Ongelijkheid is volgens hen slecht voor de gezondheid, zorgt voor meer geweld, meer criminaliteit, meer tienerzwangerschappen, meer obesitas, meer depressies, meer wantrouwen, meer kindersterfte, meer stress en minder sociale mobiliteit. Ongelijkheid is niet alleen slecht voor arm, maar ook voor rijk.
Gevolgen van ongelijkheid
Meer inkomensongelijkheid hangt samen met minder opwaartse sociale stijging, minder vertrouwen tussen burgers onderling, en minder politiek vertrouwen onder burgers. Vooral het vertrouwen in de rechtsstaat en het parlement neemt af naarmate de inkomensongelijkheid toeneemt.
Voorbeelden: Ongelijke machtsverdeling: mensen met meer macht hebben meer hulpbronnen zoals geld en connecties. Ongelijke verdeling van bezit (schaarse en hooggewaardeerde zaken): verschillen in kennis en vermogen (geld) Mensen met een hogere status worden anders behandeld dan mensen met een lagere status (minder luxe)
De oorzaken van vermogensongelijkheid
Het gemiddelde rendement op bijvoorbeeld aandelen ligt vele malen hoger dan de economische groei. De mensen waarvan een groter deel van het inkomen bestaat uit vermogensinkomsten profiteren hiervan. Ook overerfbare ongelijkheid is een belangrijke oorzaak.
Ongelijkheid is volgens hen slecht voor de gezondheid, zorgt voor meer geweld, meer criminaliteit, meer tienerzwangerschappen, meer obesitas, meer depressies, meer wantrouwen, meer kindersterfte, meer stress en minder sociale mobiliteit. Ongelijkheid is niet alleen slecht voor arm, maar ook voor rijk.
Migratie en mobiliteit van mensen moet beter en veiliger georganiseerd worden. Ook moet er een einde komen aan discriminerende wetten en praktijken die ongelijkheid alleen maar groter maken. Iedereen moet gelijke kansen hebben en betrokken worden bij alle sociale, economische en politieke aspecten van de maatschappij.
ongelijkheid ontstaat doordat verschillen in bijvoorbeeld vooropleiding, sociaal milieu, sekse, etnische afkomst leiden tot verschillen in inkomen en/of aanzien; voorbeelden geven van het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder (sociale mobiliteit);
Sociale ongelijkheid voorbeelden
Een veelvoorkomende vorm van sociale ongelijkheid ontstaat door de plek waar iemand opgroeit. Deze plek bepaald als het ware al deels de kans op een welvarend leven. Een ander voorbeeld van sociale ongelijkheid is het verband tussen de inkomenspositie van kinderen en dat van hun ouders.
Een hogere Gini-coëfficiënt betekent een hogere inkomensongelijkheid. De gemiddelde inkomensongelijkheid in Nederland gemeten met de Gini-coëfficiënt is 0,29, wat betekent dat de rijkste 10% van de bevolking 29% van het totale inkomen verdient.
Je plek op de maatschappelijke ladder, bepaald door macht, status en inkomen. Zo staan bovenaan de maatschappelijke ladder beroepen als artsen, advocaten en directeuren, terwijl meer onderaan de maatschappelijke ladder beroepen staan als vakkenvullers, schoonmakers en vuilnismannen.
Grote verschillen in welvaart tussen groepen mensen noemen we sociale ongelijkheid. In Brazilië verdienen de meeste mensen in het zuidoosten prima, maar het noordoosten is even arm als veel gebieden in Afrika. Wanneer er tussen gebieden grote verschillen zijn in welvaart, dan noem je dat regionale ongelijkheid.
Zo consumeren rijke mensen een kleiner deel van hun inkomen, wat slecht is voor de werkgelegenheid. Ongelijkheid gaat ook gepaard met hogere schulden, omdat de middenklasse steeds meer moet lenen om de top bij te houden. Bovendien gaat een te hoge ongelijkheid samen met een steeds krachtigere lobby van de superrijken.
Hoe groter de ongelijkheid tussen inkomens, des te groter de gezondheidsverschillen. Ze ontdekten ook dat er een relatie is tussen inkomensongelijkheid en overgewicht, tienerzwangerschappen, opleidingsprestaties, psychische gezondheid, drugs- en alcoholmisbruik en criminaliteit.
Ook is de ongelijkheid nogal groot, maar als gevolg van verstrekte sociale uitkeringen en betaalde belastingen en premies wordt deze bijna gehalveerd. Zo drong in 2019 de inkomensherverdeling de Gini-coëfficiënt terug van 0,54 (primair inkomen) naar 0,29 (besteedbaar inkomen).
Sociale ongelijkheid is de ongelijkheid tussen verschillende bevolkingsgroepen binnen een land. Met sociale ongelijkheid kan worden gekeken of de welvaart in een land wel eerlijk over de mensen is verdeeld. Vaak wordt dit een model afgebeeld, een Lorenzcurve.
Verschillen tussen leerlingen uit lagere en hogere sociale milieus zijn substantieel, en blijken in deze periode nauwelijks te veranderen. Dit contrasteert duidelijk met het beeld van een snel groeiende ongelijkheid in het Nederlandse onderwijs dat de laatste jaren is ontstaan.
De coronacrisis heeft de bestaande kansenongelijkheid tussen kinderen en jongeren vergroot. Kinderen en jongeren uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische achtergrond ervaren in grotere mate de negatieve effecten van de maatregelen die vanwege corona zijn genomen in het onderwijs.
Regionale ongelijkheid is de ongelijkheid tussen verschillende regio's binnen een land. Regionale ongelijkheid wordt vaak weergeven door middel van kaarten met de deelgebieden van een land. De deelgebieden hebben dan vaak een kleur die het bruto regionaal product weergeven in vergelijking met elkaar.
Indeling van mensen hun maatschappelijke positie, bepaald door macht, status en inkomen. Zo staan bovenaan de maatschappelijke ladder beroepen als artsen, advocaten en directeuren, terwijl meer onderaan de maatschappelijke ladder beroepen staan als vakkenvullers, schoonmakers en vuilnismannen.
'Sociale cohesie gaat om zaken als sociale steun, wederkerigheid, wederzijds respect en de verbondenheid binnen en tussen groepen. In een individualistische maatschappij als de onze blijven dergelijke onderwerpen te vaak onderbelicht.
Inkomen is de oorsprong en vermogen het resultaat, ook als het vermogen hiervoor van iemand anders was, is het uiteindelijk toch door iemand 'verdiend'.
De ongelijkheid tussen het totaal van individuele bezittingen (de individuele vermogens); het verschil in (financieel) vermogen tussen verschillende groepen mensen in de samenleving. Als dat verschil relatief groot is wordt ook wel gesproken van een vermogenskloof.
Sociale stratificatie is het indelen van groepen mensen in maatschappelijke lagen waartussen een ongelijkheidsverhouding bestaat. Het indelen gebeurt op basis van sociale categorieën, zoals geslacht, opleidingsniveau of etniciteit.