Stamslabonen Miracle is een verbeterd bonenras, worden ook wel Chinese boontjes genoemd, met ronde, rechte bonen van ca. 10 – 12 cm, die prima smaken. De zeer uniforme donkere peulen zijn extra fijn. Het gewas is bestand tegen minder goede weersomstandigheden.
Dit zijn tuinbonen, peultjes, doperwtjes en capucijners. Deze peulvruchten kun je al eind mei en begin juni oogsten. Sperziebonen, droogbonen en sojabonen kunnen niet tegen koude en vorst. Ze houden van warmte en daarom zaai je pas na half mei, als de IJsheiligen voorbij zijn.
Voor het zaaien worden de stamslabonen ongeveer 4 cm diep in de grond gedrukt. Na het zaaien maar 1x water geven, aangezien bonen erg gevoelig zijn voor rotten. Voorgezaaide stamslabonen moeten bij het uitplanten 4 blaadjes hebben. Geef bij het uitplanten 1x water en daarna alleen als de grond erg droog is.
Tijdens hun groei zijn bonen op het gebied van verzorging weinig veeleisend. Ze hebben niet veel water nodig, met uitzondering van het moment van zaaien, de eerste week na het uitplanten en bij erg droog weer, maar hebben wel een hekel aan onkruid aangezien deze de voeding uit de bodem haalt.
Zaai in potjes van 9 cm gevuld met een goede zaaigrond. Maak met je vinger een gaatje in de grond, 5 cm diep, steek één zaad per potje in grond en krab de opening weer dicht. Zet de potjes in een waterdichte bak gevuld met water tot de grond helemaal nat is. Daarna laten uitlekken.
Er zijn oneindig veel soorten sperziebonen, het belangrijkste verschil is klimmende bonen (stokbonen) en niet klimmende bonen (stambonen).
Bonen hebben voldoende warmte nodig en matig vochtige grond. Bij nat en koud weer kiemen de bonen slecht. Voor vroege teelt kan eind april onder glas worden gezaaid. Vanaf half mei worden de ontkiemde planten dan buiten in de volle grond uitgeplant.
Boontjes en erwtjes kunnen ook zeker groeien op een plek waar minder zon schijnt, maar 5 uur zon zorgt ervoor dat je meer oogst hebt.
Groenten die een normale dosis kalk nodig hebben (1 kg/10 m²): Vruchtgewassen, zoals: tomaten,komkommer, courgettes, pompoenen, meloenen … Peulgroenten, zoals: bonen, erwten … Kleinfruit, zoals: aarbeien, frambozen, rode bessen, witte bessen, kruisbessen ...
Dat valt reuze mee. Maar bonen houden van lekker mooi weer en niet van natte voeten. Bonen zaai je van begin mei tot eind juni. Dan moet het wel warm en droog zijn, want bij kou en regen komen de bonen niet goed op.
Stokbonen zijn klimmende bonen, die met behulp van een stok of touw omhoog kunnen groeien. Stambonen zijn niet-klimmende bonen. De planten worden tussen de 40 en 60 centimeter groot en hebben dan ook geen ondersteuning nodig. Benieuwd of er nog meer verschillen tussen stokbonen en stambonen zijn?
Er zijn oneindig veel soorten sperziebonen, het belangrijkste verschil is klimmende bonen (stokbonen) en niet klimmende bonen (stambonen). Daarnaast heb je nog het verschil tussen sperziebonen en droogbonen.
In de teelt worden spekbonen ook wel stokslabonen genoemd omdat ze groeien langs een bonenstakenconstructie gemaakt van stokken.
Gebruik stevige bamboe of wilgen stokken van 2 tot 2,50 meter lang. Steek de stokken achter de geplante tomatenplanten zo diep mogelijk in de grond, zodat de stokken goed stevig staan. Vervolgens knoop ik onder elke tros met een stukje jute touw de tomatenplant vast aan de stok.
Zaai pas bonen in volle grond wanneer er geen vorst meer te verwachten is, in de regel vanaf half mei. Onder koude en vochtigheid kwijnen de zaden weg. Een bodemtemperatuur van 12°C is nodig voor een goede opkomst. Eventueel kan onder glas worden gezaaid vanaf april, om in mei uit te planten.
Zaai boontjes 2 tot 4 cm diep. In zandgrond kun je iets dieper planten, in kleigrond iets minder diep. Zaai of Plant struikbonen 8 cm uit elkaar en de rijen 40 cm tussen de rijen. Voor stokbonen zet je om de 50 cm een stok die je diagonaal plaatst recht tegenover een andere stok.
Goede tomatengrond is luchtig en voedselrijk. Goede tomatenmest is organische mest. Kunstmest (vooral stikstofhoudende kunstmest) geeft een mindere smaak aan de tomaten dan organische mest. Dit hebben wij op de kwekerij, waar we de pottomaten kweken, in proeven heel duidelijk ondervonden.
Bepaalde planten, bloemen en gewassen in je (moes)tuin worden helaas graag opgegeten door slakken. Om dit te voorkomen kun je gebroken eierschalen rondom je planten en gewaassen leggen. De schalen zijn te scherp voor de lijfjes van de slak waardoor ze er niet overheen gaan.
Compost is in principe voor elke plant te gebruiken. Echter moet je wel uitkijken met planten die houden van zure grond (bijv. conifeer). In tegenstelling tot wat vele mensen denken is compost niet zuur.
Bonen zorgen zelf voor stikstof doordat ze stikstof uit de lucht opslaan in de wortelknobbeltjes (stikstofsynthese). Daarom hebben ze weinig bemesting nodig. Compost van plantaardig materiaal is ideaal. Ook om bonenvliegen tegen te gaan, die afkomen op stalmest.
U hebt bonen of snijbonen gezaaid en lang niet alle bonen komen op. Oorzaak: bonen zijn verrot of bonen kiemen niet door te droog weer. Benodigdheden: • Plastic bakken ca 6 cm diep (b.v. Hertog ijsbak). Stukjes ijzerdraad of satéprikkers • Keukenpapier.
Bij warm weer kan het zijn dat er iedere twee dagen water nodig is. Als je de bruine bonen in de grond plant is het nodig om ze hierna even goed water te geven. Daarna is een keer per week voldoende. Wanneer de grond droog is, kun je extra water geven.
Stokbonen zijn de klimmende soorten die je aan bamboestokken, wilgentenen of wat dan ook maar kunt laten klimmen. Zorg ervoor dat je stellage wel goed de planten kan dragen, dat je makkelijk kunt plukken en het goed bestand is tegen de wind. Je kan per m2 ongeveer 8 tot 10 planten telen.
Sperziebonen oogsten
De planten bloeien met witte of lila lipbloemen en direct daarna kun je de heel kleine boontjes al zien, het is alleen wachten tot ze groot genoeg zijn om ze te oogsten. Dat is vervolgens vaak al binnen een week, afhankelijk van het weer.