Joosse: “Waarschijnlijk zien mensen met een schele oogstand eerst heel even dubbel, maar kunnen de hersenen dat niet goed verwerken. Een aantal hersencellen zal er dan mee stoppen, omdat ze alleen maar storen. Zo verdwijnt het dubbelzien.”
Het is mogelijk dat de afwijking al langere tijd bestaat en dat er sprake is van een lui oog. Iemand die scheel kijkt, ziet geen diepte. Hierdoor kan het moeite hebben met afstanden en dieptes inschatten. De meeste mensen leren vanzelf hoe ze hiermee moeten omgaan.
Vaak komt scheelzien op latere leeftijd door een slechter functionerende of uitgevallen hersenzenuw. De oorzaak hiervan kan bijvoorbeeld suikerziekte, een verwonding, een neurologische aandoening, vaatziekten of een hersenbloeding zijn. Hoe dit zich verder ontwikkelt en wordt behandeld, verschilt.
Een andere oorzaak zijn te korte, te lange of niet goed functionerende oogspieren. Daarnaast speelt erfelijkheid vaak een rol in het ontstaan van scheelzien. Soms gaat scheelzien samen met een andere oogaandoening. Ook te vroeg geboren kinderen hebben een grotere kans scheel te gaan kijken.
Scheelzien is een afwijking waarbij de ogen niet op één punt gericht zijn. Meestal heeft één van beide ogen een afwijkende stand, in sommige gevallen zijn beide ogen afwijkend. De medische term voor scheelzien is strabismus. Het ontstaat meestal op jonge leeftijd, maar ook volwassenen kunnen het krijgen.
Een lui oog geneest niet uit zichzelf en is alleen bij kinderen tot ongeveer 7 jaar met succes te behandelen. Indien scheelzien ontstaat na het achtste levensjaar, of op volwassen leeftijd, dan is het vermogen van de hersenen om het afwijkende beeld te onderdrukken verloren gegaan.
Scheelzien kan minder worden of weggaan door een bril of een operatie. Het is belangrijk om scheelzien vroeg te ontdekken en te behandelen. Dat kan voorkomen dat uw kind een lui oog krijgt.
Een oogspieroperatie (of strabismusoperatie) verhelpt scheelzien of oogbewegingsafwijkingen. Hier leggen we u uit hoe de operatie in zijn werk gaat. De oogspieroperatie is een operatie aan de spieren die de ogen bewegen. Die spieren zijn normaal niet te zien, omdat ze onder het vlies van het oogwit zitten.
Soms wordt het scheelzien hiervan minder erg, soms erger. Meestal zijn er een of meerdere oogspieroperaties nodig om de oogstand te verbeteren. Het is ook mogelijk dat de ogen jarenlang recht blijven staan, maar later weer geleidelijk gaan afwijken.
Nadat de maximale gezichtsscherpte van het luie oog is behaald, wordt de behandeling afgebouwd. Als er direct gestopt wordt met de behandeling is de kans groter dat het luie oog weer terugkomt.
Dubbelzien (diplopie) is het tegelijkertijd zien van twee beelden. Het kan optreden als met beide ogen gekeken wordt (binoculaire diplopie), maar dubbelzien met één oog (monoculaire diplopie) is ook mogelijk. De dubbele beelden kunnen naast elkaar te zien zijn, maar ook (schuin) boven elkaar.
Iemand die dubbel ziet zal vaak één oog dicht knijpen, een hand voor het oog houden of klagen over dubbelzien. Naast deze klachten kan men door het dubbelzien last hebben van onzeker bewegen, misgrijpen, misstappen of het verkeerd inschatten van afstanden.
Deze spieren zitten vast aan je oogbol en aan je oogkast. Als deze ogen recht staan dan zijn de spieren in balans. Als je scheel kijkt is de balans weg en is het niet mogelijk om de ogen recht te houden en op één punt te richten. Hierdoor worden met beide ogen verschillende beelden waargenomen en ontstaan er problemen.
Een bijziende persoon kan voorwerpen op een afstand niet (goed) onderscheiden. Het zicht is wazig en zich verplaatsen, koken en televisie kijken kan enkel met een aangepaste bril of met lenzen. Mensen met een sterke myopie kunnen echter wel zonder bril lezen wanneer ze de tekst zeer dicht bij het oog houden.
Het luie oog is het oog waar uw kind niet mee kijkt. Het luie oog werkt wel, maar de hersenen van uw kind kiezen ervoor om alleen met het goede oog te kijken. Als uw kind het luie oog lang niet gebruikt, wordt het steeds moeilijker om met het luie oog nog goed te zien.
Symptomatisch kan dubbelzien behandeld worden met speciale Fresnell-plak-prismas op een bril of in het uiterste geval door één oog af te dekken. Sommige vormen van dubbelzien gaan vanzelf over, andere wisselen erg door de onderliggende oorzaak, zoals bij de ziekte van Graves.
Bel direct uw huisarts of de huisartsenpost als u opeens dubbel ziet. Dubbelzien kan komen door bijvoorbeeld een beroerte, druk op een zenuw of een zenuwziekte. Het kan zijn dat u snel behandeld moet worden door een oogarts of neuroloog. Ook bij scheelzien en staar kunt u dubbel zien.
Als u plotseling met één oog niet kunt zien, mag u tijdelijk niet rijden. Uw hersenen hebben tijd nodig om te wennen aan kijken met één oog. Dit geldt ook als u één oog moet afdekken omdat u dubbelziet. Na minimaal 3 maanden mag u weer rijden.
In het Nederlands spreekt men van een 'lui oog'. Amblyopie komt bij ongeveer 4% van de bevolking voor. Meestal is slechts één van de twee ogen lui, maar in zeldzame gevallen kan het aan beide ogen voorkomen.
Door een afwijking aan de ogen, kijken beide ogen niet afzonderlijk naar één punt. De hersenen hebben daardoor moeite om de beelden tot één beeld samen te voegen. Hierdoor kan het zijn dat je last hebt van een verminderde hand-oog coördinatie, duizeligheid en een slecht en 'golvend' zicht.
Wanneer je je gestresst voelt reageert je lichaam op deze gevoelens. Deze reactie kan op verschillende manieren tot uiting komen: zo kan stress zorgen voor problemen met je ogen. Enkele van de symptomen die op kunnen treden door stress zijn vermoeide ogen, dubbelzien, een wazig zicht en andere oogklachten.
Naast dubbelzien kan dit ook hoofdpijn geven. Trainen van de oogspieren kan dan helpen. Als er geen dubbelzien ontstaat, maar het oog wel wegdraait, is het niet verstandig om te oefenen. Start deze oefeningen dan ook niet zelf, maar altijd na advies van een orthoptist.