Met functionele MRI kan je naar hersenactiviteit kijken. Hierbij vonden we in diverse hersengebieden verlaagde of verhoogde hersenactiviteit in rust bij patiënten met de ziekte van Parkinson ten opzichte van gezonde controlepersonen.
Een MRI-scan is een soort foto van de binnenkant uw hoofd. De arts ziet dan of er misschien een andere oorzaak van uw klachten is. Bijvoorbeeld een andere ziekte die lijkt op de ziekte van Parkinson of schade in uw hersenen. Dit is te zien op de MRI-scan.
Lichamelijk onderzoek
Indien de medicijnen niet werken en ook het bewegen atypische verschijnselen vertoont, wordt een MRI-scan gemaakt, om helemaal uit te sluiten dat er nog andere oorzaken dan parkinson of een parkinsonisme zijn. Deze ziektebeelden zijn op een MRI-scan namelijk niet te zien.
Diep in de hersenen produceren zenuwcellen de stof dopamine. Met deze stof communiceren hersendelen met elkaar, en krijgt het lichaam opdrachten. Bij de ziekte van Parkinson sterven zenuwcellen in de hersenen af. Er is hierdoor minder dopamine en signalen worden dus minder goed doorgestuurd.
Er is geen test die kan bewijzen dat u de ziekte van Parkinson heeft. Daarom stelt uw huisarts vragen en kijkt hij of zij hoe u beweegt. Het trillen kan bijvoorbeeld ook komen door medicijnen of een essentiële tremor.
De diagnose 'Parkinson' kan op dit moment echter niet worden gesteld met een bloedtest.
De kernsymptomen tremor, bradykinesie, rigiditeit en houdingsinstabiliteit worden soms voorafgegaan door klachten van de reuk (verminderde reuk), obstipatie, depressie en slaapstoornissen. Deze klachten zijn echter zo aspecifiek dat de diagnose parkinson in dit stadium zelden wordt gesteld.
Bij mensen met de ziekte van Parkinson sterven hersencellen in een klein gebied van de hersenen af, de substantia nigra (=“zwarte substantie”) in de hersenstam. Waarom deze hersencellen afsterven is niet bekend. De cellen in de substantia nigra maken het stofje dopamine.
Behandeling van Parkinson
Tot nu toe zijn er geen medicijnen die de ziekte van Parkinson kunnen genezen of het ziekteproces vertragen. Wel zijn er medicijnen die sommige klachten enigszins kunnen verminderen. Daarnaast kan ergotherapie, logopedie en fysiotherapie worden ingezet.
Een MRI-scan van het hoofd (schedel en hersenen) geeft inzicht in de gezondheid van je hersenen. We kunnen bijvoorbeeld zien of er een herseninfarct is doorgemaakt, of er hersentumoren of hersenbeschadigingen zijn en of er risicofactoren zijn voor een vaataneurysma.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Ontwikkeling van de ziekte van Parkinson
De ziekte is progressief: klachten beginnen vaak geleidelijk, meestal aan een kant en nemen na verloop van tijd meestal toe, in volstrekt willekeurige volgorde.
Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
Erfelijkheid. Indien u een dichtbijstaand familielid heeft met de ziekte van Parkinson, vergroot dat de kans dat u ook de ziekte van Parkinson kunt ontwikkelen. Het risico is echter nog steeds niet meer dan ongeveer 5 procent.
Wat we wel weten is dat een tekort aan de stof dopamine in de hersenen een groot deel van de problemen en symptomen van parkinson veroorzaakt. Dit tekort ontstaat door het afsterven van dopamineproducerende zenuwcellen in een specifiek gebied van de hersenen: de zwarte kernen (substantia nigra).
Resultaten. Zoals verwacht was de levensverwachting voor mensen met de diagnose ziekte van Parkinson korter dan voor de mensen in de bijpassende controlegroepen, gemiddeld 2 à 4 jaar. Het verschil hing sterk af van de leeftijd waarop de diagnose plaats vond.
'Beweeg regelmatig en eet gezond' is een advies dat iederéén ter harte kan nemen. Voor Parkinsonpatiënten is het echter nóg belangrijker om uitgebalanceerd voedsel te eten. Dus veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en koren en bepaalde proteïnen.
Heeft je naaste de ziekte van Parkinson, dan is er een aanzienlijke kans dat ze ook dementie krijgt. Dat gebeurt bij 35 tot 55 procent van de mensen met Parkinson. Parkinson-dementie ontstaat in het hersengebied dat door de ziekte van Parkinson is aangetast, en begint meestal 10 tot 15 jaar na het begin van de ziekte.
De symptomen van parkinsonisme ontstaan doordat bepaalde zenuwen in de hersenen steeds meer beschadigd raken. Deze beschadiging leidt tot verschillende symptomen zoals: Schokken of beven van armen en/of benen, meestal in rust (tremor). Verhoogde spanning in de spieren, wat leidt tot stijfheid in de ledematen en romp.
Diagnose. Bij de diagnose van een tremor worden eerst andere oorzaken, zoals de ziekte van Parkinson uitgesloten; bij Parkinson komt het beven vooral voor in rust. Een medisch onderzoek en een hersenscan of een bloedonderzoek kan andere oorzaken uitsluiten.
Lusteloosheid. Veel mensen met Parkinson hebben last van apathie (lusteloosheid). Dit zorgt voor een verminderde kwaliteit van leven van zowel de patiënt als hun naasten. Er wordt onderzoek gedaan of medicijnen invloed kunnen hebben op de hoeveelheid dopamine, wat mogelijk apathie bij patiënten kan verminderen.
Er zijn twee typen posturele tremor bij de ziekte van Parkinson (zie figuur 1). Het eerste type heet re-emergent tremor ('opnieuw verschijnende' tremor). Dit type tremor wordt gekenmerkt door het verdwijnen van tremor tijdens beweging.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.