Gevolgen pesten op latere leeftijd
Gevolgen van pesten kunnen onder andere angst en onzekerheid zijn. Pijnlijke ervaringen zoals je bedreigd, buitengesloten of afgewezen voelen kunnen je lang blijven achtervolgen. Een pestverleden verwerken is iets waar veel mensen hulp voor zoeken.
Slachtoffers gaan zichzelf door het pesten minder leuk vinden, vertrouwen hun leeftijdsgenoten niet en zijn bang om naar school te gaan. Die gevoelens kunnen leiden tot verder isolement, diepere depressie en nog meer pestgedrag van anderen. Het kan zelfs leiden tot gedachten over zelfmoord.
Het kan gevoelens van stress, angst, eenzaamheid, hopeloosheid en minder zelfvertrouwen veroorzaken. Ook ontwikkelen gepeste kinderen en jongeren vaker serieuze mentale problemen, die ook op volwassen leeftijd van invloed kunnen blijven.
Voor wie gepest wordt
Je voelt je slecht, eenzaam en onmachtig. Zelfs als je sterk in je schoenen staat, kan pestgedrag je helemaal onderuit halen. Je merkt het aan je lichaam: slapeloosheid, hoofdpijn, buikpijn of ademhalingsproblemen.
Pesten op kantoor. Het gebeurt, en de gevolgen zijn zwaarwegend. Uit ons onderzoek (uitgezet door IPSOS) blijkt echter dat bedrijven te vaak weinig tot geen aandacht aan dit probleem besteden.
"Kinderen die gepest worden gaan slechter slapen en anders eten", zegt Gie Deboutte. "Ze voelen zich vaak depressief of apathisch. Op school kunnen ze zich moeilijker concentreren en in sommige gevallen gaan ze spijbelen. Je ziet ook vaak gedragsproblemen, soms zelfs agressiviteit.
Fysiek geweld verdient direct sancties en een straf daarmee mag en kan niet gewacht worden om het te behandelen via een pestprotocol want dit is een misdrijf. Misdrijven zijn bijvoorbeeld diefstal, mishandeling en vernieling.
Daarom kun je de pestkop het beste terug pakken door het anders aan te pakken. Wees het overal mee eens en zeg overal rustig en vrolijk ja op. Je kunt zelfs complimenten maken. Zegt de pestkop: 'Jij bent een sukkel' dan zeg jij: 'Klopt, helemaal waa.
De belangrijkste kenmerken van pestgedrag zijn: er is een negatieve bedoeling. het gebeurt structureel tegen dezelfde persoon of personen. er is machtsongelijkheid, bijvoorbeeld vanwege de sociale hiërarchie in de groep.
Vaak heeft het te maken met de sfeer op de werkvloer. Als er onderling veel competitie en kliekvorming is, dan zie je vaker vijandige, gefrustreerde of jaloerse collega's opduiken. Zeker als de baas de onderlinge spanningen negeert. Soms hopen pesters een betere werkplek te veroveren door iemand anders weg te pesten.
Leerlingen kunnen ook lichamelijke klachten krijgen door pesten, bijvoorbeeld hoofdpijn, buikpijn, bedplassen of slapeloosheid. Wie gepest is, kan daar jarenlang last van houden. Bovendien is de kans op een depressie op latere leeftijd groter. Het zelfbeeld is vaak laag en relaties verlopen soms moeizaam.
Als je gepest wordt, is het belangrijk om erover te praten, om hulp te vragen en duidelijk te zeggen of uit te leggen dat je iets niet fijn vindt. Gepest worden kan pijn doen. Misschien ben je verdrietig of heel boos. Het is in elk geval belangrijk om te weten dat het pesten niet jouw schuld is.
Negeren heeft een grotere impact op werknemers dan pesten. Werknemers die worden genegeerd, zeggen vaker hun baan op dan gepeste werknemers. Bovendien hebben zij meer problemen met hun gezondheid. Toch denken werknemers dat buitensluiting psychisch minder schadelijk is dan pesten.
Buitengesloten worden vermindert je zelfvertrouwen en veroorzaakt stress. Ook heb je door sociale uitsluiting minder het gevoel dat je een betekenisvol leven leidt en dat je controle hebt over de situatie.
Er kan bijvoorbeeld direct en indirect gepest worden. Direct pesten kan bijvoorbeeld bestaan uit schoppen of schelden. Indirect pesten is bijvoorbeeld dat je buitengesloten wordt of dat er over je geroddeld wordt. Daarnaast is er ook nog een specifieke vorm: cyberpesten.
Sociale vaardigheden: Kinderen die minder prosociaal gedrag laten zien, hebben meer kans om gepest te worden. Kinderen die bijvoorbeeld goed kunnen onderhandelen, anderen helpen en steunen, zijn minder vaak het doelwit van pesters.
Hoe hoger het middelbaar onderwijs, hoe minder pestkoppen. Vrijwel elke scholier zit op internet. Desondanks wordt nog altijd het meest gepest in en om de school. Eén op de twintig leerlingen wordt gepest via de computer, het zogeheten cyberpesten.
De gepeste pester
Sommige kinderen of jongeren gaan pesten omdat zij zelf gepest worden of werden. In de wetenschappelijke literatuur worden zij ook wel 'bully-victims' genoemd. Door zelf te pesten, reageren zij de negatieve emoties van het gepest worden af op anderen of nemen ze wraak.
Pesters zijn in veel gevallen onzeker en proberen dit onder stoer gedrag te verbergen. In veel gevallen menen pesters dat ze populairder worden door hun gedrag, maar in werkelijkheid keuren de meeste groepsgenoten het pesten af of zijn ze hooguit aardig voor de pester omdat ze bang voor hem zijn.
Openheid: pesten moet bespreekbaar zijn. Door er met elkaar over te praten, ontstaat erkenning en een gevoel dat pesten bespreekbaar is. De leerlingen moeten het gevoel krijgen dat ze ergens terecht kunnen als het hen gebeurt, of als ze zien dat het een ander gebeurt. Ze moeten weten dat praten geen klikken is.
De reden dat pesten niet stopt, is dat we pas gaan bestrijden als er een probleem is. Een pestprotocol vertelt precies wat er moet gebeuren als er gepest wordt, maar zo'n protocol is eigenlijk een voorbeeld van veel en vooral ook verschrikkelijk te laat.