De schulduitsluitingsgrond 'afwezigheid van alle schuld' kan bestaan uit dwaling ten aanzien van de feiten, dwaling ten aanzien van het geldende recht (rechtsdwaling), verontschuldigbare onmacht en het betrachten van de maximaal te vergen zorg.
De klassieke rechtvaardigingsgronden zijn overmacht, noodweer, handelen ter uitvoering van een wettelijk voorschrift en handelen ter uitvoering van een bevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Vier voorwaarden voor strafbaarheid
menselijke gedraging; 2.delictsomschrijving; 3.wederrechtelijkheid; 4.schuld.
Een uitzonderingsgrond in het strafrecht die tot gevolg heeft dat een handeling niet (langer) strafbaar is. Een reden hiervoor kan zijn omdat er geen sprake is van schuld van de verdachte of vanwege het feit dat er een rechtvaardigingsgrond is voor de handeling.
Afwezigheid van alle schuld (avas) is een buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond in het Nederlands strafrecht die voor het eerst door de Hoge Raad werd geïntroduceerd in het Melk en water-arrest van 1916.
Een culpoos delict betreft een strafbaar feit waarbij sprake is van een bepaalde mate van schuld in enge zin. De term is afgeleid van het Latijnse woord culpa, dat schuld betekent. In het Nederlands strafrecht wordt onderscheid gemaakt tussen culpoze en doleuze delicten.
Gevaarlijk rijgedrag is strafbaar gesteld in artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 (WVW '94). Het artikel luidt als volgt: “Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.”
De dader moet een concreet voornemen hebben gehad. Er moet dus (voorwaardelijke) opzet bestaan op het plegen van het misdrijf. Er moet een begin zijn gemaakt aan de uitvoering. Alleen kwade gedachten zijn dus niet strafbaar.
In het strafrecht worden verschillende soorten mishandeling onderscheiden, te weten: Eenvoudige mishandeling: een vorm van fysiek geweld waarbij iemand opzettelijk en wederrechtelijk wordt aangeraakt, waardoor diegene pijn lijdt of letsel oploopt.
Psychische overmacht is een juridisch begrip dat in strafzaken kan worden ingeroepen als een vorm van schulduitsluiting. Het houdt in dat de dader onder zodanige psychische druk heeft gestaan dat hij of zij redelijkerwijs niet anders kon handelen dan op de manier die tot de strafbare gedraging heeft geleid.
Deze erkende excepties zien bijvoorbeeld op gedragingen in de context van de (medische) beroepsuitoefening, de kunst, de wetenschap, het verzet, de sport- en spelsituatie, seksualiteitsbeoefening, het studentenleven en de tuchtiging in het kader van de opvoeding.
Wat is ontoerekeningsvatbaar? Het niet toerekenen van een strafbaar feit aan de dader vanwege zijn psychische toestand.
Het verschilt van een vrijspraak, doordat daar het ten laste gelegde feit niet bewezen verklaard wordt. Het resultaat effect voor de verdachte is grotendeels gelijk doordat de strafvervolging eindigt zonder strafoplegging.
Wederechterlijkheid is een juridisch begrip dat verwijst naar de onrechtmatigheid van een handeling. Een handeling is wederechterlijk als deze in strijd is met het recht en er geen rechtvaardigingsgrond voor bestaat.
De langste gevangenisstraffen die voor zover tot op heden zijn opgelegd zijn die aan de Amerikanen Darron Bennalford Anderson (10.750 jaar in 1997) en Dudley Wayne Kyzer (10.000 jaar + 2 maal levenslang in 1981).
Straf voor Poging tot Zware Mishandeling
In Nederland worden strafbare feiten, zoals zware mishandeling, geregeld in het Wetboek van Strafrecht. Poging tot zware mishandeling is een strafbaar feit en wordt bestraft onder artikel 45 in samenhang met het artikel dat zware mishandeling strafbaar stelt.
Iedere gevangene met een levenslange gevangenisstraf kan in principe na 25 jaar gratie krijgen. Het Openbaar Ministerie en de rechtspraak adviseren onder andere of het veilig is om de gevangene vrij te laten. De regering besluit of iemand gratie krijgt. Gratie is mogelijk als levenslange straf geen doel meer dient.
Artikel 5 WVW is een overtreding en geen misdrijf. Dat betekent dat de kantonrechter bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. Het OM kan er overigens ook voor kiezen om zélf een strafbeschikking op te leggen, al dan niet nadat een zogeheten OM-zitting (hoorgesprek) heeft plaatsgevonden.
De belangrijkste afspraak van de NAVO-landen is: een aanval op 1, is een aanval op iedereen. Dit staat in artikel 5 van het NAVO-verdrag. Bondgenoten helpen elkaar dus wanneer een van de landen wordt aangevallen. Artikel 5 is tot nu toe 1 keer geactiveerd.
Er is sprake van opzet wanneer iemand een verboden gedraging willens en wetens begaat. 1 De meest zuivere vorm van opzet is 'opzet met bedoeling'. Dat houdt in dat de dader zowel de gedraging zelf en de gevolgen zoals ze zijn voorgevallen heeft voorzien en gewild.
Een doleus delict is een delict waarbij de dader de intentie had om de wet te overtreden. Dit betekent dat de dader bewust en met voorbedachten rade handelde. Voorbeeld: Moord is een typisch voorbeeld van een doleus delict. De dader heeft de intentie om een ander persoon te doden en handelt met deze intentie.
Zonder enige schuld kan er geen straf geëist worden. Schuld in ruime zin staat ook wel voor schuld in enge zin en opzet. Opzet is daarbij willens en wetens. Andere synoniemen die je hiervoor tegen kunt komen zijn met het oogmerk, wetende dat, met het voornemen of met de bedoeling.