Zelfbeschadigend gedrag heeft gevolgen op de korte en lange termijn. Op de lange termijn nemen de negatieve gevoelens weer toe en volgt ook de confrontatie met de lichamelijke gevolgen en eventuele complicaties van de beschadiging.
Gevolgen voor de cliënt
Iemand die zichzelf beschadigt kan zich bijvoorbeeld somber, boos of angstig voelen. Zelfbeschadiging heeft als functie dat die problemen naar de achtergrond verdwijnen. Iemand krijgt meer rust en minder chaos in het hoofd. Iemand kan ontspannen of iets of juist niets meer voelen.
Jezelf verwonden voelt voor sommige mensen fijn. Het werkt tijdelijk en daarom kan het ook verslavend zijn. Een andere reden waarom het verslavend werkt, is omdat je lichaam hormonen aanmaakt tegen de pijn: endorfine. Omdat je lichaam daaraan went, moet je jezelf steeds meer en vaker pijn doen.
Het is vaak niet zichtbaar dat iemand zichzelf beschadigt. Specifieke signalen zijn littekens van bijvoorbeeld snij-en brandwonden, het dragen van bedekkende kleding (bijvoorbeeld lange mouwen in de zomer) en het niet meedoen bij activiteiten waarbij iemand zich om moet kleden, zoals sporten en zwemmen.
Zelfbeschadiging. Zelfbeschadiging omvat het verwonden van de eigen huid of het lichaam met letsel tot gevolg, zonder dat iemand hierbij dood wil. Het is bijvoorbeeld een uitlaatklep voor vervelende gevoelens.
Dan kan het erg opluchten om erover te praten. Bij 113 kan dat direct en anoniem via de chat of telefoon: 113 of 0800-0113 (gratis) of chat.
Zelfverwonding wordt soms gezien als een manier van aandachttrekkerij maar dat is het zeker niet. Jongeren die zich zelf verwonden houden dit over het algemeen geheim, ze schamen zich er voor en zijn bang voor ontdekking omdat ze meestal op onbegrip stuiten.
Zelfbeschadiging is een manier om uiting te geven aan de boosheid, de pijn en en het verdriet. Het kan even de druk verlichten. het is niet zo dat iedereen die zichzelf pijn doet ook kampt met gedachten aan zelfmoord. Maar het kan wel.
Jezelf snijden om maar wat te voelen. Of om even helemaal niets te voelen. Naar schatting doet 1 op de 6 jongeren het weleens.
De oorzaak van automutilatie is bij iedereen anders. Een persoonlijkheidsstoornis, zoals borderline, een psychose of schizofrenie, kan een mogelijke reden zijn. Automutilatie komt ook voor bij verstandelijk gehandicapten. Bij hen is het meestal het gevolg van tics.
Om de zelfbeschadiging te stoppen, is het belangrijk dat je kind leert praten over zijn of haar problemen. Professionele hulp kan daarbij zeker helpen. Al voelt het soms als een drempel om hulp in te roepen.
Jezelf pijnigen doe je niet zonder onderliggende reden. De aandrang om jezelf pijn te doen zal meestal optreden op die momenten dat je met moeilijke, overweldigende emoties zit, die je niet zomaar kwijt lijkt raken. De pijn van de verwonding verdringt op dat moment de emotionele pijn.
Dit kan met behulp van psychotherapie. Afhankelijk van de oorzaak en ernst kunnen hiernaast verschillende medicijnen worden voorgeschreven, zoals antidepressiva (SSRI), antipsychotica en stemmingsstabilisatoren. Als patiënten geen pijn ervaren bij de zelfverwonding kan het medicijn naltrexon worden voorgeschreven.
Uitstellen. Je kunt ook met jezelf afspreken de zelfbeschadiging uit te stellen. Bijvoorbeeld: 'als ik drang voel ga ik eerste 15 of 30 minuten iets anders doen, als ik dan nog drang voel mag ik mezelf beschadigen'. Maak de tijd waarop je iets anders wilt doen steeds langer.
Kun je zelf iets doen bij automutilatie? Merk je dat je jezelf geregeld doelbewust pijn doet of verwondt, roep dan zo snel mogelijk professionele hulp in. Psychotherapie kan je helpen achterhalen wat het onderliggende probleem is en hoe je hier beter mee om kan gaan.
Houd het lichaamsdeel met de verwonding hoog. Dep met een steriel gaasje de randen van de wond droog en maak het vrij van bloed. Zorg dat je de wond niet aanraakt. Breng eventueel hechtstrips aan om de wondranden bij elkaar te brengen als de wond erg bloedt.
Volgens klinisch psycholoog Baetens is zelfbeschadiging besmettelijk en social media zorgt ervoor dat het besmettelijker dan ooit is.
Er blijkt geen verschil tussen wondlijm en hechtingen in cosmetisch resultaat. Sluiten met wondlijm gaat wel sneller en zowel kinderen als volwassenen rapporteren minder pijn. Het risico op loslating of infectie bij het gebruik van wondlijm en hechtingen is verwaarloosbaar (circa 1% van alle gesloten wonden).
Zit er een korst op dan kun je deze soepel houden door er vaseline op te smeren. Smeer geen vaseline op een open wond. Als dit niet praktisch is (bijvoorbeeld in verband met kleding) en bij diepere schaafwonden kun je de schaafwond afdekken met metaline of ander niet aan de wond klevend verband.
Doordat de cellen in de basale laag zich voortdurend delen en deze uiteindelijk aan de bovenkant afschilferen, vernieuwt de opperhuid zich ongeveer één keer per maand. Het vermogen tot aanmaak van nieuwe cellen in de basale laag, maakt dat de huid bij een verwonding vrij snel dichtgroeit.
De term 'zelfbeschadiging' is de vertaling van het Engelse 'self-harm' en omvat alle gedragingen die verwondingen/letsel aan de eigen huid of het lichaam toebrengen. Zoals snijden, branden, krassen, krabben, haartrekken, hoofdbonken, voorwerpen in het lichaam brengen of schadelijke stoffen innemen.
Zelfverwonding of automutilatie is wanneer je jezelf opzettelijk pijn doet of letsels toebrengt, bijvoorbeeld door in je armen te krassen met een scherp voorwerp, met je vuist herhaaldelijk tegen de muur slaan, jezelf voor de kop slaan…
Er zijn ook minder onschuldige vormen van nagelbijten. Niet zelden is het gevolg van dwangmatig nagelbijten dat er wondjes, bacteriële infecties en misvormingen ontstaan. Hier is sprake van een milde vorm van automutilatie, een medische aandoening die behandeld dient te worden.
Dit kan met behulp van psychotherapie. Afhankelijk van de oorzaak en ernst kunnen hiernaast verschillende medicijnen worden voorgeschreven, zoals antidepressiva (SSRI), antipsychotica en stemmingsstabilisatoren. Als patiënten geen pijn ervaren bij de zelfverwonding kan het medicijn naltrexon worden voorgeschreven.