Enkele aanhalingstekens zijn in alle gevallen bruikbaar, bij titels, bij ironisch gebruik (de 'gezonde' kroket), moeilijke woorden, zelfbedachte of ongewone woorden en citaten. Dubbele aanhalingstekens mogen alleen bij citaten worden gebruikt.
Aanhalingstekens zet je ergens omheen, bijvoorbeeld om een citaat of een zelfbedacht woord. Ná de beginaanhalingstekens komt nooit een spatie.
Aanhalingstekens geven aan dat woorden letterlijk geciteerd worden. Ze worden ook gebruikt om de betekenis van een woord of uitdrukking te omschrijven.
Er zijn geen vaste regels voor het gebruik van enkele of dubbele aanhalingstekens. Traditioneel werd aangeraden om bij letterlijk citeren dubbele aanhalingstekens te gebruiken, maar het is tegenwoordig ook gebruikelijk om enkele aanhalingstekens te gebruiken. We raden aan om consequent voor één systeem te kiezen.
Aanhalingstekens kunnen om een hele zin of om een deel van een zin gezet worden. Bij een citaat op het eind van de zin staat de punt binnen de aanhalingstekens als de aanhalingstekens om een hele zin (of een opeenvolging van zinnen) staan. De punt maakt dan deel uit van het citaat.
Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
Aanhalingstekens plaatsen we voor en achter een citaat, zonder spatie ertussen. Daarvoor gebruikt men steeds meer de enkele aanhalingstekens. Een leesteken (punt, komma, uitroepteken of vraagteken) wordt voor 'aanhalingstekens sluiten' geplaatst als dat bij het citaat hoort. Jan zei: 'Piet is gek.
Voor de volgorde van de punt en het aanhalingsteken geldt de zogenoemde elda-regel: eerst leesteken, dan aanhalingsteken (of afhalingsteken): Hij zei: "Dat is waar." Hij vroeg: "Is dat waar?" Hij riep: "Dat is toch niet waar!"
Gedachten krijgen geen aanhalingstekens.Je schrijft wat iemand denkt verder in een aparte zin die begint met een kleine letter.
Dubbele aanhalingstekens (“deze”) worden in de meeste teksten alleen gebruikt om letterlijke citaten weer te geven. Zo'n citaat kan uit gesproken en uit geschreven taal komen: De Troonrede begint altijd met: “Leden van de Staten-Generaal”. Ze zei vanmorgen nog: “Ik kom op tijd naar huis.”
Haakjes zijn leestekens die worden gebruikt om extra informatie aan een zin toe te voegen of om correct naar bronnen te verwijzen in een academische tekst. De informatie of verwijzing staat altijd tussen haakjes, wat betekent dat een openend haakje niet kan worden geplaatst zonder een sluitend haakje en vice versa.
Enkele aanhalingstekens '…'
Je gebruikt enkele aanhalingstekens: om een enkel woord te citeren (zin 1); om woorden te markeren die je niet in de letterlijke betekenis gebruikt (zin 2);
Voor het weergeven van een gedachte worden er geen aanhalingstekens gebruikt. Er komt ook geen hoofdletter na de dubbele punt. Hij dacht: nu is het genoeg.
ð Dubbele aanhalingstekens gebruik je alleen met letterlijke citaten. Dus iemand heeft iets letterlijk gezegd of geschreven. Tenzij je een boek aan het schrijven bent. Uitgeverijen gebruiken namelijk bijna altijd enkele aanhalingstekens voor citaten in verband met een rustiger tekstbeeld, wat ik eerder al noemde.
Vuistregel: als je het kan horen, dus fluisteren, zeggen, schreeuwen, piepen, altijd tussen aanhalingstekens. Als je de dialoogzin in enkele aanhalingstekens hebt staan, zet dan het citaat "Amsterdam" tussen dubbele aanhalingstekens.
Als een aanhaling van één zin of van meer zinnen onderbroken wordt, spreken we van een onderbroken aanhaling of een onderbroken citaat. Combinaties als zei ze, vertelde hij en vroeg ze noemen we citaatonderbrekers. 'Ik ga naar huis', zei ze. 'Die opdracht zal tot morgen moeten wachten.
Plaats een citaat altijd tussen aanhalingstekens. Laat deze volgen door een verwijzing tussen haakjes (achternaam auteur(s), jaartal, paginanummers(s), of door de auteur(s) in de tekst te noemen.
Bij het citeren van een zin is het voldoende om de eerste twee woorden en de laatste twee woorden te noteren.Begin de zin met aanhalingstekens en een hoofdletter.Eindig de zin met een punt.
Voorbeeld: Een citaat Volgens Van Dale is citeren: “een passage uit andermans werk overnemen in een eigen werk, meestal met bronvermelding” (2021, p. 221). Tip: Laat nu je tekst online herschrijven.
Het beletselteken wordt ook gebruikt wanneer in een citaat een stuk tekst is weggelaten; de puntjes staan dan tussen ronde of vierkante haakjes. In het onderzoek van Laansma en Bakker wordt gesteld dat er sprake is van 'een significante positieve samenhang tussen de variabelen problematisch eetgedrag […]
Een apostrof, ook wel afkappingsteken of weglatingsteken genoemd, is een leesteken dat de uitspraak van een woord verduidelijkt of aangeeft dat een of meerdere letters van een woord zijn weggelaten. De apostrof ziet eruit als een hoge komma (').
Leestekens zijn tekens in de tekst die gebruikt worden om de tekst leesbaarder te maken. In sommige zinnen worden leestekens gebruikt om aanwijzingen te geven over de betekenis en uitspraak van de zin. Het gebruik van leestekens in een tekst wordt interpunctie genoemd.
@, uitgesproken als at of apenstaartje, is een symbolische afkorting van at of at the cost of (uit het Engels). Oorspronkelijk werd het gebruikt voor rekeningen, bijvoorbeeld: "7 widgets @ £2 ea. = £14". Het staat dus eigenlijk voor het Latijnse ad of het Franse à.