Wat zijn de belangrijkste werkwoorden in het Frans?
In het Frans gebruik je être en avoir vaak. Ze zijn dan ook de belangrijkste werkwoorden in het Frans. Het is daarom belangrijk dat je goed weet hoe je ze vervoegt.
De meeste Franse werkwoorden eindigen op -er. Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit zijn de regelmatige werkwoorden. Als je de letters -er weghaalt, houd je de stam van het werkwoord over.
Om hypothetische handelingen of veronderstellingen te beschrijven: we gebruiken de verleden toekomende tijd in 'als'-constructies en om verslag te doen van gebeurtenissen waarvan we niet weten of ze waar zijn. Si j'avais du temps, je dormirais.
De meest voorkomende werkwoorden zijn is, was en zijn - allemaal varianten dus van het werkwoord zijn. Als je die varianten samenneemt, en alleen naar de onvervoegde vorm van het werkwoord kijkt, dan zijn de meest voorkomende werkwoorden - na zijn - hebben, gaan, kunnen, moeten en zeggen.
Er bestaan drie soorten werkwoorden: hulpwerkwoorden, koppelwerkwoorden en zelfstandige naamwoorden. Werkwoorden zeggen wat iets of iemand doet of overkomt. Hieronder wordt per werkwoord beschreven wat het inhoudt. Zelfstandige werkwoorden zijn de belangrijkste werkwoorden (doe-woorden) uit de zin.
- Je kunt oefenen op www.verbuga.eu, beetje verouderde website, maar het werkt nog wel goed (bij mijn in ieder geval). - Zing ze op de wijs van een liedje of maak er een rap bij - Zet ze in WRTS, dan kan je ze oefenen van Nederlands naar Frans en andersom Succes!!
Het imparfait wordt gevormd door eerst de vorm van nous (1e persoon mv) in de présent te nemen, daar -ons (de uitgang) van af te halen en de uitgangen van het imparfait (-ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient) ervoor in de plaats te zetten.
Bij sommige werkwoorden verandert de stam als volgt: appeler → j'appelle; bellen → ik bel - lever → je lève; optillen → ik til op - manger → nous mangeons; eten → wij eten, etc.
De vorm zul(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je zult, jij zult, zul je, zul jij. In België is ook de vorm zal neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je zal, jij zal, zal je, zal jij. Als je de betekenis van men heeft, zijn beide vormen gelijkwaardig.