Stand 1, 2 of 3 (in sommige gevallen aangegeven als L voor low) - (Optioneel) Soms krijg je bij het automaat rijden te maken met stand 1, 2 of 3. Dit zijn je lage versnellingen. Dat kan handig zijn wanneer je een zware lading moet trekken (zet hem dan in 1) of wanneer het erg glad is op de weg (dan gebruik je stand 2).
Om te vertrekken met een automaat, hou je je voet eerst stevig ingedrukt op het rempedaal en zet je de pook in de D-stand. Start de motor en laat het rempedaal langzaam los (vergeet de handrem niet!). De auto begint nu te rijden. Om sneller te gaan, druk je het gaspedaal in.
Standen automaat
Zet je de auto in de P-stand, dan blokkeert je versnellingsbak. Deze stand heeft dus als het ware hetzelfde effect als je handrem. Het zorgt ervoor dat je auto niet gaat rollen na het parkeren.
Bij het binnenrijden van een kettingwasstraat staat er meestal de volgende aanwijzing voor voertuigen met automatische transmissie: „Uit de versnelling, versnellingspook op “N”, motor uitzetten, niet sturen, niet remmen. “
De automatische versnellingsbak of automaat
De automaat schakelt wanneer je gas geeft automatisch door naar een volgende versnelling. Des te rustiger jij gas geeft des te geleidelijker dit gaat. Kom je auto tot stilstand dan schakelt deze automatisch naar de 1e versnelling.
Je bent met een automaat zonder schokken, gekraak of stilvallen sneller vertrokken aan de lichten. Ook op een hellende baan ben je gemakkelijker weg. Kortom, met een automaat schakelt je relaxniveau een versnelling hoger en je stressniveau een versnelling lager.
Neutrale stand – N
In deze stand kunt u de motor starten en er is geen versnelling ingeschakeld. Zet de parkeerrem aan, wanneer de auto stilstaat en de keuzehendel in stand N staat.
De motor moet stationair draaien en de handrem niet aangetrokken of ingeschakeld. Als de auto wel in de versnelling staat én op de handrem belemmert u de beweging van de loopband. Er zit vast een beveiliging op om schade aan auto of loopband te voorkomen, maar het zorgt wel voor vertraging voor u en andere klanten.
Dat betekent dus van de versnelling en voor automaten in neutraal. Let ook op dat de handrem er niet op staat, want de auto wordt door de wasstraat heen gereden.
Veel mensen vragen zich af of automatisch of handgeschakeld rijden sneller is. Vroeger was een automaat namelijk suf en trok hij sloom op. Dat is verleden tijd. Tegenwoordig zijn automaten zelfs sneller dan handgeschakelde auto's, mits je weet hoe je het voertuig bestuurt.
Verder is het wel handig om redelijk wat vermogen te hebben in je auto. En hij moet handgeschakeld zijn. Een automaat werkt alleen als je ervoor kunt zorgen dat 'ie niet schakelt (vaak gaan automaten, ook al zet je ze in een specifieke versnelling, toch opschakelen zodra het toerental te hoog wordt en dat wil je niet).
Met een automaat heeft u geen last meer van de hellingproef. Als je de rem loslaat begint de auto namelijk vanzelf te rijden. Geen gedoe meer met achteruit rollen, snel schakelen en gas geven dus.
Automaat rijden heeft geen handleiding nodig, maar de nodige uitleg is zeker vereist. In zekere zin moet je leren rijden met een automatische versnellingsbak, want er zijn toch een hoop dingen die mis kunnen gaan als je de automatische versnellingsbak niet goed bedient.
Een automaat rijden is veiliger
Doordat je niet hoeft te schakelen en niet koppelt, is concentreren op wat er rondom jou gebeurt veel makkelijker. Daarnaast hoef je je stuur niet los te laten om handmatig te schakelen en met twee handen aan het stuur rijden is altijd veiliger.
Als je een keer snel moet optrekken kun je de 'kick down' gebruiken. Het gebruik van de kick-down dient zoveel mogelijk vermeden te worden, omdat hierbij in lagere versnellingen wordt geschakeld om meer vermogen beschikbaar te krijgen om snel door te trekken.
Dure wasprogramma's met bodemreiniging kunnen volgens de Adac, de Duitse evenknie van de ANWB, zorgen voor schade aan je auto. Een goedkoop wasprogramma is vaak het beste, mits een zogeheten voorwas er deel van uitmaakt, aldus de Adac.
De harde borstels in de wasstraat kunnen kleine krasjes in het lak maken. Ga liever naar een wasstraat met lappen in plaats van zogenoemde swirls. Het wordt afgeraden om met een nieuwe auto of een auto die recentelijk is gelakt door de wasstraat te gaan, omdat lak een half jaar nodig heeft om volledig hard te worden.
Als je met je auto door de wasstraat gaat kun je zelf ook even in de relax-stand. Want je hoeft vooral dingen niét te doen, zoals niet remmen en niet sturen. Wat je wél moet doen is de motor aanlaten, de versnelling in zijn vrij zetten (of in het geval van een automaat, in neutraal zetten).
Wat betekent de B-stand? Bij de knop van de automaat vind je de B-stand. Die staat voor Brake of Bremse (Engels respectievelijk Duits). Schakel je die in, dan remt de auto bij het loslaten van het gaspedaal (hoe vreemd dit ook klinkt voor een elektrische auto) meer op de motor af.
1. Overbelasting van een groep in de groepenkast. Vaak is overbelasting van het circuit een reden voor afschakeling. Een automaat schakelt af wanneer er meer stroom doorheen moet dan zijn maximumcapaciteit is.
Optrekken zonder koppeling is bijzonder eenvoudig. Zorg dat de motor niet draait en zet de bak in z'n eerste versnelling. Kijk of de weg vóór je vrij is en start de motor (de koppeling hoef je dus niet in te drukken). De auto zal op de startmotor in beweging komen en de verbrandingsmotor zal de beweging overnemen.
- Aanduwen van een automaat kan niet omdat de torqconverter(koppeling) niet in twee richtingen werkt. - Het slepen van een automaat is ook niet verstandig omdat je dan kans hebt dat de bak niet goed gesmeerd wordt omdat er waarschijnlijk 2 olie pompen zijn, 1 op de ingaande as vanaf de motor en 1 op de uitgaande as.
Normaal gesproken kan een automaatbak net zo lang mee als een handbak. Ze hebben weinig onderhoud nodig, alleen is het oliepeil belangrijk. De meeste automaten hebben dan ook een oliepeilstok net als de motor.