Een zwaar slechtziende persoon heeft een gezichtsscherpte van 3/10 (drie tienden) of minder, zelfs met een bril of lenzen. Als iemand met goede ogen een stoel al op tien meter afstand ziet, dan ziet de slechtziende persoon die stoel pas op 3 meter of minder.
Slechtziendheid houdt in dat u een lage gezichtsscherpte heeft, een verkleind gezichtsveld ervaart of overgevoelig bent voor licht. U ziet bjvoorbeeld donkere vlekken of u kunt alleen zien wat recht voor u staat. Bij de meeste slechtziende mensen verergeren de klachten of symptomen.
Slechtziendheid betekent dat iemand minder dan 30 procent ziet of een gezichtsveld heeft dat kleiner is dan 30 graden. Een normaal gezichtsveld is 140 graden. De visuele beperking kan niet worden gecorrigeerd door het dragen van een bril of contactlenzen.
Derhalve is 20/20 gelijk aan een visus 1.00 (een 'normaal' gezichtsvermogen). Zou u echter op 20 voet afstand kunnen zien wat mensen met 'normaal' zicht pas op 10 voet afstand kunnen zien, dan is uw zichtvermogen 20/10, ofwel visus 2.00 (200%).
Slechtziende leerlingen hebben veel baat bij een goed contrast. Welke kleuren hebben een goed contrast? Bijvoorbeeld wit op zwart, of zwart op wit. Maar ook zwart op geel of geel op zwart zijn veelgebruikte combinaties.
Wat houdt voldoende kleurcontrast in? Kleurcontrast is het helderheidsverschil tussen twee kleuren. WCAG 2.1 raadt een minimumwaarde van 4,5:1 aan voor teksten van gemiddelde grootte en 3,0:1 voor grote teksten (vanaf 18pt of 14pt vet).
Om te mogen rijden moet de gezichtsscherpte van uw beste oog minimaal 0,8 zijn. En van uw slechtste oog moet de gezichtsscherpte minimaal 0,1 zijn. Als u met 1 oog minder gaat zien dan 0,1 en u al een groot rijbewijs heeft, dan mag u tot 3 maanden niet rijden. U kunt dan het beste naar uw oogarts voor advies.
Bij een score van 30% (0,3) of minder is iemand officieel slechtziend. Bij een score van minder dan 5% spreken we van blindheid. Wereldwijd vormt glaucoom (waarbij er een verhoogde oogdruk is) een van de belangrijkste oorzaken van slechtziendheid.
Een normale gezichtsscherpte, al dan niet gecorrigeerd door contactlenzen of een bril, ligt tussen de 0,8 (80%) en 1,5 (150%). Met het gezichtsveld ziet u dingen waar u niet gericht naar kijkt.
Bijziendheid uitgelegd
Als u bijziend bent ziet u dichtbij goed, terwijl u veraf juist wazig ziet. Dit wazige zicht komt omdat uw oog in de (as)lengte zo sterk groeit dat de afbeelding waar u naar kijkt niet meer óp het netvlies afgebeeld wordt, maar ervóór.
Het normale oog (zonder brekingsafwijking)
De brekingssterkte van een lens wordt uitgedrukt in dioptrieën (zoals de sterkte van een vergrootglas). Hoe groter het aantal dioptrieën, hoe sterker de lens. De brekingssterkte van het hoornvlies is ongeveer 40-45 dioptrieën, die van de lens is ongeveer 20-22 dioptrieën.
Correctie van verziendheid met brillenglazen
Een patiënt met glazen van +6 ziet dus op het netvlies een beeld dat ongeveer 12% groter is dan het beeld van een persoon die niet brildragend is. Bij hoge sterktes kan door de glazen vervorming van het beeld optreden.
Een bijziende persoon kan voorwerpen op een afstand niet (goed) onderscheiden. Het zicht is wazig en zich verplaatsen, koken en televisie kijken kan enkel met een aangepaste bril of met lenzen. Mensen met een sterke myopie kunnen echter wel zonder bril lezen wanneer ze de tekst zeer dicht bij het oog houden.
Mensen die sterk bijziend zijn (een sterkte van -6 of meer), hebben daardoor op latere leeftijd een verhoogd risico op complicaties zoals maculadegeneratie, glaucoom of staar. Dit zijn oogziekten waarbij het gezichtsvermogen sterk achteruitgaat. Sommige patiënten worden zelfs helemaal blind.
Oorzaken van blindheid
Aangeboren blindheid. Een erfelijke afwijking aan een of beide ogen. Acute blindheid na een ongeval of een val op het hoofd, waarbij bijvoorbeeld niet aangeboren hersenletsel (NAH) optreedt. Shock of een ziekte, waardoor je tijdelijk blind bent.
De visus (Snellen-visus) wordt dan uitgedrukt in een getal. Een gemiddeld oog ziet 1.0 (100%). Sommige ogen zien meer dan normaal, bijvoorbeeld 1.2 (120%) of 1.6 (160%). Een oog dat minder ziet dan normaal ziet bijvoorbeeld 0.8 (80%), 0.6 (60%), 0.5 (50%), 0.4 (40%), 0.3 (30%), 0.2 (20%), 0.1 (10%) of 0,05 (5%).
Als u plotseling met één oog niet kunt zien, mag u tijdelijk niet rijden. Uw hersenen hebben tijd nodig om te wennen aan kijken met één oog. Dit geldt ook als u één oog moet afdekken omdat u dubbelziet. Na minimaal 3 maanden mag u weer rijden.
Percentage: De gezichtsscherpte kan ook worden uitgedrukt in percentages of decimalen, bijvoorbeeld 80% (0,8), 100% (1,0) of 120% (1,2). In dit systeem betekent 100% of 1,0 het gemiddelde zicht. 200% of 2,0 is de hoogst mogelijke waarde en wijst op een zeer scherp zicht, ver boven het gemiddelde.
De meest voorkomende oorzaken van slechtziendheid zijn maculadegeneratie, diabetische retinopathie en glaucoom. Door de beschadiging aan het netvlies of de oogzenuw kan dan geen scherpe afbeelding meer verkregen worden.
Fysiek aanwezige handicap: een bril verbetert de gezichtsscherpte (ver zicht en nabij zicht) tot niet meer dan 30% (gezichtsvermogen 0,3); er is een daarmee overeenstemmende geleidelijke verstoring van het gezichtsvermogen (gewoonlijk beschadiging van het gezichtsveld).
Uw patiënt moet een minimale visus van 0,5 met één of twee ogen hebben om te mogen rijden. Dit mag ook met bril of lenzen zijn. Verder mogen er geen ernstige afwijkingen zijn in het centrale deel van iemands gezichtsveld. Het gezichtsveld van uw patiënt moet horizontaal 120 graden zijn en verticaal 40 graden.
Voordat ze naar het examenvoertuig lopen, vraagt de examinator de kandidaat een kenteken te lezen op ongeveer 25 meter afstand (dit geldt niet voor het examen AM en AVB). Als de kandidaat hierin niet slaagt, dan wordt hem gevraagd een ander kenteken te lezen.
De oogarts bepaalt voorafgaand aan de operatie welke sterkte de kunstlens zal moeten hebben. Vaak is de wens om op een sterkte van ongeveer 0 uit te komen (d.w.z. dat er geen bril voor veraf nodig is na de operatie).
Een combinatie van kleuren is over het algemeen prima wanneer deze niet lastig is voor kleurenblinden. Blauw/oranje is bijvoorbeeld een veelvoorkomend palet dat geschikt is voor kleurenblinden. Blauw/rood of blauw/bruin kan ook best werken.