verzamelnaam voor meer dan 50 verschillende ziektes. De ziekte van Alzheimer is één van de vormen van dementie. Van alle vormen van dementie komt alzheimer het meeste voor.
Van deze middelen, waaronder de antipsychotica, de tricyclische antidepressiva en de benzodiazepinen, is in een meta-analyse van gerandomiseerd onderzoek, de hoogste categorie van wetenschappelijk bewijs (categorie A), en in observationeel onderzoek (categorie B) gevonden dat ze geheugenstoornissen kunnen veroorzaken.
Gewone geheugenproblemen zijn vaak tijdelijk en kunnen worden veroorzaakt door spanningen, drukte, depressie, somberheid, narcose of ouderdom. Maar geheugenproblemen kunnen ook het gevolg zijn van een hersenaandoening.
Beginnende dementie herkennen
Vergeetachtigheid. Problemen met dagelijkse handelingen. Vergissingen met tijd en plaats. Taalproblemen.
Stress en dementie
Stress verhoogt de productie van stresshormonen, beschadigt de hippocampus, beïnvloedt leer- en geheugenprocessen en verlaagt de afweer. Al deze factoren zijn al eens in verband gebracht met dementie. Stresshormonen kunnen nog jaren na traumatische ervaringen in het bloed worden gevonden.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Wat kun je beter niet doen? Probeer jouw naaste niet te veel te corrigeren of tegen te spreken. Dat confronteert de persoon met dementie met wat hij niet meer weet of kan. Hard praten, snel praten of juist fluisteren.
Men kan zich moeilijker concentreren en moeilijker meerdere dingen tegelijk doen. Naast de geestelijke achteruitgang kan iemand ook lichamelijke verschijnselen hebben, zoals wankeler of langzamer lopen. Ook kan bijvoorbeeld verlamming, of gevoelsverlies ontstaan.
Als je ouder wordt, werken je hersenen ook anders. Je vergeet vaker iets dan een jonger persoon. Je hebt last van 'ouderdomsvergeetachtigheid'. Het is even ongemakkelijk maar verder beperken deze 'normale' geheugenklachten je niet in je dagelijks leven.
Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte. De diagnose wordt gemiddeld na zo'n 14 maanden gesteld. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst van de klachten toe.
Risicofactoren om dementie te krijgen
Hoe ouder, hoe groter de kans op dementie. Minder dan 1 procent van de mensen tussen de 60 en 65 heeft dementie. Meer dan 40 procent van de mensen boven de 90 jaar heeft dementie. Ook roken, ongezonde leefstijl en bepaalde ziektes en aandoeningen zijn risicofactoren voor dementie.