Door de term benigne wordt onderscheid gemaakt met een maligne of kwaadaardige gezwel, oftewel kanker. Wanneer een gezwel benigne wordt genoemd, betekent het dat een gezwel niet de neiging heeft om in te groeien in andere weefsel (invasieve groei) of uit te zaaien (metastaseren).
Goedaardige tumoren
Een goedaardige tumor is geen kanker. Het gezwel groeit niet door andere weefsels heen. Ook kan het niet uitzaaien naar andere organen. Een goedaardige tumor kan wel tegen omliggende weefsels of organen drukken.
Een goedaardige tumor is geen kanker; alleen een kwaadaardige tumor is kanker. Goedaardige tumoren (ook 'benigne' tumoren genoemd, dat is Latijn voor goedaardig) groeien over het algemeen langzaam, ze rukken zich niet los uit hun oorspronkelijke omgeving en groeien er niet in door zoals kwaadaardige tumoren.
Goedaardige tumor
Een tumor (een klompje cellen) met een kapsel (een sterke schil of wand) waar de zich alsmaar delende cellen in blijven zitten. Deze kan wel groot worden en daardoor problemen geven. Maar de cellen zaaien niet uit. We noemen zo'n tumor goedaardig of 'benigne' (Latijn voor: goedaardig).
De oorspronkelijke betekenis van het Latijnse malignus is kwaadaardig. Dit houdt in dat een aandoening de neiging heeft om een organisme te doden. Meestal wordt deze term gebruikt bij diverse vormen van kanker om aan te geven dat een gevonden tumorsoort de neiging heeft om zich uit te zaaien.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Een tumor is meestal onregelmatig van vorm en voelt heel hard aan, want bestaat uit vast weefsel. Ook een jonge volwassene (tot 40 jaar) kan klierzwellingen hebben ten gevolge van een infectie.
Als een goedaardige bottumor klachten geeft, groeit of 'kwaadaardige trekjes' heeft, halen we de tumor meestal weg met een operatie. Welke operatie dat is, hangt af van de soort tumor en de plaats van de tumor. Soms kunnen behandelen met radiofrequente ablatie. Er is dan geen operatie nodig.
Knobbeltjes kunnen heel verschillend aanvoelen. Het kan een plek zijn die niet echt rond is en wat stugger en harder aanvoelt dan de rest van het klierweefsel. Het kan ook een kogelrond knobbeltje zijn dat als een knikker onder de vingers wegglijdt. In de meeste gevallen doet een knobbeltje geen pijn.
Goedaardige afwijkingen. Een goedaardig gezwel (benigne tumor) drukt het omringende weefsel opzij zonder al te veel schade aan te richten. Een goedaardige gezwel zal niet in het omringende weefsel groeien. Een cyste is een veelvoorkomende goedaardige afwijking in de borst.
Goedaardige tumoren groeien over het algemeen langzaam, rukken zich niet los uit hun oorspronkelijke omgeving en groeien er niet in door zoals kwaadaardige tumoren.
De knobbel drukt het omringende weefsel opzij, maar tast gezonde cellen niet aan. Soms voelt het als een gladde, makkelijk wegschietende knikker in de borst. Een operatie is niet noodzakelijk en een fibroadenoom geeft geen verhoogde kans op borstkanker.
Goedaardige tumor
Goedaardige tumoren groeien niet door in omliggend weefsel en zaaien niet uit naar andere delen van het lichaam. Een goedaardige tumor kan wel vervelend of pijnlijk zijn als deze op het omliggende weefsel drukt.
De herkenning van een weke delen tumor is vaak moeilijk. Een zwelling kan lang onopgemerkt blijven als deze diep in het lichaam of in elastisch weefsel zit. Vage pijnklachten kunnen dan de eerste klachten zijn. Als de tumor net onder de huid zit, kunt u deze voelen als een zwelling of knobbeltje.
Een adenoom wordt dan vaak bij toeval ontdekt. Leveradenomen kunnen echter wel klachten veroorzaken. Veel patiënten geven aan last te hebben van (vage) buikpijn rechtsboven in de buik. Leveradenomen kunnen heel soms gaan bloeden, waardoor de lever opzwelt.
Een goedaardige tumor kan wel tegen omliggende weefsels of organen drukken. Dit kan een reden zijn om het gezwel te verwijderen. Heel soms kan een goedaardige tumor kwaadaardig worden. Dan is een behandeling nodig.
Kanker wordt meestal geassocieerd met pijn. Of en in welke mate een tumor pijn veroorzaakt, hangt vaak af van het type en de locatie van de tumor. Tumoren in de lymfeklier veroorzaken bijvoorbeeld slechts in 15-20% van de gevallen pijn, terwijl bottumoren in 85-100% van de gevallen pijnlijk zijn.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
Het is mogelijk dat een tumor na de behandeling weer aangroeit en terugkomt (recidief). Dat gebeurt vooral als bij de behandeling niet de gehele tumor verwijderd kon worden (bij meer dan de helft van de patiënten ontstaat een recidief).
Cysten worden veroorzaakt door bijvoorbeeld infecties, tumoren of erfelijke aanleg. Meestal zijn cysten goedaardig, maar ze kunnen ook kwaadaardig zijn. Cysten veroorzaken over het algemeen geen last, maar het is verstandig de huisarts te raadplegen voor verdere onderzoek.
Helaas is kanker niet altijd te genezen. Dat komt doordat kanker een ingewikkelde ziekte is die voor iedereen anders verloopt. Hoe kanker ontstaat verschilt per persoon en alle soorten kanker zijn anders.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam bekijken en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.