6 stappen van Klinisch redeneren. Stap 1 Oriëntatie op de situatie/klinisch beeld: benoemen en beargumenteren. Stap 2 Klinische probleemstellingen: beredeneren kernproblemen op: somatisch, psychosociaal en ADL-gebied. Stap 3 Aanvullend klinisch onderzoek: meedenken met de arts.
Je kunt door klinisch redeneren bepalen welke zorg een patiënt nodig heeft en waarom, en daardoor beroepsverantwoordelijkheid dragen. Je richt je vaak op het voorkomen of verergeren van problemen. Klinisch redeneren is een proces (het redeneerproces) en een product (het besluit).
De PES methode is een hulpinstrument of meetinstrument om een verpleegkundige diagnose te stellen. Het wordt door verpleegkundigen gebruikt bij het opstellen en maken van een verpleegplan.
Redeneerhulpen die je hierbij kunt gebruiken zijn: Orgaansystemen, EWS, AMPLE , SCEGS en de ABCDE. Verder ga je met nieuwe classificaties leren werken. De eerste is de NANDA. Deze (Amerikaanse) classificatie van diagnoses is vergelijkbaar met de Kernset , maar veel uitgebreider.
Tijdens het telefoongesprek met de hulpverlener gebruik je het SBAR proces: (Situation) Situatie Hoe is de situatie waar je over belt? Identificeer de afdeling, patiënt en kamernummer • Vertel kort iets over het probleem: wat is het, wanneer is het gebeurd/begonnen, hoe ernstig is het?
Indiceren en organiseren van zorg wordt gedaan door een bachelor of master opgeleide verpleegkundige (tijdelijk ook door mbo-verpleegkundigen - zie onder). Indiceren en organiseren van zorg is gericht op versterken van eigen regie en zelfredzaamheid van cliënten en het cliëntsysteem.
Het 5A model is ontworpen om zorgverleners te helpen om structuur te geven aan zelfmanagementondersteuning (CBO, 2014). In het 5A model gaat het over: Achterhalen, Adviseren, Afspreken, Assisteren en Arrangeren (zie figuur 1). (levering van) zorg zijn vastgelegd.
Fase 1: Gegevens verzamelen bij de (Verpleegkundige anamnese) Fase 2: Verpleegkundige diagnose(n) of verpleegproblemen vaststellen. Fase 3: Vaststellen gewenste resultaten. Fase 4: Verpleegkundige interventies plannen in een verpleegplan.
De NANDA –I classificatie omvat de verpleegkundige diagnoses, de NIC de verpleegkundige interventies en de NOC de verpleegkundige zorgresultaten, gezamenlijk NNN genoemd. Classificeren is het ordenen van begrippen en het in rubrieken onderbrengen van zaken op grond van indelingscriteria en bepaalde kenmerken .
Proactive Nursing is een methode waarmee de begeleider de actuele gezondheidstoestand van een cliënt met een verstandelijke beperking op een bepaald moment stapsgewijs vaststelt.
Een verpleegplan ziet er als volgt uit: Anamnese (gegevens verzamelen). Diagnose stellen. Beoogde resultaten formuleren (verwachte resultaten plannen).
Wat? Klinisch redeneren voor verzorgenden is een methodiek die er toe leidt dat verzorgenden in staat zijn om, op een methodische wijze, een complexe situatie te analyseren en hierbij vervolgens de juiste acties in te zetten.
'Een klinische les is een praktijkonderwijsmethode om kennis en informatie uit de praktijk met elkaar te delen en/of nieuwe kennis en informatie in te winnen over een bepaald verpleegkundig / verzorgend onderwerp of een vaardigheid / interventie met als doel deze te kunnen toe passen in de actuele praktijk.
Klinische zorg is zorg waarbij een patiënt is opgenomen in een behandelvoorziening. Patiënten verblijven in een forensische voorziening en krijgen behandeling voor de aandoening die zij hebben. Binnen de klinische zorg zijn er verschillende verblijfssoorten.
DENWIS staat voor Dutch Early Nurse Worry Indicator Score, en moet verpleegkundigen gaan ondersteunen bij het verwoorden van hun niet-pluisgevoel. 'Deze moet nog wel in andere ziekenhuizen worden getest,' aldus Gooske Douw in Nursing februari.
De EWS methode berekenen leidt tot een score. Met deze score kan de verpleegkundige snel de gezondheidssituatie van een patiënt beoordelen en tijdig een arts inschakelen. EWS is dus een meetinstrument waarmee je de gezondheidssituatie van je patiënt kunt monitoren.
Er zijn verschillende methoden voor verpleegkundige overdracht: mondeling, schriftelijk of een combinatie daarvan (Nelson & Massey, 2010). De wijze van overdracht lijkt te variëren afhankelijk van lokale gewoonten en de setting. De oudste vorm van overdracht is de mondelinge vorm (McCloughen e.a., 2008).
SCEGS staat voor Somatisch, Cognitief, Emotioneel, Gedragsmatig, Sociaal. Voor de verdere begeleiding en behandeling is het van groot belang dat arts en patiënt het eens zijn over wat er aan de hand is: een verklaring of een gezamenlijke probleemdefinitie.
Classificaties zijn er in soorten en maten. Meest voorkomende in Nederland en België zijn NANDA, NIC, NOC, Omaha System, ICF en RAI.
NANDA, NOC, NIC is een classificatiesysteem, verwerkt in een database die is ingebouwd in het epd. Het systeem maakt onderdeel uit van het verpleegkundig proces. Verpleegkundigen benoemen op systematische wijze een verpleegkundig probleem (NANDA) en stellen doelen (NOC) en interventies (NIC) vast.