Voorbeelden van religieuze levensbeschouwingen zijn christendom, islam, jodendom, hindoeïsme en boeddhisme. Dit zijn tevens de 5 wereldgodsdiensten.
Een levensbeschouwing kan voortvloeien uit religieuze oriëntaties, culturele tradities, maar kan ook een persoonlijke seculiere opvatting over het leven zijn. Het is een persoonlijke ervaring die niet per se een oorsprong heeft in religie. Een voorbeeld hiervan is het humanisme.
Kern van de vragen van de levensbeschouwing is: wat is de zin van het leven. Daaruit voortvloeiend is de vraag hoe je goed moet leven, ofwel de ethiek. Mensen die geloven dat het leven zin heeft, zijn snel geneigd te spreken over een levensopdracht.
Een godsdienst is eveneens een levensbeschouwing.Maar dan één die concreet is ingevuld in het licht van de God(en) waarin men gelooft. Niet iedereen heeft een godsdienst. Elke godsdienst is dus eveneens een levensbeschouwing, maar niet elke levensbeschouwing is een godsdienst.
Het jodendom is in veel opzichten bijzonder. Het is een van de eerste en oudste religies met één God en de enige godsdienst die ook een volk is.
Religie en levensbeschouwing
Levensbeschouwing betekent dus veel meer dan alleen religie; iedereen heeft een levensbeschouwing en voor sommigen is dat een meer georganiseerde levensbeschouwing terwijl anderen dat individueel en persoonlijk invullen.
Als moslim moet je leven volgens de Vijf Zuilen. De eerste is de Sjahada of geloofsbelijdenis. De tweede is de Salat of het gebed. De derde is de Zakat of liefdadigheid.
Via een levensbeschouwing krijgen mensen antwoord op de vraag over de zin van het leven. Mensen kunnen een eigen levensbeschouwing hebben, maar in de meeste gevallen hebben mensen een bepaalde levensbeschouwing omdat ze een religie aanhangen.
Zoals hierboven eerder aangegeven biedt een levensbeschouwing een samenhangend systeem van opvattingen dat antwoord geeft op een visie op het leven, wat het leven betekent, wat de waarde ervan is en hoe het geleefd moet worden. Een levensbeschouwing biedt een mens- en een wereldbeeld.
Officiële scholen
Die scholen moeten je kind tot zijn 18de de keuze aanbieden tussen de erkende godsdiensten: de katholieke, de orthodoxe, de protestantse, de anglicaanse, de joodse en de islamitische godsdienst.
De overheid verplicht scholen niet om een vak levensbeschouwing of religie te hebben, dus wordt het met name op veel openbare scholen niet onderwezen. Scholen moeten wel aandacht besteden aan levensbeschouwing en religie. Maar hoe ze dit invullen, mogen ze zelf beslissen.
Wat zijn de belangrijkste dingen in jouw leven? Aan welke zaken spendeer jij tijd en waarom eigenlijk? Weet je wat je wilt bereiken in jouw leven en indien ja, wat is dat dan? Heb je soms het gevoel dat je geen tijd hebt om de dingen te doen die je eigenlijk zou willen doen?
Tegen 2060 telt de islam mogelijk even veel aanhangers als het christelijke geloof, momenteel het grootste ter wereld. Ook het aantal gelovigen blijft toenemen in de wereld. Christenen vormen vandaag de grootste religieuze groep op aarde. Moslims komen op de tweede plaats.
Het Mongoolse sjamanisme is volgens de Mongolen het oudste geloof ter wereld en is ontstaan tijdens het Stenen Tijdperk. De relatie tussen mens en natuur staat centraal binnen het geloof.
Gedeelde levensbeschouwing is de kijk op de zin van het leven van een herkenbare groep binnen een cultuur. Vaak gebeurt dat vanuit een bepaald geloof, omdat een geloof vaak antwoord geeft op de levensvragen. De antwoorden worden dus gedeeld door de mensen die het geloof aanhangen.
Een levensbeschouwing kan voortvloeien uit religieuze oriëntaties, culturele gebruiken en rituelen, maar kan ook goed een persoonlijke seculiere opvattingen zijn over het leven, zoals het humanisme bijvoorbeeld. Christendom, islam, jodendom, hindoeïsme en boeddhisme zijn voorbeelden van religieuze levensbeschouwingen.
Antwoord: bij een individuele levensbeschouwing gaat het om een levensbeschouwing van één persoon. Bij een gemeenschappelijke levensbeschouwing echter gaat het om de levensbeschouwing van een groep mensen. Een groep mensen geeft dezelfde antwoorden op levensvragen.
Een levensbeschouwing is een visie op het leven: wat het leven betekent, wat de waarde ervan is en hoe het geleefd moet worden. Een levensbeschouwing gaat nauw samen met spiritualiteit, gedachten en gevoelens over wat de zin van het leven is.
Rationeel. Een filosoof zal op de bestaat-Godvraag en andere levensvragen alleen antwoorden op rationele gronden accepteren. Bij levensbeschouwing worden echter ook minder rationele redeneringen geaccepteerd, je argumenten kunnen ook gebaseerd zijn op een gevoel of een (niet bewezen) overtuiging.
Religie: het verlangen naar het transcendente.Godsdienst: een bepaalde geloofstraditie die mensen verbindt in hun verhouding tot God. Geloof: antwoord op godsopenbaring.
Jouw levensbeschouwing kan voortvloeien uit religieuze oriëntaties, culturele tradities maar kan ook een persoonlijke seculiere opvatting over het leven zijn. Als sociaal professional kan je te maken krijgen met cliënten bij wie religie en levensbeschouwing een belangrijke rol spelen.
Waar het ene kind opgroeit in een weelde aan bezittingen, leidt een ander kind een bestaan met minder. Wat iemand nodig heeft om geluk in zijn bestaan te ervaren, hangt dus sterk af van iemand zijn levensbeschouwing.
Levensvragen zijn alledaagse vragen: wat maakt voor iemand de dag de moeite waard, waar “doet iemand het voor”?En het zijn ook grote vragen naar de zin en de bedoeling van het leven. Op deze vragen heb je niet altijd meteen een antwoord. Daarom worden ze ook wel 'trage vragen' genoemd.